Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Meer dan helft trams en bussen rijdt niet op tijd
Openbaar vervoer in provincie Antwerpen scoort slecht
Meer dan de helft of 53% van de bussen en trams in de provincie Antwerpen komt niet op tijd aan op de eindbestemming. In de stad Antwerpen ligt dat percentage nog hoger. Een gevolg van de gebrekkige doorstroming en de toename van het verkeer.
In heel Vlaanderen arriveert 53% van het openbaar vervoer stipt op tijd op de eindbestemming. Met 47% scoort de provincie Antwerpen slechter dan het Vlaams gemiddelde. Volgens De Lijn betekent stipt “niet vroeger dan twee minuten en niet later dan vijf minuten” op de eindbestemming. “In Hannover wordt een chauffeur al aangesproken wanneer hij 30 seconden te vroeg of te laat is. Bij een vertraging van drie minuten wordt er ingegrepen om dit tijdverlies in te halen”, zegt Dirk Wiesé van de belangenvereniging TreinTramBus.
“In Antwerpen hangt veel af van de drukte op de wegen”, zegt Roger Kesteloot, directeur-generaal van De Lijn. “In sommige gevallen kan een chauffeur niet vermijden dat hij te laat op de eindbestemming komt.”
Kesteloot benadrukt dat 99% van de 6.000 ritten die dagelijks in Antwerpen worden gepland ook daadwerkelijk worden gereden. “Onze trams en bussen worden ouder, wat tot meer technische problemen leidt. Die oude vloot is deels een gevolg van een beslissing van de overheid. Van 2007 tot 2009 mochten we geen nieuwe bussen bestellen van de toenmalige Vlaamse regering.”
Lange wachttijden, geen communicatie en trams die niet komen opdagen. Het lijstje met ergernissen over het openbaar vervoer in Antwerpen is lang. Vaste gebruikers en specialisten vertellen.
1. Geen doorstroming
De doorstroming of het gebrek eraan is met voorsprong de grootste ergernis van mensen die het openbaar vervoer gebruiken in Antwerpen. “Buslijn 33 is een ramp”, zegt vervoersspecialist en ex-journalist Herman Welter. Hij geeft een willekeurig voorbeeld, genoteerd op woensdag 1 februari van dit jaar. “De bus van 13.05u kwam niet opdagen en die van 13.20u meldde zich acht minuten te laat. De vriendelijke chauffeur vertelde me dat de vorige rit werd geschrapt.”
Tijdens onze ritten doorheen de stad treffen we onder meer een reizigster op tramlijn 12. Zij ergert zich vooral aan de traagheid op het stuk tussen het De Coninckplein en de Franklin Rooseveltplaats. “Als ik haast heb, stap ik af op het De Coninckplein en wandel vandaar naar de Frankrijklei. Een kleine kilometer, maar vaak ben ik er dan sneller dan met de tram.”
Jo Van der Herten van het ACV openbare diensten herkent de problemen. “Doorstroming is al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw een probleem. Ondertussen is het een stuk drukker geworden in de stad. De politici, want zij beslissen uiteindelijk over doorstroming, ondernemen niets. Het gevolg is dat bussen en trams met de rest van het verkeer stilstaan. Er is simpelweg geen beleid rond openbaar vervoer.”
Ook een tramchauffeur getuigt. “Het openbaar vervoer wordt slechts gedoogd. Van in het begin kaarten we aan dat er problemen zijn op onder meer de Sint-Bernardse- en de Mechelsesteenweg. Maar er wordt niets aan gedaan.”
Dirk Wiesé van de belangenvereniging TreinTramBus illustreert. “In Hannover wordt een chauffeur al aangesproken als die dertig seconden te vroeg of te laat is. Bij drie minuten vertraging wordt er ingegrepen om dit verlies recht te zetten.”
Roger Kesteloot, directeur-generaal van De Lijn, wijst erop dat 47% van het openbaar vervoer in Vlaanderen stipt op tijd arriveert. “Stipt betekent van twee minuten te vroeg tot vijf minuten te laat. Veel hangt af van de verkeerssituatie op het traject. Maar in de provincie Antwerpen ligt dat cijfer lager. Daar rijdt iets meer dan de helft van de trams en bussen niet op tijd.”
