Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Delphine Boël
Kontichs bedrijf brengt kleurrijk servies van Delphine Boël op de markt DELPHINE BOËL Kunstenares “Toen ik terug in België kwam wonen, was dat een heftige periode. Er werd veel over me gepraat. Dat was raar, omdat ik dat niet kende.” “Servies zegt iets over je identiteit, net als kleding. Dat ontwerpen geeft me wel een kick, geef ik toe. Zo word ik een deel van het leven van de persoon die mijn servies gebruikt.”
K
unstenares Delphine Boël (48) brengt in april een servies op de markt. “De perfecte drager van mijn kunst. Zo kan ik met veel meer mensen delen wat ik voel”, zegt ze in een openhartig gesprek in haar Ukkelse woning en atelier. Het Kontichse bedrijf Serax brengt het servies – dat volgeschreven staat met de woorden ‘blabla’ en ‘love’ – op de markt onder de naam Art of
Dining. “Want samen eten is het belangrijkste wat er is”, zegt Delphine Boël.
Delphine Boël is bij ons zeker zo bekend als vermoedelijke buitenechtelijke dochter van koning Albert als door haar werk. Hoewel, ze wijst naar twee nog ingepakte werken. “Dat is alles wat overbleef van mijn recentste tentoonstelling Love Life in Hasselt.” Het zijn niet de enige kunstwerken in huis. Tegen een muur hangt een sjaal, bedrukt met een gedicht van haar. Op elke tafel staat een werk. Later geeft ze toe dat haar atelier – een van de tuinkamers van de dubbele woning naast die van haar moeder – altijd te klein zal zijn. Wijzend naar de kunstwerken die netjes naast elkaar op de grond liggen, zegt ze: “Ik wilde daar een speelhoek voor de kinderen inrichten.” Even niet dus. Dan pas zie ik dat de glazen tafel in de living op poten staat die het woord blabla vormen. “Ja, als het in me zit, dan komt het er langs alle kanten uit”, lacht ze.
Verborgen agenda
Die blabla keert vaak terug in het werk van Boël. Het meest opvallende van de twee serviezen van Serax draagt ook het opschrift blabla. Het andere is opgefleurd met het meer kleurrijke love. “Mensen kennen me meer van de ontwerpen in papiermaché, die ik maakte. Maar ik ben al wel geruime tijd be- zig met woorden.” “Ik noem mezelf een ‘ tekstkunstenaar’. Nochtans zie ik woorden anders dan u ze ziet. Ik ben dyslectisch. Ik zie eerder vormen dan woorden. Ik moet een tekst eerst tien keer lezen voor ik zeker ben wat er staat. En als ik iets schrijf, staat het vol spelfouten, ook in mijn gedichten dus. Maar die spelfouten gaan gewoon mee in mijn kunst. Mensen verstaan wat ik bedoel. Bij mij geen verborgen agenda.” Dat was wel anders voor de mensen die Delphine Boël ontmoette toen ze pas vanuit Londen terug naar België kwam in 2003. Wat ze niet wil uitspreken en waarover ze het niet wil hebben: dat was midden in de mediaheisa rond het vermeende vaderschap van koning Albert II. “Ik ben samen met mijn echtgenoot Jim teruggekomen omdat ik mijn kinderen in België wilde krijgen. Het was heftig toen en er gebeurde veel. Ik had wat werken gemaakt over hoe ik België zag. Als een toerist zocht ik naar een galerij die mijn kunst wilde tonen. Ik dacht: ik zoek een galerij met Franse roots, die zullen me niet in een hoekje duwen.”
Vulgair en afschuwelijk
“Had ik me daar misrekend, zeg. Die galerijhoudster – ze was overigens dronken – noemde mijn werk vulgair, verschrikkelijk, afschuwelijk en schreeuwerig. Ik zou het nooit maken. In een adem vertelde ze me wat kunst dan wél was. Ze kende een fotograaf die de armoede in New York was gaan fotograferen op oude filmpjes. Terug in Brussel waren die filmpjes allemaal beschadigd. De galerijhoudster heeft de blanke film tentoongesteld, want dat was pas ware kunst, vond ze. Ik dacht: dat mens is zo vol blabla.” “Ik voelde me wel rot door haar geraas en kon die nacht niet slapen. Beneden nam ik een mooi vel geschept papier en ik begon het vol te kriebelen met het woord blabla, tot mijn hand er pijn van deed. De volgende dag stapte een vriendin binnen, een advocate met een groot hart voor kunst. Ze vond mijn nachtelijke werk prachtig. Zo is blabla ontstaan. Door iets destructiefs om te buigen in iets creatiefs, iets dat opbouwend is.” “Weet je, roddels kunnen zo vernietigend zijn, zeker als ze niet waar zijn. Ik begrijp niet waarom mensen die holle frasen hanteren. Vervelend, toch? Als ik een probleem heb, zal ik dat oplossen in plaats van er met vriendinnen over te gaan praten. Stop toch met klagen, stop de roddels en gebruik woorden om creatief en opbouwend te zijn, om lol te trappen. Al realiseer ik me dat er veel over me werd gepraat. Dat was raar, omdat ik dat niet kende.”
