Gazet van Antwerpen Stad en Rand
en prints van 25 jaar geleden
Hij hoort al een kwarteeuw bij de top van de modewereld, maar die 25ste verjaardag vond hij geen reden om te vieren. Een honderdste show, dát wel. Dus werd het defilé van Dries Van Noten (58) op de Parijse modeweek gisteren nog specialer dan gewoonlijk. Met modellen die honderd shows geleden al meeliepen en prints die ook in de beginjaren de catwalk haalden.
Een 135 meter lange tafel,waaraan 500 gasten een diner voorgeschoteld kregen en waarop na het maal zijn collectie werd geshowd. Zo vierde Dries Van Noten in 2004 het vijftigste defilé uit zijn carrière. Het is de lievelingsshow van de ontwerper, zei hij onlangs. Of toch tot nu toe.
Want die van gisteren op de Parijse Fashion Week moet wel zijn nieuwe favoriet zijn. Ter gelegenheid van zijn honderdste show nodigde hij modellen uit die er al van in de beginjaren bij waren. Eén van hen, Kristina de Coninck, was er zelfs 25 jaar geleden al bij, op de allereerste Van Noten-show voor vrouwenmode.
En zo liepen veertigplussers naast zestienjarigen zijn nieuwe collectie te showen. Eén ding hadden de modellen gemeen: allemaal hadden ze ooit al eens in een ontwerp van de Antwerpenaar over de catwalk gelopen. “Het was een hommage aan iedereen met wie hij samenwerkte”, zegt Elle- hoofdredactrice Nica Broucke. “Dankzij de combinatie van jonge en oudere vrouwen heeft hij een sterk vrouwbeeld neergezet. En de muziek maakte het helemaal af. Hij speelde een compilatie van liedjes af die hij in vroegere defilés heeft gebruikt.”
Van Noten is de koning van de print, en zijn favoriete prints heeft hij in zijn nieuwste collectie ‘gerecycleerd’. Al is dat misschien een verkeerd woord, volgens modejournaliste Lut Clincke. “Die prints heeft hij niet klakkeloos gekopieerd. Ze werden nog eens bedrukt met motieven. Over een bloemenprint uit 2006 is nu bijvoorbeeld een grafisch motief gezet, zodat het moderner oogt. Het is herkenbaar, maar niet het
zelfde. Van Noten herhaalt zichzelf nooit. In geen enkele van zijn honderd shows.”
Honderd. Een vrij uitzonderlijk aantal, zegt modekenner Linda Van Waesberge. “Modehuizen zoals Dior of Chanel geraken daar natuurlijk ook makkelijk aan. Maar zij wisselen af en toe van artistiek directeur. Zeldzaam aan Van Noten is dat hij het alleen doet, voor zijn onafhankelijk modehuis. Al zit hij natuurlijk ook al vele jaren in het vak. Vier shows per jaar – twee voor mannen en twee voor vrouwen – doet het aantal hoog oplopen.”
En toch is hij nog elke keer zenuwachtig als hij zijn modellen de catwalk opstuurt. “Je zou denken dat je het na honderd keer wel gewoon bent”, zei Van Noten daar onlangs over in een zeldzaam interview met
The New York Times. “Maar dat geldt niet voor mij. Elke show voelt als de eerste.”
Gras groen verven
Die allereerste show vond plaats in 1992, in een Parijs hotel. Na zes jaar sparen had hij eindelijk genoeg geld om er een te organiseren. “Alles wat fout kon gaan, ging fout. Op de catwalk legden we gras, maar dat zag er bruin uit. Dus moesten we het echte gras overschilderen met groene verf, om het realistischer te maken.”
Sinds die eerste keer is er veel veranderd, merkt Van Noten. “Toen ik startte, liepen modellen glimlachend over de catwalk. Halfweg de jaren 90 stopte dat plots. Accessoires werden ook belangrijker, de front row (de eerste rij naast de catwalk, voorbehou
den voor invloedrijke mensen, red.) werd een ding, modellen werden sterren en shows werden bekend over de hele wereld. En alles is zo veel duurder geworden...”
Zelf is hij weinig veranderd. Aan zijn stijl, waar koningin Mathilde graag al eens mee pronkt, is hij al die jaren trouw gebleven. Bescheiden is hij ook nog altijd: veel interviews geeft hij niet. En na zijn show liep hij gisteren amper 14 seconden het podium op om een buiging te maken.
Al geeft hij het publiek binnenkort wel een inkijk in zijn carrière en privéleven, in de documentaire
DRIES. Voor het eerst liet Van Noten zich volgen door een camera, die van de Duitser Reiner Holzemer. Op 29 maart zien we het resultaat. Na honderd keer op de catwalk, verhuist hij (voor even) naar de cinema.
SILKE REMMERY