2. Realtime werkt niet
Iedereen kent ze, de rode bolletjes die aangeven wanneer een tram komt. Of de nieuwe infoborden die in realtime laten weten hoelang reizigers nog moeten wachten. Madeleine is een regelmatige gebruikster van tramlijn 10 en is zeker niet ontevreden, want ze heeft een halte om de hoek van haar woning. “Dat de tram niet altijd op tijd is en de infoborden onbetrouwbaar zijn, neem ik erbij. Ik zie wel wanneer er een tram arriveert”, zegt ze.
“Realtime werkt niet. Die toestellen vallen regelmatig uit. Ook de ticketautomaten die bovengronds staan werken vaak niet. Het lijkt erop dat De Lijn vooral apparaten koopt die snel stuk gaan”, zegt een tramchauffeur.
“In steden die vergelijkbaar zijn met Antwerpen zijn alle haltes uitgerust met dynamische info in de werkelijke tijd. De bewuste rode lichtjes zijn betrouwbaarder dan de nieuwe informatieborden die, als ze al werken, de verkeerde informatie geven. Dit is een miskoop”, zegt Herman Welter.
Ook Ivan Derycke, een lezer van uw krant die regelmatig gebruikmaakt van De Lijn, ergert zich aan de realtimeborden. “Aan de halte Drink werkt het aankondigingsbord al ruim een jaar niet meer. Ik heb De Lijn daarvan op de hoogte gebracht, maar zonder resultaat”, zucht hij.
“We weten dat de huidige systemen niet waterdicht zijn. De Lijn gaat de software voor efficiënte realtime-informatie verbeteren”, zegt Roger Kesteloot.
3. Slechte kruispunten
Goed georganiseerde kruispunten zorgen voor een betere doorstroming en meer veiligheid. De overheid investeert daarin. Maar niet altijd zoals het zou moeten blijkt. “Op de Sint-Bernardse- en de Mechelsesteenweg zijn er meer ongevallen”, zegt Dirk Wiesé. “Trams, bussen en automobilisten krijgen gelijktijdig groen licht. Daardoor is de kans op een aanrijding groot en dat zorgt niet alleen voor schade, maar ook voor ellenlange vertragingen. Soms lijkt het dat het Agentschap Wegen en Verkeer vooral conflict-
kruispunten in plaats van conflictvrije kruispunten aanlegt.”
Herman Welter deelt de mening dat veel kruispunten en busbanen niet op de juiste manier worden aangepakt. “Er ontstaan onveilige tram- en busbanen door voor links afslaand verkeer geen apart verkeerslicht te installeren zoals in veel buitenlandse steden wel gebeurt. Dit is niet de schuld van De Lijn. Zij leggen die infrastructuur niet.”
Ook het ontbreken van een groene golf blijft een euvel. “Dergelijke golf zou voor sneller openbaar vervoer zorgen en bovendien de kans op ongevallen op kruispunten afnemen. Opnieuw is het hier de overheid en het Agentschap Wegen en Verkeer dat in gebreke blijft.”
Ook technisch rammelt er een en ander. “Eerst is er de installatie van een nieuwe seininstallatie. Deze kampt momenteel nog met kinderziektes met storingen in wissels en seinen tot gevolg. Dat betekent concreet dat tram 15 er op een zeker moment drie kwartier over deed om van de Belgiëlei naar Linkeroever te rijden. Maar dat raakt wel opgelost”, zegt Jo Van der Herten. “Het lijkt erger gesteld met de transformatoren die de trams van stroom voorzien. Ze zijn verouderd en niet opgewassen tegen de stroompiek die vooral de nieuwe Albatrossen vragen. Met regelmatige stroomuitvallen tot gevolg. Dit vraagt ongetwijfeld om zware investeringen in de nabije toekomst.”
Ook Ivan Derycke ergert zich aan slecht aangelegde kruispunten en de hinder die daardoor veroorzaakt wordt. “Er is op het Koningin Astridplein slechts één perron voor de trams en de bussen. Daarom staan we meestal in de Carnotstraat te wachten. Soms gaat het verkeerslicht een paar keer over van groen naar rood, vooraleer de tram verder kan rijden”, legt Derycke uit. Op het Astridplein zelf stroomt het openbaar vervoer slechts mondjesmaat door. “Wanneer het licht op groen gaat, mogen auto’s links het plein opdraaien richting Centraal Station gaan. Ook dat zorgt steevast voor oponthoud”, zegt hij. Net geen zeven minuten later rijdt trams 24 de Gemeentestraat in, om nog geen honderd meter verder in een gelijkaardige situatie te komen. “De Franklin Rooseveltplaats”, zucht Ivan.
