Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ze noemden ons engelen”
Reddingswerkers vinden twee groepjes overlevenden in door lawine verwoest hotel in Italië
De mensen die in het hotel in het Italiaanse Farindola zaten toen dat bedolven werd onder een verwoestende lawine, hadden geen overlevingskans meer. Maar vrijdagmiddag gaf een groepje van vijf toch een teken van leven. Naar hen waren de reddingswerkers gisteravond nog koortsachtig op zoek. Zes anderen werden bevrijd. “Ze vielen in onze armen. Het was alsof ze herboren waren.”
Onder applaus en gejuich zijn vrijdagnamiddag een moeder en haar zoontje als eersten van onder het puin van hotel Rigopiano gehaald. Beiden stelden het relatief goed. Reddingswerkers hadden ’s nachts rook waargenomen van een kachel die op de zolderverdieping was blijven branden, maar door nieuw lawinegevaar moesten ze hun reddingsoperatie gedurende vijf uur staken. Vrijdagmorgen werd de zoektocht hervat. De brandweer baande zich een weg door het puin en de massieve pakken sneeuw naar het dak en hoorde daar stemmen. Daarop werd een boorgat gemaakt naar de nauwe ruimte onder het dak, waar de zes al meer dan 40 uur wanhopig op redding wachtten. “Ze vielen in onze armen en noemden ons engelen. Hun gezicht sprak boekdelen. Ze waren zo gelukkig. Het was alsof ze herboren waren”, zei reddingsexpert Marco Bini van de politie. Een vrouw en een jongetje werden als eersten door een nauw mangat naar boven geholpen en in thermische folie gewikkeld en per helikopter naar een ziekenhuis afgevoerd. Als bij wonder bleek het om de echtgenote en de zoon te gaan van Giampiero Parete, een van de twee mannen die aan de ramp ontsnapt waren. Toen de lawine naar beneden donderde, was hij net naar buiten gegaan om medicatie uit zijn wagen te halen. Zijn zesjarige doch- tertje Ludovica is de enige van het gezin die nog vermist is.
Ook in het Italiaanse stadje Osimo in de provincie Ancona werd uitgelaten gereageerd toen bekendraakte dat agent Domenico Di Michelangelo (41), zijn echtgenote Marina Serraiocco (37) en hun zoontje van zeven ongedeerd waren. De slachtoffers waren niet levensbedreigend gewond, maar wel onderkoeld. De redding van de zes gaf de reddingswerkers nieuwe hoop en energie. Kort daarop slaagden ze erin contact te leggen met een tweede groepje met vijf overlevenden.
Grote opluchting
Het was met veel vertraging – door de versperde wegen en de aanhoudende sneeuw – en met de moed der wanhoop dat de reddingswerkers aan hun race tegen de tijd begonnen waren. Voor de slachtoffers in hotel Rigopiano die in een pak sneeuw gevangen zaten, was er in principe geen overlevingskans meer, maar reddingswerkers hoopten dat sommigen beschutting gevonden hadden of gevangen zaten onder ingestorte plafonds. Dat bleek tot ieders opluchting het geval te zijn. Zeker is dat twee mensen aan de ramp ontsnapten en dat twee lichamen geborgen werden. Als ook het tweede groepje van vijf levend van onder het puin geraakt, komt het aantal overlevenden op elf. Minstens twintig mensen zouden nog vermist zijn. WILLY DE BUCK