Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Futuristisch bouwen
Vroeger een kleine bakstenenarbeiderswoning met de hand gebouwd, nu een villa met allerlei kranen en duurzame materialen. De manier waarop gebouwen tegenwoordig worden opgetrokken heeft nog weinig uitstaans met de manier waarop pakweg twintig jaar geleden
Waar vroeger zes maanden werd gebouwd aan één woning, is het tegenwoordig bijna mogelijk om in die tijdspanne een hele wijk neer te poten. Hoe sterk de bouwtijd precies is gedaald is moeilijk te zeggen, maar dat het stukken sneller gaat, staat volgens hem buiten kijf: “Het is lastig te vergelijken”, zegt Dries Van Haut van Sigma, de federatie van vertegenwoordigers van bouwmateriaal. “Omdat ook de eisen van de bouwheren altijd maar strenger zijn geworden, maar graafbakken zijn groter geworden, de gewichten die kranen kunnen torsen zijn groter geworden en zowat alle machines doen hun werk nu veel sneller dan vroeger.”
DAT ALLES BEGINT al bij de voorbereiding. Waar terreinanalyses vroeger door landmeters met de hand werden gedaan, gebeurt dat nu steeds vaker met drones. Die kunnen een heel het terrein in een keer opmeten. “Prefabbeton heeft daarnaast ook een enorme evolutie ondergaan”, volgens Van Haut. “Vroeger ging het over heel simpele vormen die op voorhand werden gegoten. Nu worden er uiterst complexe structuren gemaakt die als een meccano in mekaar schuiven. Dat verkort de bouwtijd natuurlijk flink.”
DE VRAAG NAAR steeds snellere uitvoeringstijden neemt toe. Commercieel directeur Rudi Vereecke van de Oostendse bouwgroep Verhelst heeft dat al lang in het oog. “Voor ongeveer alle bouwheren is snelle oplevering tegenwoordig heel belangrijk”, zegt hij. “Kranen van zes à acht ton, dat vind je bijna niet meer, dat zijn exemplaren van twaalf à zestien ton geworden.” Hoe sneller de kranen hun lading omhoog halen, hoe populairder. En de betonmixer hoeft niet meer te wachten op de kraan, want het is meestal andersom.
ACHTER DIE SNELHEIDSDRANG zit uiteraard een logische, economische redenering. Vereecke: “Hoe sneller een gebouw klaar is, hoe beter voor de aannemer. Ultramoderne, snelle machines zijn zelden het goedkoopst, maar die meerkost verdien je op ter-- mijn terug door wat je uitspaart aan uurlonen.” Tegelijk met de gestegen performantie, werd het onderhoud een stuk ingewikkelder. “De mechanicien met een overall vol olie is een relikwie van het verleden”, zegt Van Haut. “Het eerste wat die nu doet, is zijn laptop openen.”
Krachtigere en slimmere machines, zoveel is duidelijk. Maar net zoals in veel andere sectoren, is ook in de bouw het milieubewustzijn er met reuzensprongen op vooruit gegaan. Zo zijn de eerste hybride graafmachi-- nes gesignaleerd. Telkens als de arm van de bak naar beneden gaat, wordt die energie gerecupereerd, ongeveer net zoals een hybride wagen remenergie kan recupereren. Die energie wordt dan gebruikt om de machine te laten zwenken.
“HET BRANDSTOFVERBRUIK, was vroeger totaal geen issue bij kopers, maar is tegenwoordig een groot aandachtspunt”, aldus Van Haut. “De fabrikanten van de machines moeten nu aan zware emissienormen voldoen. Daardoor is ook de uitstof van fijn stof en stikstofoxiden sterk gedaald.” Alternatieve brandstoffen, zoals gas en waterstof, verschijnen stilaan ook op het toneel. “Dat staat nog in de kinderschoenen, maar het staat er ongetwijfeld aan te komen.”
DIE allerlei al zonnepanelenregelmatigTREND terreinen.ZET zich bouwwervenliggen verder Vereeckeom op stroomwaarziet te stroomgroepenvoorzien. “Er die zijn draaienook al op aardgas in plaats van diesel”, zegt hij. “Nog een voorbeeld is de trend van de battery packs. Een stroomgroep verbruikt altijd energie, ook op de momenten dat de kraan geen stroom vraagt. Wel, zo’n battery pack is in staat om die ‘verloren’ energie op te slaan om later te gebruiken. Je kan die dan bijvoorbeeld inzetten voor de verlichting van de werf ’s nachts, of voor camerabewaking.”
EN groter mogen HOEWEL en ze DE sterkerniet machinesals zijn oncomfortabelgeworden,misschien worden bestempeld. Twintig jaar geleden werd nauwelijks over ergonomie en comfort gesproken, maar die tijden zijn voorbij. Van Haut: “Zo’n machinist zit de hele dag in zijn machine, dat moet met enig comfort gepaard gaan. Vaak krijgt de bestuurder van de machine ook inspraak in wat er wordt aangekocht. Dus zien we nu mp3spelers opduiken, ruimte voor de koelbox, geveerde stoelen… Voor de baas is dat trouwens ook goed, want wie comfortabel kan werken, zal beter werken en productiever zijn.”
Kranen van zes à acht ton, dat vind je bijna niet meer, dat zijn exemplaren van twaalf à zestien ton geworden
- Rudi Vereecke