Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Eindelijk mogen we meedoen met het keizerschap”
pen!” “Godfather van de Polderbond!” Ook zijn kleinzoon Maarten, bouwjaar 1986, heeft ondertussen al drie keizerskronen op zijn schouw staan. Dynastieën als deze maken ze alleen nog in de Polders.
Halleluja!
Ekerenaars Wim Vansteenkiste en Peter De Rechter zijn samen met Ludo Kanora (63), een gepensioneerde fietsenhandelaar, naar het gansrijden in Zandvliet afgezakt om er te verbroederen met hun collega’s. Ja, eindelijk mogen ze elkaar collega’s noemen. Elk jaar bleven de Ekerenaars aan de Polderbond vragen om lid te mogen worden. Elk jaar zei de Polderbond: ‘ Vraag het volgend jaar nog maar eens.’ En de aanhouder wint. Tien jaar na hun eerste editie mochten ze eindelijk lid worden én – halleluja! – meteen vier ruiters afvaardigen voor het keizerrijden in Hoevenen op 2 april (het keizerrijden vindt altijd plaats in het dorp van de laatste keizer, op dit moment havenkraanman Sven Van Bouwel).
Eindelijk kan de rust weerkeren in die Polderbond, zou je dan denken. Niet dus, want in Zandvliet zijn ze boos. Zéér boos. Elke gansrijdersvereniging, ook de rookies uit Ekeren dus, mag los van de vorige keizer vier ruiters afvaardigen naar het keizerrijden in Hoevenen. Naast Ekeren zijn dat Hoevenen zelf, Stabroek, Lillo, Berendrecht en Zandvliet. Maar in die laatste twee polderdistricten is er iets bijzonders aan de hand. Lang geleden was er in de Berendrechtse ‘maatschappij’ een schisma dat volgens de legende niet moet onderdoen voor de fatale breuk tussen Beerschot en Antwerp 117 jaar geleden. Sinds 1948 is daar dus, naast de Oude Gans, ook een Nieuwe Gans. En vandaag hebben beide verenigingen elk recht op vier ruiters in het keizerrijden. In Zandvliet is er weliswaar maar één vereniging, Vermaak na Arbeid. Maar die heeft zich in 1957 opgesplitst in een afdeling jonge ruiters en een afdeling veteranen. Beiden organiseren hun eigen koningschap op verschillende dagen op de pittoreske Botermarkt. En allebei vinden ze dat ze recht hebben op vier ruiters tijdens de grote finale. Alleen vinden alle ándere leden van de Polderbond van niet. Zij beschouwen Vermaak na Arbeid nog altijd als één vereniging. Sterker: ‘ Die van Zandvliet mogen al content zijn dat ze in totaal zes ruiters krijgen in plaats van vier.’
Voor de stedeling zijn deze polderdiscussies misschien moeilijk te vatten, maar voor de meeste Zandvlietenaars is deze ‘ongeziene discriminatie’, deze ‘kaakslag’, een oneindig veel belangrijker onderwerp dan de oosterweelverbinding, lage-emissiezones of veiligheidsplannen die 25 kilometer naar het zuiden in het Antwerpse stadhuis besproken worden.
Teerfeesten
De mannen van de Lustige Gans hebben besloten zich niet te bemoeien met de polderpolitiek achter de schermen. “We zijn er nog maar pas bij”, houdt voorzitter Wim Vansteenkiste, die in het onderwijs werkt, zich op de vlakte. “Ik weet alleen dat wij bij alle andere verenigingen welkom zijn. We gaan naar elkaars bals en teerfeesten en ondertussen zijn er al mooie vriendschappen ontstaan.”
Wim was zelf al twee keer koning van Ekeren, in 2007 en 2011, en zal er alles aan doen om het dit jaar opnieuw te worden. Want alleen de laatste vier koningen van elke vereniging mogen naar Hoevenen en maken dus kans op de keizerskroon. “Het koningrijden zal dit jaar een zenuwachtige bedoening worden in Ekeren”, weet Ludo Kanora. “De druk wordt een stuk hoger. Maar ik heb de anderen al verwittigd dat ze zich moeten neerleggen bij hun nederlaag. Dit jaar is het aan mij. Ik voel het.” Hij grijnst.
Denkt u nu? ‘Oh leuk, dat gansrijden. Dat wil ik ook.’ Weet dan dat De Lustige Gans 250 leden heeft en dat er maar 25 mogen meerijden. “We hebben een wachtlijst”, zegt Wim Vansteenkiste. “En voor de mannen die daarop staan organiseren we elk jaar in oktober het prinskesrijden. Maar de eerste van de wachtlijst kan pas bij de effectieve ruiters komen als er een andere afhaakt.”
