Punten waarop hij gefaald heeft

Obama heeft niet, zoals Trump zegt, IS gemaakt. Dat deed zijn voorganger Bush, die de hele maatschappelijke en militaire structuur in Irak ontbond en een machtsvacuüm achterliet. Hij heeft IS wel laten uitgroeien tot een machtig kalifaat. Obama onderschatte Islamitische Staat: hij noemde de terreurorganisatie ooit “het reserve-elftal van Al Qaida”. Hij greep pas in nadat een Amerikaanse journalist werd onthoofd. Nochtans had hij een jaar eerder de Syrische president Assad de wacht aangezegd toen er bewijzen opdoken over het gebruik van chemische wapens. Dat jaar respijt gaf IS de gelegenheid zich uit te bouwen en de grens met Irak over te steken. Het gaf de Russen de kans om in de strijd te stappen en Assad met alle middelen te steunen.

In hetzelfde rijtje, maar dan een stommiteit die hij ook zelf toegeeft: de bombarde- menten die het regime van de Libische leider Khaddafi vernietigden. Niet het offensief van Britten, Fransen en Amerikanen op zich was een vergissing, wel het feit dat ze het land in chaos achterlieten, waardoor het een broeinest van extremisme werd.

En het opmerkelijkste van al: de man die als briljant communicator aanzien wordt, gaf in 2015 toe dat hij had gefaald in het overtuigen van de Amerikaanse burger. “Die eerste twee jaar sloop er een zekere arrogantie bij ons in. We dachten dat we, zolang we het beleid erdoor kregen, het niet hoefden te verkopen. Als ik iets geleerd heb: je beleid kan nog zó goed zijn, er blijft altijd een noodzaak het volk mee te krijgen. Zodat ze weten waarom je doet wat je doet.” Maar toen was voor zijn Democratische partij, die alles verloren heeft wat ze in 2009 had, het kwaad al geschied.