Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik had liever de rit gewonnen”
Greg Van Avermaet verovert net als vorig jaar leiderstrui, maar...
Greg Van Avermaet is opnieuw leider in TirrenoAdriatico, maar de ontgoocheling om de gemiste ritzege woog in Pomarance zwaarder dan het genoegen om de blauwe trui. “De aankomst was perfect”, aldus Van Avermaet. “Ik had de benen om beter te doen.”
Van Avermaet baalde omdat de wedstrijd tactisch in de soep draaide. Omdat Damiano Caruso mee vooraan zat, kon BMC niet achtervolgen. Toen Caruso vooraan werd gelost door Thomas, waren er onvoldoende bondgenoten om de kloof nog te dichten. Sagan had geen ploegmaats meer, Quick.Step Floors had zijn pijlen eerder verschoten in voorbereiding op een aanval van Jungels. “Het was geen ideale situatie”, stelde Van Avermaet vast met een zucht. “Ik zat geblokkeerd.”
Na Thomas en Dumoulin verloor Van Avermaet nipt de sprint om de derde plaats van Peter Sagan, die eerder nochtans door het ijs leek te zakken op de klim. “Sagan is Sagan”, observeerde Van Avermaet. “Het is heel moeilijk om in te schatten wat er met hem aan de hand is.”
Van Avermaet finishte in dezelfde groep als ploegmaat Caruso, maar omdat hij daarin een betere plaats haalde, nam hij diens leiderstrui over. Een troostprijs, sowieso van tijdelijke aard. “Zaterdag ben ik hem op Terminillo (16,1 km, 7,3 %) opnieuw kwijt”, voorspelde Van Avermaet.
Wat het enthousiasme om de leiderstrui mogelijk ook bekoelde was de verplichte persconferentie die ermee gepaard ging. Van Avermaet legde er andermaal omstandig uit dat het echt niet de bedoeling was om de blauwe trui met hand en tand te verdedigen. “Ik ben gewoon te zwaar voor die klim. Ik zou het misschien kunnen als ik een streng dieet volg, maar ik eet veel te graag crostata (Italiaanse taart, red.). Liefst nog met appel. (lacht) Bovendien zou ik samen met mijn gewicht ook mijn explosiviteit verliezen. Mijn doelen blijven de klassiekers en daarin zit ik op schema. In mijn twee belangrijkste koersen (Omloop en Strade) finish ik één en twee. Ik heb niks te klagen.”