Gansrijden lijkt simpel. Je trekt een boerenkiel of gekleurd vestje aan en knoopt een zakdoek rond je nek (sommige maatschappijen hebben ook een aangepaste pet). Je gaat op een dikke knol zitten, je rijdt met een slakkengangetje – maar dravend! – onder een galg of dwarsbalk door en trekt met één hand aan de kop van een dode gans die daaraan ondersteboven is opgehangen. Klaar. Wanneer de andere deelnemers precies hetzelfde gedaan hebben, is het weer aan jou. En zo gaat dat úren door tot er een mannetjesputter (of de magere gelukzak die in de vastgelegde volgorde net na de mannetjesputter is uitgeloot) de kop van de romp van dat beest gescheiden heeft.
Oké, dat klinkt saaier dan het is. Er is namelijk ook randanimatie. Er zijn fanfares en ‘valse doktoors’ en jeneverkoten en pannenkoeken. De cafés draaien omzetten die de rest van hun jaar moeten goedmaken. En er is de speaker. Die moet de ruiters aanmoedigen op een zo jolig mogelijke manier. In Zandvliet heet een van de gansrijders Tom De Backer. Telkens het zijn beurt is, roept de speaker: ‘Tommeke, Tommeke, Tommeke,
wadoedenu?’ Na vijftien keer is dat nog grappiger dan na tien keer. De anticipatie alleen al. Idem voor een andere ruiter, een gepensioneerde flik met de sympathieke voornaam Ludo. Als hij onder de galg rijdt, roept de speaker stee- vast: ‘De politie, uw vriend.’ Lachen!
Maar de speaker heeft een nog veel belangrijkere taak. In zijn onophoudelijke geratel kondigt hij ook aan wie er ‘geld aan de nek hangt’. Sponsors en sympathisanten bieden namelijk geld in ruil voor een oorverdovende vermelding voor de volgelopen Botermarkt: ‘Camping de Watertoren: 30 euro. Beenhouwerij Wannes: 10 euro. Café De Dry Claveren: 60 euro.’ En zo gaat de speaker onvermoeibaar door, vier uur aan een stuk.
Italiaans tafellaken
“Bij ons in Ekeren bedraagt de pot na het gansrijden gemiddeld 7.000 euro”, bekent Wim Vansteenkiste. “15% daarvan gaat naar de koning.” Niet dat zo’n koning die dikke 1.000 euro rap in zijn spaarsok kan gaan proppen. Nee, iedereen verwacht dat hij trakteert na zijn zege. En ook bij de editie van het volgende jaar, wanneer ze hem, zo de traditie het wil, thuis komen uithalen, kan de koning maar beter maken dat hij genoeg geestrijke en mouthoudende dranken op zijn oprit heeft voorzien. Andere verenigingen halen de koning uit op dinsdag of houden een speciaal teerfeest voor de koningen. Zo beleeft elke maatschappij het gansrijden met haar eigen accenten en gewoontes, en dat al bijna een eeuw lang.
In de polders is grote dorst gelukkig nog een respectabele behoefte. Zeker op een dag als deze. Dat bewijzen ook twee aangeschoten boezemvrienden die na 3,5 uur wedstrijd in de toiletten van café Het Nieuwe Testament broederlijk staan te kruisplassen in één pis
sein. “Dat blijft hier maar duren”, zegt de rechtse, die vervaarlijk op zijn benen staat te wiebelen. Inderdaad. De Zandvlietse gans is een volhouder. “Dat beest loopt haar hele leven vrij rond en pikt constant naar het voedsel op de grond”, weet een toeschouwer in het hier alomtegenwoordige uniform van Vermaak na Arbeid, een boerenkiel met het rood-witte blokmotief van een Italiaans tafellaken. Elke vereniging heeft zijn eigen kleuren: in Ekeren is het witblauw-geel. “Je moet dus niet vragen hoe sterk die nek is. Die trek je er niet zomaar af.”
De volgende keizer
Om het extra moeilijk te maken spannen ze ook nog een soort vissersnet rond de ganzenkop. Pas na twee uur en drie kwartier is dat net eraan voor de moeite. Maar daarna duurt het nog zeven toeren van het volledige deelnemersveld onder de ‘blote nek’ voor Marcel Paardekam (53), een werknemer van BASF aan de overkant van het Kanaaldok, de moedwillige vogel kan onthoofden. Marcel was al zes keer koning in Zandvliet en ook al eens keizer: in 1994. In dat jaar was zijn zoon Nick, die de volgende dag het koningschap van de Zandvlietse Jonge Ruiters zou opeisen, nog niet eens geboren.
Marcel en Nick nemen het op 2 april in Hoevenen voor het eerst op tegen gansrijders uit Ekeren. De mannen van De Lustige Gans tonen respect, maar geen angst.
“De volgende keizer een Ekerenaar? Waarom niet?” zegt Peter De Rechter. “We hebben er lang genoeg op moeten wachten.”
WIM VANSTEENKISTE Voorzitter De Lustige Gans “We hebben zelfs een wachtlijst. Pas wanneer er iemand afhaakt, laten we een nieuw lid toe.”