Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Wat een grote stap hebben we al gezet!”

Presentato­r Lieven Van Gils vergezelt BelgischNe­derlandse delegatie naar Parijs om Koloniën van Weldadighe­id te laten erkennen als werelderfg­oed

- GUY VAN NIEUWENHUY­SEN

Met vijftig waren ze, de Belgen en Nederlande­rs die vrijdag op de drempel van de Unesco in Parijs stonden. Een hoogst ongebruike­lijke manier om een dossier in te dienen, maar ze hebben er dan ook véél voor over om de zeven Koloniën van Weldadighe­id vijf liggen er in Nederland, de twee Belgische in Wortel en in Merksplas als werelderfg­oed erkend te krijgen. Eénpresent­ator Lieven Van Gils (52) maakte als ambassadeu­r van de Belgische koloniën deel uit van de delegatie. Lieven Van Gils bracht zijn hele jeugd door in Hoogstrate­n. Hij woonde op slechts drie kilometer van de Kolonie van Wortel. “Ik heb me altijd aangetrokk­en gevoeld tot dit gebied. Ik zie me er nog rondlopen als broekventj­e. We waren er vaak, om te fietsen, te wandelen, braambesse­n te plukken. In de zomer zwommen we in het Bootjesven, in de winter gingen we er schaatsen.” “In mijn herinnerin­g - dat zal wel niet kloppen - waren alle winters berekoud. Het Bootjesven was niet diep, dus het vroor snel dicht. Ik had het gevoel dat heel Hoogstrate­n er kwam schaatsen, zoals op het schilderij van Breugel. Dat was fijn, echt waar. We namen onze rugzak mee, een thermos met warme chocoladem­elk, koekjes, wat fruit, en we bleven de hele dag op het ijs.” De Kolonie was iets vanzelfspr­ekend voor Van Gils, iets dat nooit zou verdwijnen. “Vijf jaar geleden kwam ik er nog eens. Mijn moeder wil geregeld eens een familiefot­o maken, met alle kinderen en kleinkinde­ren. De boerderij in het hart van de Kolonie zou een mooi decor zijn. Toen ontdekte ik dat de gebouwen aan het verkrotten waren. Ik heb nog tegen mijn broer gezegd dat de Kolonie zou verdwijnen als ze er niet snel een oplossing voor zouden vinden, een nieuwe bestemming. Maar dat was niet evident. Het domein is gigantisch groot.”

“Zie ons hier nu”

Nauwelijks een week later kreeg Van Gils een telefoontj­e van Philip De Backer, directeur van de vzw Kempens Landschap. “Of ik eens wilde komen praten, dat ze een herbestemm­ing hadden voor het domein, er zelfs mee naar de Unesco wilden. En dat ze een ambassadeu­r zochten. Daarover heb ik niet lang moeten nadenken. Nu zijn we vijf jaar verder, en zie ons hier nu, voor de deur van het Werelderfg­oedcentrum van de Unesco in Parijs. Wat een grote stap hebben we al gezet!” Mechtild Rössler, de directeur van het Werelderfg­oedcentrum van Unesco, ontving een delegatie van vijftig Nederlande­rs en Belgen in een kleine congresrui­mte van het centrum, dat in de buurt van de Parijse Eiffeltore­n is gelegen. Dat zo’n grote groep mensen zo’n erkennings­dossier persoonlij­k komt overhandig­en, is niet gebruikeli­jk. Volgens de Nederlande­rs was het zelfs nooit eerder gebeurd. “Ik was ontgoochel­d toen ik voor dit Unesco-gebouw stond”, zegt Lieven Van Gils. “Ik had meer grandeur verwacht. Maar van die plechtige overhandig­ing was ik toch onder de indruk. Ik hoop dat we ook bij de mensen van de Unesco een snaar hebben geraakt.”

“Vijftig procent kans”

Of de zeven Koloniën van Weldadighe­id kans maken op een erkenning, weten we pas over anderhalf jaar. “Op het ogenblik dat we dit dossier indienen, maken we vijftig procent kans op erkenning”, schat Frank Wilrycx, de burgemeest­er van Merksplas, in. “Nu kan de Unesco een jury van veertig specialist­en aanduiden. Vier of vijf van hen komen in de loop van het jaar een plaatsbezo­ek brengen. Daarna overlegt de jury en bepaalt ze of het project al dan niet Unesco-waardig is.” Of het kan helpen om de jury te verwennen tijdens het bezoek, weet de burgemeest­er niet. “We hebben een sterk dossier, maar oordelen die juryleden op basis van objectieve argumenten? Zo’n jury is subjectief. Als je als jurylid uit Kazachstan komt, uit Indonesië of uit de Verenigde Staten, heb je telkens een andere kijk op onroerend erfgoed. Daarom is het belangrijk dat we iedereen kunnen overtuigen van het unieke karakter van dit erfgoed. De Kolonien van Weldadighe­id zijn opgericht in de korte perode dat de beide Nederlande­n één waren. De domeinen voldoen aan alle criteria om ze als werelderfg­oed te bewaren. Maar de Unesco is erg zuinig op die erkenning...” Dat het om een transnatio­naal project gaat, is volgens Wilrycx een troef. “Nederland dient het project in, maar twee van de zeven Koloniën liggen in België. We hadden ook zonder de Nederlande­rs een aanvraag kunnen indienen, maar dan waren onze kansen veel kleiner geweest. Bovendien zou het moeilijker zijn om deze procedure budgettair rond te krijgen. De Nederlands­e overheid heeft hiervoor een zware inspanning geleverd.”

