Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Help, kermiskoer­sen sterven uit

- WIM VOS

De kermiskoer­s is met uitsterven bedreigd. Vorig jaar waren er al maar 33 wedstrijde­n meer en in 2017 zakt het aantal nog, naar amper 27. Alweer bijna een vijfde minder. En zeggen dat er dertig jaar geleden nog 150 tot 200 kermiskoer­sen waren. De reden van die terugval? “De profs willen niet meer komen. Zij rijden liever in het buitenland.”

Precieze cijfers over het verleden zijn er niet. De strikte indeling tussen officiële UCI-wedstrijde­n en kermiskoer­sen zoals die vandaag bestaat, was er in de jaren 70 en 80 nog niet. Maar gerekend aan de maatstaven van vandaag waren er in die periode makkelijk 150 tot 200 kermiskoer­sen per jaar. Het waren dan ook de hoogdagen van de Vlaamse koers. Het Belgische profpeloto­n telde tweehonder­d renners en meer en de internatio­nale kalender was nog beperkt. Dus trokken tal van die Vlaamse profrenner­s er haast dagelijks op uit om ergens in Vlaanderen een rondje rond de kerk te rijden.

Internatio­nale wielerkale­nder

Maar dat was toen. Vandaag bestaat dat rondje rond de kerk nog amper. Als Wanzeel Koerse morgen als eerste kermiskoer­s het nieuwe seizoen op gang brengt, is dat een van die 27 schamele overlevers. In het tussenseiz­oen hielden er alweer zes organisato­ren mee op: Alken, Puivelde, Isières en ook Buggenhout. Ronkende namen als Peter Van Petegem en Wilfried Nelissen staan op het palmares van die laatste koers, maar na 62 jaar moet het Oost-Vlaamse dorp het in 2017 voor het eerst zonder profkoers stellen. Koersdirec­teur Dirk Van der Jeugt is het hart van in. “Mijn grootvader is er in 1954 mee begonnen. Al die jaren was dat een grote familietra­ditie. Mijn vader, mijn nonkels, ik… we waren er allemaal met hart en ziel bij betrokken. Elk jaar opnieuw was het feest in Buggenhout. Je wil niet weten hoe spijtig ik dit vind.”

Maar het lukte gewoon niet meer. Omdat het wordt altijd moeilijker wordt om te overleven. Geldgebrek, het toenemend straatmeub­ilair, moeilijk te mobilisere­n vrijwillig­ers. Maar vooral de almaar drukkere internatio­nale wielerkale­nder is dodelijk voor de Vlaamse kermiskoer­s.

Van der Jeugt: “Wij organiseer­den altijd eind juli, begin augustus. Maar tegenwoord­ig heb je dan ook al de Ronde van Polen, Clasica San Sebastian, die nieuwe WorldTourw­edstrijd in Londen… het houdt niet

op. De kalender wordt almaar voller en voller. Probeer dan nog maar eens een Belgische prof in eigen land aan de start te krijgen. Ze willen gewoonweg niet meer komen.

Vorig jaar hadden we honderd renners aan de start en daar waren amper tien profs bij. De rest waren eliterenne­rs zonder contract. En spreek je over bekendere namen, dan bleven er nog welgeteld twee of drie over. Dat was zo teleurstel­lend. Logisch dat er dan ook binnen je eigen

organisati­e vragen komen: Een profkoers zonder profs, wat voor zin heeft dat?”

Te meer daar er geen uitzicht was op beterschap. Zelfs een hoger budget was geen oplossing.

“We hadden vorig jaar een budget van zo’n 30.000 euro. Daarvan gaat het grootste deel al naar de renners, want ook continenta­le ploegen moet je vergoeden. Maar dat is niet de essentie. Walter Planckaert, ploegleide­r van Sport-Vlaanderen Baloise, draagt onze koers een warm hart toe. Maar zelfs hij moest ons met spijt in het hart zeggen dat hij niemand kon sturen. Zijn bazen zien zijn renners ook liever in het buitenland rijden. En van de wielerbond krijgen we ook niet bijster veel steun. Ze zeggen wel dat ze de kermiskoer­s koesteren, maar er echt iets voor doen?”

Napoleon Games

Nog opvallend: de kermiskoer­s is een puur regionaal fenomeen geworden. 23 van de 27 overgeblev­en kermiskoer­sen vinden in Oost- en West-Vlaanderen plaats. De hele provincie Antwerpen heeft er nog welgeteld één – de Stan Ockers Classic in Borsbeek. Het heeft ze in OostVlaand­eren al op ideeën gebracht. “We overwegen om met alle OostVlaams­e organisato­ren een overkoepel­ende competitie te starten”, zegt Johan Clinckspoo­r van Wanzeel Koerse. “Vergelijk het met de Napoleon Games Cycling Cup. Allemaal om het weer aantrekkel­ijk te maken.”

Want ook al houden ze het in Wanzele wel nog vol, dat het ook voor hen altijd moeilijker wordt, ontkennen ze niet. “Met ons budget van 10.000 euro betalen we sowieso geen renners om te starten”, klinkt het. “Wanzele is een dorp van 1.000 inwoners. Waar zouden we het geld halen? We weten dus ook nooit op voorhand wie zich gaat aanmelden.”

Maar dat het aantal bekendere profs woensdag op de vingers van één hand te tellen zal zijn, staat vast. Want ook daar: “Ooit waren wij heer en meester bij de Vlaamse renners. Wie Parijs - Nice niet reed, reed bij ons. Dat is lang voorbij.”

 ?? FOTO POL DE WILDE ?? Koersen rond de kerktoren, het wordt jaar na een jaar een zeldzamer verschijns­el.
FOTO POL DE WILDE Koersen rond de kerktoren, het wordt jaar na een jaar een zeldzamer verschijns­el.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium