Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Spijt dat ik stop? Geen minuut”
De carrière van Tom Boonen is geëindigd met een dertiende plaats in ParijsRoubaix. Hij voelde zich geviseerd doorheen de wedstrijd en ergerde zich in het bijzonder aan John Degenkolb “die de lafste koers uit zijn leven reed”. Maar te midden een dolle volkstoeloop besloot Boonen toch dat het mooi was geweest. “Spijt dat ik stop? Geen minuut.”
Tom Boonen had nog weinig zin in sprinten toen hij een halve minuut achter de vijf koplopers voor het laatst de piste van Roubaix opdraaide. “Het was toch niet voor de eerste plaats. Ik dacht: Waarom eigenlijk?”
Boonen finishte dan maar als dertiende en reed meteen weg richting ploegbus, daar al achtervolgd door een voortdurende uitdijende persmeute. “Ik heb hier al genoeg ererondjes gereden”, legde Boonen zijn snelle aftocht uit. “Ererondjes zijn voor de renners die ze hebben verdiend. Ik ben blij dat ik me heb kunnen douchen.”
Aan de ploegbus verzamelde zich een massa volk: mannen, vrouwen en kinderen. Of zoals Patrick Lefevere het vaak zegt: “Iedereen houdt van Boonen, van 9 tot 99 jaar.” Er waren spandoeken, bordkartonnen Boonenhoofden en massale steunbetuigingen. Een enkeling riep luid: “Voor ons heb je gewonnen, Tom!” Niemand sprak hem tegen.
Ezel Degenkolb
In een eerste reactie bij een door stof haast onherkenbare Renaat Schotte zat er nog venijn in Boonen. “Ik ben de hele dag nogal
gemarkeerd geweest. Een beetje een laffe houding van de andere ploegen. Trek bijvoorbeeld, die hebben Stuyven er tussenzitten, maar wanneer hij lost, blijft Degenkolb achteraan de ezel uithangen. Die reed de lafste koers uit zijn leven. Ik heb me er tamelijk snel bij neergelegd. Je kan de tactiek van de andere ploegen niet bepalen.”
Zo kritisch Boonen was voor de tegenstand, zo lovend sprak hij over de ploegmaats. Dat Terpstra, Keisse en Lampaert door pech waren weggevallen, wilde hij niet inroepen als excuus. “Dat is gewoon Parijs - Roubaix.”
De suggestie dat hij dat hij na de aanval van Stybar tactisch ‘opgesloten’ zat, wimpelde hij dan weer weg. “Ik had zelf aan Stybar gevraagd om weg te springen. Hij kreeg meer bewegingsvrijheid dan ik. Maar ik had achter hem tot heel diep in de finale het gevoel dat we bleven meespelen voor de overwinning. We zaten op dertig, veertig seconden. Nooit onoverbrugbaar, maar er is nooit echt gereden geweest. Alleen Lotto-Soudal met Greipel even, maar zij waren de enigen.”
Als er een specifiek moment is waarop de laatste Roubaix van Boonen in de soep draaide, dan was het de tegenaanval van Van Avermaet richting Stybar. Daar had Boonen kunnen meeschuiven. Patrick Lefevere daarover: “Als je in Roubaix de benen hebt, dan kan je ernaartoe rijden.”
Boonen sprak dat niet tegen. “Ik voelde me de hele dag ook niet super. Op de stroken waar je iet of wat forcing kon voeren, was het ook tegenwind. De laatste vier kilometer hebben we dan de kaart van Stybar getrokken.”
Zweet en alcohol
Het was officieel het laatste interview van Boonen als wielrenner, maar het viel niet mee om het historische karakter van het gebeuren te vatten. De mensenmassa was ondertussen door het lint gebroken die als omheining diende en in een geur van zweet en alcohol ontstond een eerder onaangenaam kluwen rond Boonen. Wilfried Peeters speelde voor bodyguard, zodat Boonen even de tijd had om te gekte te overschouwen. “Het is toch speciaal”, observeerde Boonen. “Wat ik van mijn carrière ga onthouden? Dit alles hier.”
Doorheen de wedstrijd had hij de grote emoties van het afscheid naar eigen zeggen nooit echt gevoeld. “Pas toen we het bord van de laatste vijf kilometer passeerden, realiseerde ik me: Oké, dit zijn echt de laatste vijf
kilometers in mijn carrière. Voordien had ik nooit gedacht aan de laatste dag of de laatste keer op de piste. We reden ook de hele tijd à bloc. Er is was niet veel tijd om iets anders te doen dan te rijden.”
Beste race ter wereld
Het was de veertiende keer dat Boonen Parijs-Roubaix reed, de derde keer pas dat hij niet in de top tien eindigde. In 2003 finishte hij als helper van Museeuw 23ste, in 2011 moest hij noodgedwongen opgeven omdat al zijn fietsen kapot waren. Bij de grootse carrière van Boonen had misschien een grootser resultaat gepast als orgelpunt, maar hij is dus niet van plan om nog een keer terug te komen. “Spijt dat ik stop? Geen minuut. Voor mij is dit de beste wedstrijd ter wereld. Ik ben er gek op. Ik ben nog goed genoeg om een resultaat te halen in wedstrijden waar ik gemotiveerd voor ben, maar het is gewoon tijd om te stoppen. Ik voel het al een tijdje.”
Boonen kreeg aan de bus bezoek van zijn hele familie: vriendin Lore en de kinderen en ook ouders Agnes en André. Geen van hen gaf de indruk overmand te zijn door de gebeurtenissen. Manager Patrick Lefevere was al helemaal koele kikker. “Wat ik voel? Eerlijk: op dit moment doet het me niets. Nu is er nog te veel adrenaline van de wedstrijd. De emoties zullen vanavond komen. Of ze zullen niet komen. Hoe voel ik mij? Wat betekent het? Ik heb echt geen zin om daar nu op te antwoorden. Vanavond zal dat beter lukken. Zeker na een paar glazen wijn.” (lacht)
Boonen zelf overschouwde nog een laatste keer alle mensen die voor hem zo gek waren aan het doen en besloot zijn allerlaatste interview met woorden die de geschiedschrijving wellicht niet zullen halen. “Wat ik nu ga doen? Eerst en vooral mijn auto proberen terug te vinden.”