Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ongezien experiment
Topploegen organiseren eigen unieke driedaagse wedstrijd in strijd tegen ASO
Een dag volop sprinten, een dag volop klimmen, om te eindigen met een ongeziene achtervolgingswedstrijd annex ploegentijdrit op de weg. Van 2 tot 4 juni vindt in Nederlands Limburg een nieuwe, unieke driedaagse wedstrijd plaats. Uniek door zijn vorm. Maar nog meer door de achtergrond. The Hammer Series is een nieuwe stap van de WorldTourploegen in hun eeuwig gevecht met de courante wedstrijdorganisatoren, ASO op kop.
“Willen we een jongere generatie bereiken, dan moeten we het anders durven aan te pakken. Dit is modern en spreekt mensen over heel de wereld aan.” Patrick Lefevere, manager van Quick-Step Floors, is behoorlijk enthousiast over de nieuwe wedstrijd. En hij zal niet de enige zijn. Toen uw krant vorig jaar bij Tom Van Damme, de Belgische voorzitter van de Wegcommissie binnen de UCI, aanklopte, gaf ook hij aan dat het wegwielrennen wel wat nieuwe ideeën kon gebruiken. Telkens weer die ritten in lijn van pakweg 200 kilometer, het mocht wel eens wat anders zijn. Die boodschap lijkt met The Hammer Series begrepen. “Het wielrennen krijgt vaak de kritiek dat het soms zo saai is”, stelt Marc Sergeant, manager van LottoSoudal. “Zeker in de vlakke ritten. Een hele dag lang kijken hoe het peloton de controle houdt om uiteindelijk een paar seconden spurt te krijgen. Die kritiek wordt met deze wedstrijd gecounterd. De wedstrijd is zo opgevat dat je voortdurend spanning en spektakel krijgt.” Concreet: na elk rondje wordt er gestreden om punten. Is het niet in een snelle spurt – dag één – dan wel bovenop een fikse helling – dag twee. Waarna de ploeg met de meeste punten op dag drie het eerst mag starten in de achtervolgingsrace. Uniek voor het wegwielrennen. Maar helemaal nieuw is het niet. Het is duidelijk dat de organisatie de mosterd heeft gehaald op de piste waar – bijvoorbeeld in de ploegkoers – ook om de zoveel rondjes punten te rapen zijn en waar de man of ploeg die de eindspurt wint niet per definitie ook de eindwinnaar is. Maar dat rondje spieken maakt het enthousiasme bij de ploegen en renners er niet minder groot op. “Het wielrennen moet nieuwe grenzen opzoeken”, aldus Vincenzo Nibali. “Dit gaat het profwielrennen een nieuwe impuls geven.” Of volgens Tim Wellens: “Wielrennen moet een mix van traditie en innovatie zijn. Met dit concept gaan de fans de koers voor het eerst helemaal anders ervaren.” Zelfs Tom Boonen, nochtans al gestopt als de wedstrijd plaatsvindt, was in het persbericht dat de organisatie gisteren verspreidde een en al lof: “Qua spanning en spektakel wordt het wielrennen hier naar een totaal nieuw niveau getild. Ik ben blij voor mijn jongere ploegmaats dat ze dit kunnen meemaken. Korte en snelle races op een gesloten circuit zijn een garantie voor een mooie show.”
Velon
Opvallend al die mooie woorden bij zowat alle ploegen en toprenners, en geen wonder dat de organisatie ze gisteren bijzonder gretig verspreidde, maar toeval is al die lof niet. Het is duidelijk dat de ploegen hun toprenners massaal gemobiliseerd hebben om dit nieuwe initiatief te bejubelen. De organisator achter The Hammer
Series is immers niemand minder dan Velon, oftewel een vereniging van tien WorldTour-ploegen die twee jaar geleden in het leven werd geroepen om commercieel samen sterker te staan. Begrijp: het zijn de ploegen zelf die deze nieuwe wedstrijd organiseren. En de drijfveer is niet ver te zoeken. Al veel langer is het de WorldTour-ploegen een doorn in het oog hoe ze veel te afhankelijk zijn van de courante wedstrijdorganisatoren. Vooral de handelwijze van ASO, organisator van onder meer de Tour, stoot veel ploegen tegen de borst. Terwijl ASO alle commerciële en tv-inkomsten van de Tour opstrijkt, worden de ploegen met een habbekrats afgescheept. “In 2017 krijg je als team 48.000 euro om deel te nemen aan de Tour. Met dertig mensen voor 25 dagen. Dat klopt toch niet?”, aldus een verontwaardigde Lefevere recent in een interview in Pro Cycling.
Deze gloednieuwe wedstrijd is dan ook een statement. Een bewijs van de ploegen dat de ploegen desnoods ook zelf wedstrijden kunnen organiseren, buiten alle geplogenheden van de oude wielercultuur om.
Plus: nu kunnen ze alle commerciële inkomsten zelf onderling verdelen. Wat meteen ook de specifieke opzet verklaart. “Door dit evenement gedurende drie dagen op dezelfde locatie te organiseren, krijgen we belangrijke commerciële kansen die het wielrennen alleen maar ten goede kunnen komen”, vat Lefevere samen. ASO is gewaarschuwd.