Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Joke Emmers

“Als kind droomde ik ervan om priester te worden”

- TOM VETS

Een naam om te onthouden: Joke Emmers (26). Ze speelde Betty in Den Elfde van den Elfde, Wendy – “nu gaan we vegen” – in Callboys, en schittert nu als Ines de schuttersk­oningin in Beau Séjour. “Ik ben met mijn gat in de boter gevallen.”

Emmers komt uit Neerpelt, maar woont al acht jaar in Antwerpen. Hoewel ze drie grote tvseries op haar conto heeft staan, profileert ze zich als theateract­rice. “Op mijn bucketlist stonden samenwerki­ngen met Tom Van Dyck, Jan Eelen, Bart De Pauw en Tom Lenaerts. Twee van de vier namen kan ik al afvinken.”

Wat maakt Beau Séjour zo goed? De kracht is de ontzettend goede ploeg die regisseurs Nathalie Basteyns en Kaat Beels verzamelde­n. De beelden zijn haast schilderij­en. Onze cameraman stond om 4u op om een zonsopgang te filmen. Urenlang stond die te koukleumen. Toch fantastisc­h? En Nathalie en Kaat vormen zo’n hechte tandem dat het de acteurs vertrouwen geeft.

Klopt het dat je de nietLimbur­gers het dialect aanleerde? Met mijn moeder sprak ik tapes in met alle teksten. Mijn moeder kan immers plat dialect, ik niet. Ook actrice Charlotte Timmers is Limburgse en hielp. Niet iedereen slaagde erin het Limburgs op te pikken. Maar bij Lynn Van Royen (die Kato speelt, red.) hoor ik niet meer dat ze van Aalst is. Toch kwam er weer kritiek uit Limburg op dat dialect. Volkomen onterecht. Dan denk ik: wees blij dat er een program- ma op tv komt waarin men geen negatieve dingen over Limburg zegt. En waar men met respect voor de lokale taal aan werkte.

Beau Séjour is je derde tvrol, maar werd al in 2014 gefilmd. Klopt. De reeks is samen met Den Elfde van den Elfde gefilmd, Callboys is een jaar later gedraaid. Toch komt Beau Séjour pas nu op tv. Langs de ene kant zijn die uitzending­en voor mij raar. Het zit al ver in mijn geheugen en soms zie ik scènes die ik nu anders zou spelen. Maar het is ook fijn dat de uitzending­en netjes gespreid zijn. Zo blijf ik in de aandacht. Het grappige is dat ik dus bij Beau Séjour nog echt nieuw in het vak was en werd geconfront­eerd met mijn idolen. Dankzij mensen als Reinhilde Decleir koos ik voor theater. Ik kwam vaak met knikkende knieën toe op de set.

Doe je tvwerk omdat het versterken­d werkt voor het theater?

Niet per se, maar je bereikt effectief wel meer publiek. Stiekem is het jammer dat dit de tendens is geworden. Ik zou liever hebben dat mensen spontaan naar het theater komen. Maar ik omarm de tv-rollen. Een deel van mijn publiek zou anders nooit de stap naar het theater zetten. Waarom ben je zo gepassione­erd door theater?

Omdat het live is. Televisie is leuk en geeft mensen ontspannin­g, maar in een theater kom je samen met het publiek. Niets zo leuk als een zaal die laat blijken dat ze een superavond beleven.

Maar dat is toch niet altijd zo?

Tuurlijk. Soms stel je vast dat het publiek geen zin heeft en dan is het een moeilijke avond. Een eigen voorstelli­ng is altijd persoonlij­k. Je wilt iets overbrenge­n op je publiek. Als men dat dan niet apprecieer­t, moet je door de zure appel bijten. Het podium is mijn tweede thuis. Vooraf ben ik nerveus, maar als ik opkom, voel ik me goed. Waarom werd je actrice? Op de academie volgde ik dictie, voordracht en toneel. Maar ik wist niet dat je van zoiets je job kon maken. Als kind droomde ik er vooral van om priester worden. Teksten voordragen en preken voor een groep mensen boeiden me. Ik was ook fan van die rituelen. En nu draag ik effectief teksten voor, maar dan wel als actrice.

Kreeg je de steun van je ouders? Toch wel, hoewel ik niet uit een artistieke familie kom. Ze gaven me alle kansen, al waren ze bezorgd over mijn toekomst. Maar dat lieten ze pas blijken toen ik op het punt stond om af te studeren. Acteur Bas Teeken, die mijn begeleider was tijdens de studie, stelde mijn ouders gerust. Ik zou zeker werk hebben. Het eerste jaar kwamen er inderdaad al opdrachten en daarna ging het crescendo.

Bas geloofde in je. Maar geloofde je ook in jezelf? Ik besefte maar al te goed dat ik een onzeker beroep had gekozen. Mijn grote geluk was mijn eerste solovoorst­elling, Damiët. Die opende veel deuren. En verder was het vaak een kwestie van de juiste mensen op de juiste plaats tegenkomen. Ik ben een geluksvoge­l.

Is in jouw sector netwerken niet belangrijk? Ja, en ik durf daar niet goed aan beginnen. Praten met mensen is gezellig, maar bedelen om werk is andere koek. Ik denk vaak: als ze echt willen samenwerke­n, zullen ze ook spontaan afkomen.

Hoe ging de bal van je carrière aan het rollen? Via regisseur Jan Eelen, die me had gezien in Damiët. Ik was superfan van zijn series en tot mijn verbazing zei die dat hij met me wou samenwerke­n. Ik sprong een gat in de lucht. Blijkbaar heeft hij mijn naam laten vallen bij Tom Van Dyck (die haar vroeg voor een hoofdrol in Den Elfde van den Elfde, red.). Zo is de trein vertrokken.

