Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Peugeot Citroën van bijna failliet tot tweede grootste autobouwer
PSA maakt door overname Opel einde aan Europees avontuur General Motors
Peugeot en Citroën hebben er sinds gisteren een broertje bij: Opel. Een winwinsituatie: door de overname wordt het Franse PSA Europa’s nummer twee, en is het Amerikaanse General Motors eindelijk verlost van zijn verlieslatende Duitse dochter. Die bouwde sinds 2000 een schuldenberg op van liefst 23 miljard dollar.
Vier jaar geleden was PSA – de groep boven Peugeot, Citroën en DS – ei zo na failliet. Vandaag leggen dezelfde Fransen 2,2 miljard euro op tafel voor Opel en zijn Britse ‘kloon’ Vauxhall: 1,3 miljard voor de autobouwer zelf en nog eens 0,9 miljard euro voor de financieringstak (waarvan PSA de helft meteen zal doorverkopen aan BNP Paribas).
Met een opgeteld marktaandeel van zo’n 17% ontstaat zo de op een na grootste Europese autoconstructeur, na de nog altijd on- genaakbare Volkswagengroep.
De regering in Berlijn verwelkomde gisteren “de toezeggingen van het Franse autoconcern over het behoud van werkgelegenheid en fabrieken bij de overname van Opel”, Frans president Hollande sprak van “de geboorte van een Europese kampioen van de automobielindustrie”.
Waarom koopt Peugeot Opel?
“In eerste instantie om sterker te staan op twee belangrijke automarkten waar de Fransen nu achterophinken: de Britse en de Duitse”, zegt Tony Verhelle van Auto
gids. “Daarnaast kunnen ze nu, gezien hun omvang, nog harder op tafel kloppen bij prijsonderhandelingen met toeleveranciers.” Topman van PSA Carlos Tavares maakt zich sterk dat hij tegen 2026 dankzij schaalvoordelen bij aankoop, productie en onderzoek zo’n 1,7 miljard euro kan besparen.
“Vergeet ook niet dat Opel veel verder staat dan PSA in de ontwikkeling van de elektrische auto”, zegt Verhelle. “Dit najaar brengt het zijn nieuwe Ampera-e op de markt. Die is zo veelbelovend dat General Motors zelfs heeft bedongen dat PSA die auto niet in Amerika mag lanceren. De groep vreest concurrentie voor haar Chevrolet Bolt.”
Wat zijn de gevolgen voor de werknemers?
Daarover blaast topman Tavares warm en koud tegelijk. Harde garanties over het behoud van de elf fabrieken van Opel/ Vauxhall en de zo
wat 38.000 ba- nen, waarvan 18.000 in Duitsland, gaf hij niet. Het enige wat de autogroep beschermt, zijn “goede prestaties”. “Indien de fabrieken productiever worden, is een sluiting niet aan de orde”, zo klonk het in Parijs. PSA belooft wel dat het de lopende garanties voor de fabrieken – investeringen tot 2020 en geen economische ontslagen tot 2018 – zal naleven.
Wat zijn de gevolgen voor de consument?
“Niet veel”, zegt Tony Verhelle. “Ten eerste werken beide constructeurs al enkele jaren samen: de nieuwe SUV die Opel deze week in Genève voorstelt, de Crossland X, staat bijvoorbeeld al op een PSA-platform. Ten tweede duurt het toch gauw 2,5 jaar om een totaal nieuwe auto te ontwikkelen.”
Ook de woordvoerder van Opel België laat weten dat eigenaars van een Opel zich geen zorgen hoeven te maken. “Voor hen verandert er absoluut niets”, zegt Michel Retour. “Zij kunnen op beide oren slapen.”
En de autodealers van beide merken?
Die zullen ongetwijfeld naast elkaar blijven bestaan, net zoals die van Peugeot en Citroën nu ook apart werken. “Al sluit ik niet uit dat op termijn de écht grote dealers van het ene merk de veel kleinere dealers van het andere merk zullen opkopen in hun zoektocht naar extra rendabiliteit”,
zegt Verhelle. “Maar dat is een trend die voor alle duidelijkheid voor de hele autosector geldt niet alleen voor PSA
en Opel.”