Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Neem mij Anderlechtaf en ik ben zo goed alsdood"
Verlies van zijn paarswitte familie zet Michel Verschueren steeds meer aan het nadenken
En hoe zou het met Mister Michel zijn? Op zijn 85e popelt hij nóg tot Anderlecht begint: “Zondag kunnen we weer nummer één zijn!” De winter kraakt in de botten, tijd voor een warm gesprek met de Zilveren Vos van het Belgische voetbal — nog steeds “maniakaal misvormd”, zegt hij zelf. Over de dood. Over zijn zoon Michael, in zijn voetsporen. En dan toch een beetje over Anderlecht, of wat dacht u?
“Welkom in mijn bureel!” Ook op zijn 85e is Verschueren nog geen spatje grandeur kwijt. In dat bureel staat tussen de honderden souvenirs en eerbetuigingen en naast de dozen Belgique en Politique een bordje Mister Michel – Pauvre petit pensionné – depuis le 1 janvier 2004. Maar Mister Michel gaat nooit met pensioen, zegt hij. “Ik versta niet dat mensen problemen maken als ze omwille van ons pensioenstelstel één of twee jaar langer gaan moeten werken.” De ex-manager van Anderlecht (19802003) wijkt zelfs na 60 jaar “aanwezigheid in de voetbalwereld” (zo schreef hij zelf in het voorwoord van het onlangs verschenen boek De Voorzitter, ik krijg meteen een exemplaar cadeau) niet. Dat hij sedert 1 januari geen afgevaardigd beheerder meer is van de nv Saint Guidon op Anderlecht, zijn laatste officiële bestuursmandaat, daar moet je ook niet mee afkomen. “Verschueren ligt niet buiten, hè. Integendeel, ik was al eremanager en werd nu ook gepromoveerd tot ambassadeur van Anderlecht.” Een ambassadeur die ’s middags nog steeds gastheer is in het chique restaurant van Anderlecht Saint-Guidon en ’s avonds eregast op een paars-witte supportersavond in café Boldershof in Zwevegem. “Iedereen weet dat Anderlecht mijn leven is geweest.” Een ambassadeur ook die heeft moeten beloven niet te veel zijn gedacht te zeggen over Anderlecht vandaag – zijn voorzitter Roger Vanden Stock schreef er hem zelfs een briefje voor. “Ik begrijp dat. Maar elke vraag over mijn loopbaan is welkom.”
Miraculeuze redding
Alleen: Michel Verschueren stel je niet zo snel vragen. Michel Verschueren declameert zelf.
“Mag ik eerst mijn eigen inleiding geven? ( neemt een papiertje met een hele rij namen). Ik werd de laatste tijd geconfronteerd met iets waar ik eerder nooit aan dacht. De dood. Op korte tijd was ik op vier begrafenissen. Van Swat Van der Elst, Jean Cornelis, Jean Trappeniers en Martin Lippens. Op die van Keshi en Nico de Bree in het buitenland kon ik niet zijn.”
“Zes basisspelers van het grote Anderlecht. In zes maanden. Waardoor ik ben beginnen na te denken over het leven en de dood. Er kwamen nog véél namen boven: Louis Wouters, Roger Petit, Jan Peeters, Constant Vanden Stock, Raymond Goethals, Antoine Vanhove, John Cordier, Tomislav Ivic, Guy Thys... Allemaal mensen van mijn wereld die er niet meer zijn. Allemaal mijn familie. Die aan het verdwijnen is. Zoals ik zeven jaar geleden bijna weg was. Mijn vrouw had mij ’s morgens op de grond naast mijn bed gevonden. Een acute niercrisis. Er volgde een miraculeuze redding, ik had nog twee uur te leven toen men na zes dagen de juiste medicatie vond. Ik heb weer moeten leren spreken, lopen, alles... Ik heb gevochten, ben doorgegaan en heb er verder niet meer bij stilgestaan. Sedert enkele maanden ben ik wel dieper over de dood gaan denken. (vinger omhoog) Maar niet met het gedacht: binnenkort ben ik ook weg. Integendeel. Ik ben nu eighty five, ben nog goed van geest en li- chaam: ik blijf werken. Ik help mijn vrouw, die in 2001 een zwaar accident heeft gehad, nu wel meer in het huishouden. Zij heeft zich heel haar leven moeten richten naar mijn systeem. Ik was nooit thuis, wel twintig jaar lang moest Marie-Louise alleen met de kinderen op vakantie. Ik was altijd met Anderlecht bezig... En zij heeft uiteindelijk mijn leven gered. Ik ben haar heel dankbaar, ik mag nu wel wat terugdoen. Ik doe al eens inkopen. Ik haal al eens een brood. Ik ben nu wel ’s avonds vroeger thuis. Ik heb trouwens de wodka en de whisky afgezworen. Ik ben voorzichtiger geworden, ik rij nu ook stipt 70 waar 70 staat. Maar ik vlieg nog de hele wereld rond, lees elke dag mijn zeven kranten, ben hier nog elke dag... Et voilà!”
Michel jr.
Et voilà... Einde inleiding. Bon, zijn er nog vragen? De winter kraakt, maar Verschueren waakt. Vanuit zijn bureau, in de luwte van het stadion, ver van Neerpede waar de grote bureaus zijn — naast de “shopping”, zoals hij de paarswitte fanshop noemt — volgt hij nog steeds nauwlettend het voetbal van vandaag. Maar hij ziet vooral hoe zijn zoon Michael (46) in zijn voetsporen treedt. Eigenlijk wilde hij hem Michel jr. noemen, maar de taalwetgeving verbood in de Vlaamse gemeente Grimbergen een Franse naam en het werd Michael. Voor iedereen op zijn Engels uit te spreken, Verschueren senior zegt koppig Michèl. Het is die Michael die zijn levenswerk bij paars-wit verderzet. Of toch niet helemaal.
“Ik ben trots op mijn beide kinderen. Nathalie heeft een mooie functie in hotel President en Michael is een ondernemer pur sang. Toen hij begon te werken, zei hij mij: Papie, ik zal nooit in loondienst werken. Dat is gelukt. Hij zit in de wereld van de immobiliën en van de communicatie. Hij werkt dag en nacht. Zoals ik. Zelfs een beetje te veel naar mijn goesting, ik krijg hem nooit meer aan de lijn en als ik hem een sms’je stuur, moet ik twee dagen wachten op antwoord. Soms heb ik daar een beetje last mee. (peinzend) Indien ik kon herbeginnen, ik zou mij met mijn naam en faam ook veel meer toeleggen op de wereld van immobiliën. Ik heb alles gegeven aan Anderlecht, mijn baas, ik had misschien 10 of 15 procent voor mij moeten houden. Eén voorbeeld: het appartement dat ik 20 jaar geleden heb gekocht in Knokke, is nu vier keer zoveel waard. Had ik er vier, vijf gekocht... Maar ik nam er geen tijd voor. Maar écht spijt heb ik daar nu ook weer niet van. Om terug te keren op Michael: hij is ook bestuurder en voor 10 procent aandeelhouder van nv Anderlecht, ja. Én is zeer goed bezig als board member van de European Club Association (ECA, red.), opgericht door Michel Platini. ECA groepeert intussen de grootste 200 clubs van Europa. Zonder boffen, ik was daar van bij het begin bij, Anderlecht was founding member. (trots) Ik ben