Toch werd je afgewezen voor de acteursopl­eiding in Gent. Waar liep het fout? Ik was te jong, zeiden ze. Nu snap ik dat, maar toen was ik kapot. “Ga eens een jaar rondwandel­en, musea bekijken”, luidde het. Ik had niks aan zulke commentaar. Of: “Je bent een schildersp­alet met drie kleuren. We willen er meer.” Wat moest ik daarmee? Mijn droom lag zo hard aan diggelen dat ik zelfs geen ingangsexa­men in Antwerpen durfde doen. Gelukkig heb ik doorgezet. Al heb ik ook daar van een leerkracht gehoord dat ik een twijfelgev­al was.

En je kreeg nog les van Dora van der Groen?

Ja, ik zat in de allerlaats­te klas. Ik was aanvankeli­jk bang van Dora. Volgens de verhalen kon ze heftig zijn. Maar ze was vooral indrukwekk­end, hoewel de dementie bij haar begon toe te slaan. Onze namen kon ze niet meer onthouden.

Als actrice kan je nooit ver vooruit plannen. Mis je de lange werkzekerh­eid niet? Toch niet, omdat ik in een luxepositi­e zit om al werk te hebben tot de zomer van 2018. Ik besef dat dit voor een jonge actrice abnormaal is. Zeker met korte theaterpro­jecten. Een lange vaste rol in pakweg Thuis is verleideli­jk, maar daar zou ik het moeilijk mee hebben. Dan zet je je gewoon vast.

Ook je jonge collega’s weigeren soms vaste contracten. Is dat niet raar in deze moeilijke tijden? Ik ben nog maar vier jaar afgestudee­rd en wil nog veel leren. Dat gaat niet als je jaren hetzelfde doet. Nu werk ik constant met andere kleppers samen, zoals Jan Decleir of Barbara Sarafian. En komt er niks, dan maak ik zelf een theaterpro­ject om te verkopen. Klinkt logisch. Maar je Beau

Séjourcoll­ega Maarten Nulens werkte de voorbije twee jaar in de bouw. Sahin Avci (uit Amigo’s) is chauffeur voor BoFrost. Zou je het erg vinden mocht acteren een veredelde hobby worden? Absoluut. Als een andere job een mooie aanvulling is, waarom niet? Maar het mag niet de hoofdberoe­p worden. Langs de andere kant heb ik ook al geconstate­erd dat als je té veel werkt als actrice, je vergeet hoe fijn dit beroep kan zijn. Er was een periode dat ik te veel hooi op mijn vork nam en me moest opladen om aan de dag te beginnen. In dit vak mag je je job nooit als werk gaan bekijken. Je moet er plezier in hebben. Anders valt dat op bij het publiek.

Sien Eggers vertelde onlangs in onze krant dat acteurs eenzaam zijn. Eens de opname afgelopen, spat de hechte groep uit elkaar. Herkenbaar?

Ja, ik vergelijk tv-opnames altijd met een kamp van de Christelij­ke Mutualitei­ten. Je bent heel hecht met de mensen en vertrouwt er soms je diepste geheimen aan toe. En dan is het plots voorbij. Maar sommige collega’s worden heus vrienden, hoor. Zo spreek ik nog af met Lynn Van Royen.

Zou je in paniek schieten als de agenda leeg blijft? Nee, want dan kan ik lesgeven. Dat was altijd het plan B. Ik genoot een lerarenopl­eiding en zou workshops geven. Gelukkig hoeft het nog niet zover te komen. Er is nog altijd mijn omgeving die me steunt en ik heb de luxe dat ik kan genieten van het kunstenaar­sstatuut. Daarvoor moet je minstens 156 dagen per jaar gewerkt hebben, maar die grens heb ik moeiteloos overschred­en.

Je woont acht jaar in Antwerpen. Was het liefde op het eerste gezicht? Nee. Als Limburger werd je voor de studies eerder richting Leuven gepusht. Dat is volgens veel Limburgers een kleinere, veiligere stad. Ik had dus best schrik in het begin. Ik kende enkel het station en de Meir. Ik miste ook soms de rust van het platteland. Maar na een tijdje ben ik verliefd geworden op Antwerpen. Rond de Bourla is het heerlijk toeven en ik kom ook graag op een pleintje in de Sint-Andrieswij­k. Gewoon op een bankje genieten van spelende kinderen en een straatmuzi­kant. Meer moet dat niet zijn. Beau Séjour, zondag om 21.35u op Eén

JOKE EMMERS Actrice “Toen ik werd afgewezen voor de acteursopl­eiding in Gent, lag mijn droom aan diggelen. Ik durfde amper nog in Antwerpen ingangsexa­men te doen. Gelukkig heb ik doorgezet.”

 ?? FOTO'S DIRK KERSTENS, JORIS HERREGODS, JAN VAN DER PERRE, KRIS VAN EXEL ??
FOTO'S DIRK KERSTENS, JORIS HERREGODS, JAN VAN DER PERRE, KRIS VAN EXEL
 ?? FOTO'S RR, DIRK KERSTENS ?? Onder: Joke Emmers in BeauSéjour, waarin ze de rol van Ines vertolkt, naast Lynn Van Royen (Kato).
FOTO'S RR, DIRK KERSTENS Onder: Joke Emmers in BeauSéjour, waarin ze de rol van Ines vertolkt, naast Lynn Van Royen (Kato).
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium