Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Koen was de koning van de bowling”
Westerlo kan zaterdag tegen Oostende een grote stap richting behoud zetten en heeft dat voor een groot deel te danken aan Koen Van Langendonck. Zijn foutje tegen Charleroi was een accident de parcours, tegen Club Brugge krabbelde hij terug helemaal recht. Wij trokken samen met Jochen Janssen en oudkeeperstrainer Patrick Creemers naar het veldje waar het voor hem allemaal begon: Bocholt VV.
Het verleden van Koen Van Langendonck wordt gekoesterd in Bocholt. De Westelse kapitein is voor de club uit de tweede amateurreeks dan ook een ideaal uithangbord: fanatiek, bescheiden, beleefd en een trainingsbeest. Een beetje de ideale schoonzoon op noppen dus. Iedereen die we spreken over de 27-jarige doelman schetst het perfecte plaatje.
“Samen met de betreurde Kurt Vangkompel ( ex-KV Mechelen en Ant
werp, red.) is hij de enige speler van Bocholt die het tot het hoogste niveau heeft geschopt”, vertelt Rik Stephani, secretaris en al 25 jaar betrokken bij de Limburgse club. “Begonnen bij de preminiemen en doorgestoten tot de eerste ploeg. Mooier kan het niet.”
Jochen Janssen (ex-Westerlo en Club Brugge) maakte de evolutie van Van Langendonck van dichtbij mee. De voormalige topschutter van de Kemphanen deelde in Bocholt twee jaar lang de kleedkamer met de Westelse goalie. “Op zijn achttiende was hij al een voorbeeld. Zijn enorme gedrevenheid en doorzettingsvermogen vielen meteen op. Dat viel goed bij de oudere jongens, waaronder Culek, De Condé en ikzelf. Wij stonden meteen achter hem. Op training kon je hem niets verwijten. Geen moment liep hij de kantjes eraf. Pakte hij een bal, dan was hij superenthousiast. Kreeg hij een goal binnen, dan had hij het daar moeilijker mee. Maar geloof me, het was een uitdaging om op training tegen hem te scoren.”
Gebeurde dat net iets te veel, dan had keeperstrainer Patrick Creemers een ludieke straf voor hem in petto. “Dan moest hij een spurtje trekken
naar de cornervlag en terug. Of een paar koprollen doen”, verklapt de huidige keeperstrainer van de nationale ploeg onder 19. “Dan stonden wij daar allemaal te lachen, maar Koen deed het met veel overgave. Het typeert zijn karakter. Bij andere doelmannen had ik dat niet moeten doen.”
Verrast dat Van Langendonck het nu zo goed doet tussen de palen van ’t Kuipje, is niemand. “Hij was misschien niet de meest verfijnde doelman, maar je zag toen al dat hij kwaliteiten had voor het hoogste niveau”, herinnert Janssen. “Zijn positionering en voetenspel was heel goed.” Creemers: “Hij voetbalde heel goed mee. Als we onderling een partijtje speelden, was hij er graag bij. We grapten zelfs dat hij de nieuwe Neuer was.”
Wat Janssen wel verbaast, zijn de twijfels bij hoge ballen. Tegen STVV en Charleroi ging Van Langendonck twee keer in de fout, één keer met fatale gevolgen. “Als er vroeger een hoge bal voor doel werd gegooid, konden we op onze beide oren slapen. Koen plukte die wel uit de lucht. Misschien is het een vertrouwenskwestie. Bij Beerschot is hij zo een paar keer in de fout gegaan. Die transfer naar het Kiel heeft hem op dat vlak geen goed gedaan.”
De jonge Van Langendonck was mentaal soms nog wat broos, weet Stephani. “Ik herinner me nog een wedstrijd in Hamme. “Aan de rust stonden we 3-0 voor, maar daarna gingen er twintig supporters van de tegenstander achter zijn doel staan. Ze probeerden hem wat te jennen, het werd nog 3-2. Vandaag zie je dat hij in zijn hoofd veel sterker is geworden. Dat heeft alles met vertrouwen te maken.”
Creemers sluit de terugkeer naar Van Langendoncks roots af met een leuke anekdote. “Koen was niet alleen op een voetbalveld goed met ballen, ook op de bowlingbaan stal hij de show. Hij was de koning van de bowling. Er durfde wel eens een bal in de goot belanden, maar meestal pakte hij uit met een strike. Het voordeel van de handen bij een doelman.”