Krakende verf
Ze kijkt even weg naar een werk in zwart-wit. Het is wat moeilijk voor te stellen dat deze dame zulke donkere werken aflevert. Haar overall is een kunstwerk op zich, waarin heldere, ongemengde kleuren de hoofdrol spelen. Soms – als ze zich verzet op haar plooistoeltje – kraakt de verf in haar schoot een beetje. Ze gaf ons een uur, want ze had een afspraak met haar mama naast de deur. Maar Delphine is opgeruimd en gul met haar tijd. Ze praat over een vriendin in Afghanistan, die er met Delphines kunstige sjaal rondloopt met daarop de woorden Love Life. “Het is daar echt oorlog, hé. Verschrikkelijk. Maar tegelijk vind ik het zeer opwindend als ik die sjaal om iemands schouders zie.”
“Kleding is een identiteit. Net zoals een servies iets vertelt over jouw identiteit. Als je mensen ontvangt is wat je op tafel zet ook een deel van je identiteit. Dat geeft me wel een kick, geef ik
toe. Zo word ik een deel van het leven van de persoon die mijn servies gebruikt.”
Dat servies is er bijna toevallig gekomen. Delphine Boël leerde het merk Serax kennen via Anita Le Grelle, die al meerder serviezen heeft ontworpen. “Ik zag het meteen zitten. In mijn teksten lees je over mijn gevoelens, ik stel mezelf in vraag. En woorden kunnen je maken of kraken.”
Iedereen een Delphine
“Daarbij komt dat niet iedereen een kunstwerk van mij kan bezitten. Een servies maakt dat wel mogelijk. En het is een perfect middel om met de mensen te delen wat ik voel. En dat drie keer per dag.” Bij het binnenkomen, zagen we drie schoolbordjes onder elkaar tegen een muur. Daarop in verschillende handschriften: I Love Jim, I Love Delphine en I Love Josephine + Oscar. “Dat je die bordjes hebt opgemerkt”, lacht ze. “Ik heb ze gekregen toen we hier kwamen wonen en ik zwanger was van Josephine. Daarom staat Oscar erbij in een ander handschrift. Die kwam later.” Toch passen deze paneeltjes perfect bij haar werk rond het woord love, waaraan ook een servies is gewijd. “Ik ben pas een jaar geleden aan die reeks begonnen. Ik ben niet meer zo jong. Dan begin je vrienden te verliezen. Onlangs nog bezweek een neef aan kanker. Op zo’n moment word je je bewust van de liefde om je heen. Toch vinden we dat vaak maar gewoontjes. Daarom moeten we onszelf steeds herinneren aan de liefde, het is geen gewoonte.”
“En kijk: dat gebeurt door dit servies. Prachtig toch, dat ik er op de mooiste momenten van mensen hun leven gewoon bij kan zijn? Ik zal erbij zijn als ze zich amuseren en via mijn werk zal ik deel uitmaken van de gesprekken. Dat geeft me voldoening.”
Het servies wordt verpakt in satijnzachte witte dozen met gouden opschrift Delphine, The Art of Dining. “Die titel is er zo uit gerold”, geeft Delphine toe. “Het gaat over de manier waarop je eet. Dat blijft een belangrijk moment. Het is de plek waar mijn kinderen het meeste meekrijgen. Met taallessen moeten ze niet bij ma- ma zijn, dat weten ze. Maar het tafelgebeuren is zéér belangrijk. Daar wordt verteld, gefilosofeerd en geapprecieerd.”
JOHAN VAN BAELEN
In de winkels vanaf april. Koppen kosten tussen 18,50 en 21,60 euro, de grootste schaal kost 142,80 euro. www.delphineboel.com, www.serax.be.