Gazet van Antwerpen Stad en Rand
151 hoekschoppen, maar niet één t egendoelpunt
WaaslandBeveren slikte dit seizoen nog geen enkel tegendoelpunt op corner. Een opmerkelijke statistiek voor een ploeg uit de onderste regionen. Geluk of een uitgekiende strategie?
Waasland-Beveren kreeg dit seizoen maar liefst 151 (!) hoekschoppen tegen, het vierde meest van alle eersteklassers. Maar op die 151 hoekschoppen incasseerden ze nul tegendoelpunten. Een uiterst opmerkelijke statistiek voor een ploeg uit de onderste regionen van het klassement. Ook Lokeren incasseerde dit seizoen nog geen doelpunt uit corner, maar kregen er wel een kleine 40 corners minder te ver- werken. Waasland-Beveren hanteert een mix tussen zoneverdediging en mandekking, waarbij iedereen op voorhand weet wat hij exact moet doen. Hebben de OostVlamingen gewoon veel geluk gehad of schuilt er een bijzondere strategie achter hun verdedigingsmethode? Wij spraken met de zoneverdediger, een mandekker en de man aan de paal.
Zinho Gano: de zoneverdediger
Centrumspits Zinho Gano keert steevast bij iedere corner gedisciplineerd terug naar de eigen rechthoek. De boomlange Gano staat altijd in de eerste zone van de kleine backlijn gepositioneerd. “Ik ben de grootste speler van de ploeg”, verduidelijkt Ga- no. “Als je al over mij moet geraken, moet je al heel hoog trappen. Ik heb er alvast al heel veel weggewerkt. Onze keeper moet in principe niet letten op die eerste zone. Hij kan zich dus concentreren op de tweede zone. Alle ballen die over mij vliegen, zijn in principe voor hem of één van de mandekkers.” Een geheim is er volgens Gano niet, alleen hard en veel werken. “Elke week opnieuw oefenen we op corners. Dat is niet altijd even leuk, maar het loont wel.”
Ibrahima Seck: de mandekker
Controlerende middenvelder Ibrahima Seck verzorgt samen met vier ploegmaats de man-op-mandekking. “Voor aanvang van de wedstrijd weet iedereen wie hij moet dekken”, vertelt Seck. “Dat is niet volgens grootte, maar volgens kopbalsterkte.” Een geheim is er volgens Seck ook niet. “Eerlijk? Een hoekschop verdedigen gaat gewoon over concentratie en gemoedstoestand. Iedereen moet uiterst geconcentreerd zijn. Met de lengte die wij in onze ploeg hebben mogen we normaal gezien geen tegendoelpunt op corner incasseren. Maar zeg nooit nooit. De competitie is nog niet over en ik hoop dat we laatste wedstrijden van het seizoen geen tegendoelpunt meer pakken op corner.”
Francois Marquet: de man aan de paal
Francois Marquet mag dan wel de kleinste speler van Waasland-Beveren zijn toch
heeft de middenvelder, afhankelijk van zijn startpositie, een belangrijke rol in de verdediging van hoekschoppen. Bij een indraaiende corner is hij meestal te vinden aan de eerste paal, bij een uitdraaiende corner aan de grote backlijn. “Bij een indraaiende corner is er immers meer gevaar aan de eerste paal”, stelt Marquet. “Wanneer ik op de nummer 10-positie speel, verdedig ik het halve maantje. Bij een kort genomen hoekschop ben ik de eerste die uitstapt.” Het geheim is volgens Marquet het repetitief karakter. “Elke week opnieuw oefenen we op hoekschoppen. Iedereen weet dat we over goed systeem en kopbalsterke spelers beschikken.”