Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Van topsprinter tot tvcommentator
Robbie McEwen heeft een nieuw leven gevonden
Toen zijn landgenoot Matthew Hayman vorig jaar Tom Boonen klopte in Parijs Roubaix, ging Robbie McEwen (44) compleet uit zijn dak. Het was nóg straffere emotelevisie dan toen onze Michel Wuyts in 2005 het hele land in rep en roer zette met zijn “Tommeke, Tommeke, wat doe je nu?!” McEwen wil dan ook in alles de beste zijn: vroeger als topsprinter, nu als tvcommentator. Wij liepen hem tegen het lijf in Australië.
Voor het geld hoeft de beste Australische sprinter uit de geschiedenis – met meer dan honderd overwinningen op zak – het niet meer te doen. Anderhalf decennium lang heeft Robbie McEwen goed geboerd in de koers. Toch spurt hij tegenwoordig zowat elke koersdag bij de start de straat op voor een zogenaamd flashinterview voor de Australische commerciële zender Channel 9. Alsof er telkens een grote prijs aan vastkleeft. En de renners kunnen hem ook niets wijsmaken, daarvoor kent McEwen de koers te goed.
Waar heb je de drive opnieuw gevonden? “Ik hoef niet meer te werken, maar niksen word je snel beu. En ik doe dit echt heel graag. Dit is al mijn vierde Tour Down Under. Vorig jaar deed ik voor de zender SBS mijn eerste Giro en Tour. In totaal kom ik aan een zestigtal televisiedagen. Ik vind het leuker om commentaar te geven voor tv dan thuis in de zetel, want commentaar geven doe ik toch... Ik ben nog net zo bezeten als vroeger. (knipoogt) Ik hoef me alleen niet meer breed maken in de sprint zelf. Ik bekijk het nog altijd allemaal vanuit het perspectief van een renner en probeer de kijkers inzicht in de koers te geven. Tijdens zo’n live-uitzending bouw ik op: van de simpelste dingen tot de kleinste details die ik opmerk. Het is tegenwoordig zo’n vijftig procent van mijn professionele leven. Daarnaast ben ik nog event ambassador in Australië, Nieuw-Zeeland en Azië en ik geef ook lezingen.”
Is er iemand in de tvwielerwereld naar wie je opkijkt? “Zeg maar gerust voorbeelden. Zoals de Britten Paul Sherwen en Phil Liggett, hier bij ons. En ik heb natuurlijk ook bijna zeventien jaar in België gewoond. Ik koerste veel, maar zag ook veel wedstrijden op tv. Zo vind ik het zonde dat Karl Vannieuwkerke geen commentaar meer wil geven, die vond ik echt steengoed. Ik stak ook dingen op van Michel Wuyts en José De Cauwer, als expert. Hendrik Redant vond ik dan weer een supercommentator omdat hij zoveel inzicht verschafte. En ik heb medelijden met en tegelijk ook veel respect voor Renaat Schotte, omdat ik weet hoe moeilijk het is om zoveel dingen alleen te doen op straat. Ik weet waarover ik praat, ik sta nu aan de andere kant van de micro.”
Ik zie wel dat de meeste deuren gemakkelijk voor je opengaan. “Heel zeker. Ik botste nog nooit op een no. Met mijn achtergrond voel ik ook dat renners wat losser durven te zijn, eerlijker. Omdat ze weten dat ik lang in dezelfde positie zat. Als een coureur op een vraag gewoon ja of neen antwoordt, zeg ik: Dat was niet het antwoord dat ik zocht. We beginnen opnieuw. Ik wil het hele verhaal. Je moet ook weten wát je vraagt. Als renner was het gemakkelijk. Toen ging het tenslotte altijd over mezelf. Nu vind ik het niet altijd simpel om direct de juiste vraag te stellen, want ik wil ook het juiste antwoord kennen. Sensatie zoek ik niet, maar ik wil wel de waarheid horen. Ik wil dat ze het me vertellen wanneer ze goed zijn. Rechtuit. Bravado, noemen we dat hier: durven zeggen hoe het zit. Zoals Tom Boonen doet. Of een nog beter voorbeeld: Frank Vandenbroucke. Neem nu woensdag, voor de start van de rit waarin Richie Porte toesloeg op Paracombe. ’s Ochtends zei hij op antenne dat hij onderaan de helling zou beginnen en naar niets of niemand zou kijken. Volle bak tot boven om iedereen uit mijn wiel te rijden. Et voilà, zo gebeurde het. Dat geeft me een kick. Ik voel me geen journalist, maar een ex-coureur die de renners helpt hun verhaal te delen. Al hebben ze met Instagram, Facebook en Twitter zelf wel meer controle tegenwoordig. Ze kunnen kiezen wat ze zeggen. Maar ze worden ook veel meer gecontroleerd vanuit de ploeg. Ik vind ze door de band genomen geslotener dan wij vroeger.” Je stopte in 2011. Ken je nog veel coureurs? “Elk jaar minder, maar ik heb wel