Hij wijst voor oplossingen naar het buitenland. “Onder meer Bazel wordt vaak als voorbeeld genomen, maar ook in Franse en Duitse steden is de situatie vele malen beter. Of in Den Haag. Trams krijgen daar altijd voorrang. Dat gebeurt onder meer door de lichten te beinvloeden in het voordeel van tram en bus.” Hier werken de verkeerslichten niet in het voordeel van de tram en zorgt het overige verkeer regelmatig voor een complete chaos. “Je vraag je af wat de ontwerpers van dit plein bezield heeft toen ze achter de tekentafel zaten. Het is niet alleen onlogisch, maar ook levensgevaarlijk voor de gebruikers.”
“In Antwerpen investeren we jaarlijks gemiddeld rond de 3,5 miljoen in kruispunten en andere infrastructuur om het openbaar vervoer vlotter te laten doorstromen. Soms zijn dat relatief kleine aanpassing zoals het beïnvloeden van lichten en het aanpassen van haltes. Maar die aanpassingen zijn zeer belangrijk voor de doorstroming. Verder investeren we jaarlijks natuurlijk ook veel geld in grotere projecten om het openbaar vervoer te verbeteren”, zegt de woordvoerder van het Agentschap voor Wegen en Verkeer, Jef Schoenmaekers.”
4. Gebrekkige communicatie
Communicatie is bij De Lijn over de hele lijn geen geweldig verhaal. Reizigers klagen erover dat ze zelden op de hoogte worden gebracht van vertragingen en ook in trams en bus slechts uitzonderlijk te horen krijgen waarom ze stilstaan. Alles hangt af van de
goodwill van de chauffeur. Als die tenminste zelf weet wat er aan de hand is.
“De reiziger moet het zelf maar uitzoeken. Bij ontregelingen zwijgen de luidsprekers als vermoord. Op de perrons van de premetrostation en in de voertuigen zelf. Er worden zelfs nieuwe trams in gebruik genomen waarvan de informatieborden niet werken. Een brevet van onvermogen noem ik dat”, zegt Herman Welter.
“Het lijkt erop dat de moderne technologie nog niet tot bij De Lijn is doorgedrongen. Rust trams en bussen uit met gps en laat de gegevens versturen met hedendaagse communicatietechnologie. De Lijn werkt nog met een zeer verouderd radiosysteem Waarvan de bandbreedte onvoldoende groot is om de gegevens doorlopend door te sturen. Op die manier krijgt de reiziger altijd een verouderd en fout beeld van waar de tram zich bevindt”, zegt Dirk Wiesé.
“We geven onze chauffeurs een opleiding over hoe ze met de reizigers moeten communiceren. Iedere chauffeur gaat daar anders mee om en helaas weten tram- en buschauffeurs ook niet altijd precies wat er aan de hand is”, zegt Roger Kesteloot.
5. Vuiligheid
Smerigheid op de perrons en in de bussen en trams zijn geen uitzondering. Iedereen is het erover eens dat het in de eerste plaats de gebruikers van het openbaar vervoer zijn die geen troep moeten laten rondslingeren. Maar het onderhoud kan een stuk beter dan nu het geval is.
Herman Welter somt een reeks van ergernissen die elke tram- en busgebruiker kent. Vuilnisbakken worden niet op tijd geledigd, veel perrons zijn verkeerd betegeld waardoor tegels vaak loskomen en zwerfvuil is overal aanwezig. Ik heb daarom een tip voor De Lijn. Roep ‘halteploegen’ in het leven, die erop toezien dat tram- en bushaltes proper zijn en schade snel hersteld wordt.”
“Sommige perrons worden niet door De Lijn onderhouden. We moeten daarover met andere diensten opnieuw samenzitten. Onder meer in de premetro zijn dagelijks schoonmaakploegen aan het werk en we proberen zo vaak als mogelijk de bovengrondse perrons te controleren”, zegt Roger Kesteloot.
IVAN DERYCKE De Lijngebruiker ‘‘Aan de halte Drink werkt het aankondigingsbord al ruim een jaar niet meer. Ik heb De Lijn daarvan op de hoogte gebracht, zonder resultaat.’’
JO VAN DER HERTEN ACV openbare diensten ‘‘Doorstroming is al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw een probleem.’’
HERMAN WELTER Vervoersspecialist en exjournalist ‘‘De reiziger moet het zelf maar uitzoeken. Bij ontregelingen zwijgen de luidsprekers als vermoord.’’