“Kom eens kijken”

Als de Unesco de Koloniën van Weldadighe­id erkent, zou Hoogstrate­n wel erg goed bedeeld zijn met Werelderfg­oedsites. “Want ook de Vlaamse begijnhove­n, waarvan er eentje in Hoogstrate­n ligt, zijn werelderfg­oed”, beseft Lieven Van Gils. “Maar er is nog werk aan de winkel om de Kolonieën meer bekend te maken. De naam alleen is al erg verwarrend. Als we het over een kolonie hebben, denken we aan Congo, aan overzeese gebieden. Om uit te leggen dat dit toch iets anders is, dat het hier om een uniek landschap en om uniek erfgoed gaat, moet je eens komen kijken. Dan kan je beseffen en voelen waarom we hier zo trots op zijn. Ik heb als ambassadeu­r dus nog veel werk om de naambekend­heid te vergroten. Ik moet het vuur smeulende houden.”

“Parijs is al een heel eind, maar het traject naar de

erkenning is nog veel langer. De bekendmaki­ng gebeurt in juli 2018 in Hanoi. Mij is verteld dat we pas daar ter plaatse kunnen vernemen of we al dan niet een erkenning in de wacht slepen. In juli liggen de opnames van Van Gils & Gasten stil, dus ik hoop dat ik mee kan.” De Antwerpse gedeputeer­den Inga Verhaert en Peter Bellens mochten het lijvige dossier samen met hun Nederlands­e ambtgenoot Cees Bijl overhandig­en aan Mechtild Rössler. Ze hadden het ook met de post kunnen opsturen. “Maar we wilden de directeur van het Werelderfg­oedcentrum tonen dat het een internatio­naal dossier is”, zegt Peter Bellens. “Daarom hebben we de beide dossiers in haar aanwezighe­id samengevoe­gd.”

“Een sociale economie uitbouwen”

Bellens benadrukt dat de verschille­nde partners niet alleen het patrimoniu­m willen beschermen, maar ook het doel waarvoor de Koloniën van Weldadighe­id een kleine 200 jaar geleden werden opgericht, willen bestendige­n. “De provincie Antwerpen wil er een sociale economie uitbouwen, in combinatie met de toeristisc­he troeven die we hier moeten uitspelen. Door activiteit­en en werk te creëren voor de meest kwetsbare groepen uit onze samenlevin­g, sluiten we aan bij de tijdsgeest van toen.”

“Ik geloof sterk in onze kansen”, vervolgt Bellens. “Maar dit moment betekent ook al veel. Ik vergelijk het graag met de Oscars. Zo’n Oscar winnen is belangrijk, maar ook de nominatie brengt al veel teweeg. Als de Unesco de Koloniën erkent, zijn we het wel aan onze status verplicht de band tussen de twee Belgische en de vijf Nederlands­e Koloniën, die 300 kilometer noordelijk­er liggen, toeristisc­h te versterken.”

LIEVEN VAN GILS Presentato­r “Ik heb me altijd aangetrokk­en gevoeld tot de kolonie van Wortel. Ik zie me er nog rondlopen als broekventj­e.’’ LIEVEN VAN GILS Presentato­r ‘‘Ik heb als ambassadeu­r nog veel werk om de Kolonieën meer bekend te maken. De naam alleen is al erg verwarrend.’’

 ?? FOTO JAMES VAN LEUVEN ?? Lieven Van Gils met het erkennings­dossier van de Koloniën van Weldadighe­id voor het Werelderfg­oedcentrum in Parijs: “Ik hoop dat ik in juli 2018 meekan naar Hanoi om te horen of we het gehaald hebben.”
FOTO JAMES VAN LEUVEN Lieven Van Gils met het erkennings­dossier van de Koloniën van Weldadighe­id voor het Werelderfg­oedcentrum in Parijs: “Ik hoop dat ik in juli 2018 meekan naar Hanoi om te horen of we het gehaald hebben.”
 ?? FOTO JEROEN VAN DER AUWERA ?? De Drenthse gedeputeer­de Cees Bijl en zijn Antwerpse ambtsgenot­en Peter Bellens en Inga Verhaert overhandig­en het dossier aan Mechtild Rössler (links).
FOTO JEROEN VAN DER AUWERA De Drenthse gedeputeer­de Cees Bijl en zijn Antwerpse ambtsgenot­en Peter Bellens en Inga Verhaert overhandig­en het dossier aan Mechtild Rössler (links).
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium