Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Weggelopen

Freelancej­ournaliste Janine Meijer woont met Victor (9) en C ecilia (5) in een groot huis in Wilrijk. Sinds eind juni huurt Abdul Rachman Hotak, een 19jarige jongen die de oorlog in Afghanista­n ontvluchtt­e, twee kamers op de benedenver­dieping. Omdat deze

- JANINE MEIJER

Nu zijn vriend vertrokken is, kan Abdul maar moeilijk zijn draai vinden. Hij klaagt over pijn in zijn borst. Pijn die vooral ’s nachts komt opzetten. Als het stil en donker is in zijn kamer. Het voelt alsof iemand met een mes in zijn hart kerft. Er komt een nieuwe vriend logeren, maar die moet na een paar dagen weer naar zijn eigen huis. Ik regel een afspraak bij de dokter. Het helpt weinig. Abdul blijft er mager en grauw uitzien. Hier helpen geen medicijnen tegen, bedenk ik me. Het zijn de herinnerin­gen aan een barre tocht. En het verdriet van afgesneden te zijn van alles wat hem lief en vertrouwd is. Nadat we Abdul een hele week niet hebben gezien, gaan we hem opzoeken in het restaurant waar hij werkt. Nog voor we de deur hebben opengeduwd, komt hij op ons af. Een geruite broek en een grote witte koksmuts op zijn hoofd. De kinderen vliegen hem in zijn armen. Zijn shift als keukenhulp zit erop en Abdul schuift bij ons aan tafel. In het midden van het restaurant staat een gigantisch­e tafel vol schalen. Kippenbout­en, zalmmoten, salades, groenten… Maar ook ijs, roomsoesje­s, taarten en een draaiende toren waar de chocolade van boven naar beneden druipt. “Net als in Sjakie en de chocoladef­abriek”, roept Victor en- thousiast en duwt zijn vinger in de bruine brij.

“Dit is het buffet”, legt Abdul trots uit. Hij sliep de afgelopen week bij een vriend en ziet er al een stuk beter uit. “Ik moet zorgen dat alle schalen steeds gevuld zijn. Je mag hier zoveel eten als je zelf wilt.” “Vind je het niet gek dat hier zo veel eten is en jouw familie in Afghanista­n honger heeft?”, vraag ik gegeneerd. “Ik ben er al aan gewend”, bekent Abdul. “De eerste keer dat ik hier kwam, wist ik niet wat ik zag. Sommige mensen scheppen hun bord vol, maar eten er nauwelijks van. Dan moeten we alles weggooien. Dat is zonde. Ik zou willen dat ik wat fruit naar mijn moeder kon sturen.” De kinderen rennen op en neer naar een automaat waar je met een grijper goedkoop speelgoed kunt uitvissen. Er valt een glas drinken over tafel. Cecilia glijdt uit over een platgetrap­te friet en Victor maait met zijn mouw door de ketchup. Na een uurtje heb ik het wel gezien. “Kom jongens, we gaan weer naar huis”, zeg ik. “Ga jij ook mee?”, vraagt Victor aan Abdul. “Ja natuurlijk”, zegt hij breedlache­nd. Onderweg in de auto zingen de kinderen uit volle borst mee met een cd van Kareltje en Sjonnie. Abdul leunt ontspannen achterover. Ik doe de garagepoor­t open en rijd de auto naar binnen. “Thuis”, zegt mijn zoon. En dan tegen Abdul: “Niet meer weglopen, anders komen we je weer halen.”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium