Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Wij maken hier het verschil zonder één euro subsidie”
Kempense vzw Cunina helpt mee aan heropbouw na verwoestendverwoestende aardbeving twee jaar geleden
Tegen een bergflank van het dorp Sekha, ergens in de Himalaya, overschouwt Sophie Vangheel de bouw van vier bakstenen huisjes die met hun groene daken opgaan in de weelderige natuur en de terrasvormige veldjes eromheen. Hier krijgt het ‘ecodorp’ van de Kempense vzw Cunina vorm. Het is maar een van de vele initiatieven van de organisatie na de zware aardbeving in 2015. Wij reisden mee met Sophie Vangheel om te zien of de gulle hulp van vele Vlamingen hier goed wordt besteed.
Het is haast een obsessie van de dynamische dame uit Geel, die Cunina oprichtte in 1990 en sindsdien in zes verre landen al zorgde voor degelijk onderwijs voor meer dan 13.000 kinderen. Cunina zoekt in Vlaanderen peetouders die telkens het schooltraject van één kind financieren met een kleine maandelijkse bijdrage. In Nepal alleen lopen vandaag 1.360 kinderen school onder de vleugels van genereuze Vlamingen, die ze in de meeste gevallen nooit hebben ontmoet.
Rechtstreeks naar doelgroep
Sophie Vangheel (69) maakt er een heilig punt van om niet meer dan 10% van het geld dat Cunina ontvangt, te besteden aan operationele kosten. De rest gaat rechtstreeks naar de doelgroep. Dat lukt omdat elke euro twee keer wordt omgedraaid, omdat Cunina kleinschalig blijft en omdat de werking in elk land wordt gecoördineerd door mensen van ginds.
In Nepal zijn dat vader en zoon Pasang en Tashi Sherpa. Pasang is afkomstig uit het berggebied in de schaduw van de Makalu, de vijfde hoogste berg ter wereld en buur van de Mount Everest. Het is op zijn aanwijzen dat Cunina hier in de streek een schooltje heeft gebouwd voor hulpverplegers en ook scholen in de dorpen Sekha, Num, Hatiya en Chepuwa. Zo kan het dat we op het dak van een basisschool in het Himalayagebergte in grote letters ‘Torfs’ zien staan. De bekende schoenenverkoper is een van de grote sponsors van Cunina.
We waren toevallig ook op rondreis met Cunina in Nepal vlak na de aardbeving in 2015, toen 9.000 mensen omkwamen en 600.000 huizen verwoest werden. Een zware naschok leidde tijdens die trip opnieuw tot veel leed en kostte ook het leven aan een van de petekinderen van Cunina, van wie de peetouders uit Mechelen diep geschokt reageerden. “We hebben toen bovenop onze gewone steun onmiddellijk voor noodhulp gezorgd”, zegt Sophie. “Zoals stevige golfplaten, zodat 6.000 mensen tenminste weer een dak boven hun hoofd hadden voor de moessonregens begonnen. En in totaal 8.000 rugzakjes met basisschoolmateriaal voor kinderen, die soms alles kwijt waren geraakt in het puin van hun huisjes.”
Twintig nieuwe klaslokalen
De scholen in het Makalugebied liepen gelukkig geen of slechts lich- te schade op. Het internaat bij het Chiwongklooster tegen de Everest, waar piepjonge boeddhistische leerling-monniken les volgen – en waar we zondag naar toe gaan – werd compleet vernield. “Dat is intussen helemaal weer heropgebouwd”, zegt Sophie trots. Ze toont een tabel met alle uitgaven die Cunina sinds 2015 gedaan heeft in Nepal. Met naast de noodhulp ook de investeringen in meer dan twintig nieuwe klaslokalen, regenjassen, laptops, vijf microscopen, waterleidingen, eerstehulpkits, twee melkkoeien en schoolmeubilair, goed voor een totaal van 1,3 miljoen euro. “Zonder één euro subsidie”, zegt Sophie. “Wij hangen van niemand af.”
De vier ecohuizen in Sekha krijgen een dubbele bestemming. Nepalese studenten zullen hier kortdurende opleidingen krijgen in horecavaardigheden (koken, ontvangen, poetsen en kleine klussen) en in landbouwtechnieken. Tegelijk kunnen er bergtoeristen en peetouders logeren. Het toerisme is van cruciaal belang voor Nepal en is de bron van een vijfde van alle inkomsten. Omdat de overheid hier door onkunde, corruptie en bureaucratie zeer gebrekkig functioneert, is elke roepie die een toerist hier spendeert zeer welkom. “Hier zullen ze de sportievelingen die het gebied van de Makalu intrekken te slapen kunnen leggen”, zegt Sophie. Die bezoekers zullen een mooi uitzicht hebben over het voorgebergte van de Himalayareus van meer dan 8.500 meter – we zitten hier op zo’n 1.500 meter hoogte – en kunnen genieten van de voorwereldse stilte hier.
In het iets lager gelegen levendige stadje Khandbari ontmoetten we ’s ochtends de veertig studenten verpleging van Cunina daar. Voor twee van hen hebben we een speciale brief mee van hun peetouder Luc uit de Kempen, wiens buitengewone verhaal we morgen brengen. Ze lezen de brief met grote ogen en doen hun uiterste best om in het Engels enkele zinnen terug te schrijven. “We zijn blij en trots dat we hier les kunnen volgen”, zegt een studente.
Hun ouders zijn niet zelden kleine boeren die een hard bestaan leiden in de dorpen in het district, die soms op een volle dagreis met de bus liggen. Hulpverplegers met een basiskennis van gezondheidszorg zijn erg geliefd in een uitgestrekte regio met één hospitaal waaraan tot enige tijd geleden niet eens een dokter was verbonden. “Zo proberen we toch telkens weer een verschil te maken”, zegt Vangheel. Of hoe Kempense vasthoudendheid tot in de meest exotische oorden ingrijpt in vele levens.