Gazet van Antwerpen Stad en Rand
‘Bottinekes’ weer in beroep in zaak-Jacob
“Waarom in godsnaam kunnen ze zich niet neerleggen bij hun veroordeling?” zegt vader Jan Jacob radeloos. Meer dan zeven jaar na de dood van zijn zoon Jonathan in een Mortselse politiecel, is er een nieuwe beroepsprocedure voor het gerecht opgestart.
De 28ste keer dat Jan Jacob voor de rechtbank verscheen, bij de behandeling voor het hof van beroep twee weken geleden, was dan toch niet de laatste. Zes agenten van het Bijzonder Bijstandsteam (BBT) tekenen cassatieberoep aan tegen hun veroordeling voor de dood van Jonathan Jacob (26) in 2010. Zij kregen allen zes maanden cel met uitstel. De teamleider, die met negen maanden cel met uitstel het zwaarst werd gestraft, aanvaardt zijn straf wél.
Het Hof van Cassatie oordeelt niet over de feiten, maar over de wettigheid van rechterlijke beslissingen. Als blijkt dat er fouten zijn gemaakt, kan het arrest vernietigd worden en moet het proces opnieuw gebeuren. Doorgaans duurt een cassatieprocedure een negental maanden.
De beslissing van de BBT’ers valt de familie Jacob bijzonder zwaar. “Waarom in godsnaam kunnen ze zich niet neerleggen bij hun veroordeling”, zegt vader Jan Jacob. “Ze kregen slechts een lichte voorwaardelijke straf, is het dan zo moeilijk om die te aanvaarden?” Advocaten aan de zijde van de familie Jacob achtten de kans klein dat het arrest vernietigd wordt.
Het doek over de zaak van Jonathan Jacob is dan toch niet gevallen. Zes BBT’ers leggen zich niet neer bij hun veroordeling en trekken naar het Hof van Cassatie. Een zevende BBT’er, de teamleider, aanvaardt zijn straf. De familie Jacob reageert geschokt.
Jonathan Jacob stierf begin 2010 in een Mortselse politiecel na een interventie van het BBT. Het team had de opdracht gekregen om Jonathan te immobiliseren, zodat een arts een kalmerend spuitje kon geven. Het hof van beroep legde de politiemensen vorige maand zwaardere straffen op dan in eerste aanleg. Zes BBT’ers werden veroordeeld tot zes maanden cel met uitstel voor onopzettelijke doding. Een zevende BBT’er, de teamleider, kreeg negen maanden met uitstel.
Pas gisteren, aan de vooravond van het verstrijken van de deadline, viel een beslissing over eventueel cassatieberoep. Zes Antwerpse BBT’ers zullen hun veroordeling aanvechten. Opvallend: de teamleider aanvaardt zijn straf. Welke zijn beweegredenen zijn, wilde advocaat Jan De Man gisteren niet kwijt.
“Ik ben er kapot van”
Met de uitspraak door het hof van beroep in Antwerpen leek het doek gevallen over een zaak die ruim zeven jaar aansleept. Dat er nu nog een procedure voor het Hof van Cassatie volgt, valt de familie Jacob bijzonder zwaar. “Waarom in godsnaam kunnen ze zich niet neerleggen bij hun veroordeling”, zei vader Jan Jacob gisteravond met trillende stem. “Ze kregen slechts een lichte voorwaardelijke straf. Is het dan zo moeilijk om die te aanvaarden? Ik ben mijn zoon kwijt, weet u. Elke dag wordt Jonathan gemist. Misschien waren er al kleinkinderen geweest, wie zal het zeggen. Ik ben er kapot van.”
Het Hof van Cassatie oordeelt niet over de feiten, maar over de wettigheid van rechterlijke beslissingen. Als blijkt dat er fouten in het arrest zijn geslopen, kan de uitspraak vernietigd worden en moet de hele zaak opnieuw gevoerd worden.
Weer negen maanden wachten
Een procedure voor het Hof van Cassatie duurt doorgaans een ne- gental maanden. De advocaat van het BBT heeft vanaf nu twee maanden de tijd om zijn argumenten op papier op te zetten. Daarna worden de burgerlijke partijen in de procedure betrokken.
Tegenstrijdigheden
Op welke punten het arrest de wet zou schenden of een rechtsregel zou miskennen, kon de verdediging van het BBT niet kwijt. Vorige maand, na de uitspraak door het hof van beroep, gaf ze wel aan dat er in het arrest “een aantal tegenstrijdigheden zaten” en dat er “een redenering was opgebouwd om het BBT niet te moeten vrijspreken”. Ook werd geopperd dat, door het lekken van de beelden van Jonathan uit de politiecel, “het vermoeden van onschuld” en “het recht op een eerlijk proces” was geschonden.
Slag in het gezicht
Langs de zijde van de familie Jacob schat men de kans bijzonder klein dat de zaak opnieuw gevoerd moet worden.
“Het arrest was bijzonder sterk gemotiveerd: men heeft wolfijzers en schietgeweren willen vermijden. Gelukkig leven we nog altijd in een rechtsstaat en kan eenieder zijn rechtsmiddelen uitputten. Maar voor de familie Jacob komt deze demarche als een zoveelste slag in het gezicht. Na na zeven lange jaren wil ze eindelijk haar verdriet verwerken.”
“Ze kregen slechts een lichte voorwaardelijke straf. Is het dan zo moeilijk om die te aanvaarden? Ik ben mijn zoon kwijt. Elke dag wordt Jonathan gemist. Misschien waren er anders al kleinkinderen geweest.”