Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Over onverbloemde trots op eigen waarden
Zou Bart De Wever het met een zucht hebben gelezen? “Ik ben opgegroeid met Vlaamse wortels en ik ben trots op mijn roots”, liet minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) maandag noteren. “We moeten onze Vlaamse identiteit en onze normen en waarden durven te benoemen.” Achteraan aanschuiven, heeft De Wever misschien gedacht. Het wordt druk op de flank waar identiteit, eigen waarden en ‘ de zaken durven benoemen’ centraal staan.
Open Vld en sp.a hadden zich hier eerder al gemeld. Gwendolyn Rutten zwaaide een maand geleden met de boodschap van de Nederlandse liberale premier Mark Rutte, ‘ doe normaal of ga ergens anders wonen’. Sp.a-voorzitter John Crombez zei in augustus vorig jaar al dat hij niets meer zou verbloemen.
Crevits koppelde haar onverbloemde uithaal aan een oproep tot allochtone ouders. Van hen mogen we meer engagement verwachten, aldus de minister. Zij ziet een samenhang tussen de slechte schoolresultaten van veel allochtone leerlingen en de gebrekkige betrokkenheid van hun ouders, de onwil van die ouders om te integreren en de vreemde taal die ze thuis spreken.
De analyse deed verschillende experten van verschillende universiteiten steigeren. Crevits’ conclusies zijn niet gebaseerd op wetenschappelijke bevindingen, luidt het. En de problemen zijn een stuk complexer. Eén citaat, van de Gentse wetenschapper Piet Van Avermaet: “Ook allochtone ouders zijn heel begaan met de resultaten van hun kinderen, maar vaak hebben ze ook een laag zelfbeeld en schrik om hun kinderen te vragen wat in hun agenda staat.”
De Antwerpse Samira Azeroual, medevoorzitter van het oudercomité van het Xaveriuscollege in Borgerhout “en moeder van drie Vlaamssprekende kinderen”, voelt zich geschoffeerd door de minister: “Alsof geëngageerde allochtone ouders niet bestaan.” Haar verontwaardiging is te begrijpen.
Crevits zelf had trouwens in een gesprek met De Zondag begin januari een genuanceerdere kijk gegeven: “In Gent zijn er scholen die van ouders verwachten dat ze maandelijks langskomen voor een gesprek. Ik vind dat positief, een school mag meer betrokkenheid vragen van ouders. Maar ook wij moeten zoeken hoe integratie beter kan.” Is haar nieuwe, hardere analyse ingegeven door electorale motieven? Eén pluspunt is er, getuige de vloed aan reacties gisteren: dat de discussie gevoerd wordt. Want het kernprobleem – de slechte resultaten van leerlingen met een anderstalige achtergrond – blijft. En daarover gaan we nog vele discussies moeten voeren, onverbloemd, zonder taboes, maar ook correct.