Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ssst, hier rusten schrijvers!
EERSTE LETTERENHUISFESTIVAL GUNT BLIK IN ARCHIEFDEPOT
Het Antwerpse Letterenhuis bezit ruim twee miljoen brieven en manuscripten. Voor het eerste Letterenhuisfestival spitten diverse schrijvers naar werk van hun voorvaderen in het archiefdepot. Ook bezoekers kunnen er vanaf zaterdag een blik achter de schermen werpen.
In de Minderbroedersstraat 22 ligt de geschiedenis van de Vlaamse literatuur zomaar voor het grijpen. “Zeg maar wat je wil zien, en ik zal het tonen”, zegt hoofdarchivaris Johan Vanhecke, op weg naar het archiefdepot van het Antwerpse Letterenhuis. In de kelders bevinden zich ruim twee miljoen brieven en manuscripten van Vlaamse schrijvers en dichters, 100.000 foto’s, 60.000 culturele affiches en tientallen dodenmaskers en handafgietsels van overleden auteurs.
In rollende archiefkasten zitten historische documenten veilig weggeborgen in zuurvrij papier. Sommige zijn inmiddels ook te consulteren via hun digitale versie. De jongste jaren wordt materiaal in eerste instantie al digitaal opgeslagen, al blijft papier belangrijk.
“Je zou ervan versteld staan hoeveel er nog geschreven wordt”, zegt Vanhecke. “Er zijn auteurs die hun manuscript niet aanvatten op een tekstverwerker, maar manueel uitschrijven.” De archivaris toont het manuscript van het toneelstuk Suiker (1958) van Hugo Claus, wiens archief volledig werd ondergebracht in het Letterenhuis. Claus wil zijn pennenvruchten al eens larderen met een tekeningetje, en wat schrijft de grootmeester klein! “Klein? Dan moet je eens een manuscript van Louis Paul Boon bekijken.” De ‘C’ van Claus ligt op een steenworp van de ‘B’ van Boon, dus De Kapellekensbaan (1953) is vlug gevonden. Boons handschrift is inderdaad priegelig, maar het manuscript oogt opvallend netjes, met nauwelijks doorhalingen of correcties.
“Door het bestuderen van verschillende versies van een roman krijgen literatuur- studenten een idee van de totstandkoming ervan”, zegt Vanhecke. “Sommige auteurs lijken hun boek in één geut te schrijven, anderen blijven maar schrappen en herschrijven. Zoals Hubert Lampo bijvoorbeeld.” Van Lampo diept de archivaris De zwanen van Stonehenge op. Het originele manuscript in blauwe balpen is doorspekt met correcties in allerlei kleuren, één voor elke nieuwe versie. Omdat het papier te klein bleek voor alle opmerkingen, heeft Lampo er onderaan en opzij met plakband repen aangehecht. Zolang de auteur er zelf maar aan uit kan, niet waar?
DELETEKNOP
Van Hendrik Conscience tot Herman Brusselmans, geen Vlaamse auteur of hij ‘rust’ wel in het Letterenhuis. “Wat we van een schrijver bezitten is relatief”, stelt Vanhecke. “Sommige auteurs gooien alles weg. Van Maria Rosseels, bijvoorbeeld, hebben we niets. Toen we voor een expo rond hedendaagse auteurs Peter Verhelst naar een
“Je zou ervan versteld staan hoeveel er nog geschreven wordt. Er zijn auteurs die hun manuscript niet aanvatten op een tekstverwerker, maar manueel uitschrijven.” JOHAN VANHECKE Hoofdarchivaris Letterenhuis
bijdrage vroegen, stuurde hij een deleteknop in. Eens zijn romans in de winkel liggen, wist hij de betreffende bestanden op zijn computer.”
Hoofdarchivaris Johan Vanhecke, die ook een biografie rond Hendrik Conscience voorbereidt, kan blijven vertellen over ‘zijn’ manuscripten, maar het archiefdepot bezit ook nog rekken vol schrijversbustes en een zaal vol affiches in diverse typografieën. Daarbij springen aankondigingen van concerten van Urbanus en Will Ferdy in het oog. “Vlaamse kleinkunst en chanson behoren ook tot het literaire genre.”
Tijdens het Letterenhuisfestival kunnen bezoekers zaterdag een begeleid flitsbezoek brengen aan het archiefdepot. Daarbij staat één schrijver centraal. Een uitgebreider bezoek van een uur wordt tot juni ingelegd op elke tweede zaterdag van de maand, tussen 10 en 11u.