Gazet van Antwerpen Stad en Rand
leerkracht, moeder van vijf én vechtmachine
Cindy Dandois uit Deurnee treedt als allereerste Vlaming aan in ultieme MMAcompetitie
Deze nacht vecht Cindy Dandois voor 20.000 fans in Nashville én miljoenen kijkers wereldwijd haar allereerste partij in de prestigieuze UFC. Twee dagen voor ze naar de Verenigde Staten vertrok, zochten we de MMAatlete – én voltijdse lerares én moeder van vijf – op in haar gym in Deurne, waar Battlecat zich met haar oudere broer Ben klaarstoomt voor haar kampen.
In een achthoekige kooi omzoomd met kiekengaas zit Cindy ‘Battlecat’ Dandois (32) schrijlings op een struise, kale man. Ze heeft hem net tegen het canvas geworpen en beukt genadeloos in op zijn gezicht. Het ziet er heftig uit, maar de drie kleine meisjes naast de ring lijken zich weinig zorgen te maken. Alleen krullenbol Nafi (6) roert zich. Ze zit op een springbal en roept: “Nonkel Ben niet verstikken, hè mama. Dat is gevaarlijk.” Nonkel Ben is Ben Dandois (39), alias Mr. Perfect, een van de pioniers van Mixed Martial Arts (MMA) in ons land en de baas van Perfect Team. In zijn gloednieuwe gym, gelegen achter een anonieme garagepoort in de August Van de Wielelei in Deurne, traint het kruim van de MMA-vechters van ons land. Sameer Alekozay, Lahssan Dihaj en Ayton De Paepe zijn straffe atleten die ook in het buitenland opzien baren. Maar het paradepaard van Perfect Team is de vrouw die Ben onder het slaken van schrille kreten een stevig pak rammel aan het geven is. Bens zus is de allereerste Vlaming die een contract kreeg voor het Ultimate Fighting Championship (UFC), de grootste en belangrijkste organisatie in de MMA.
Een digitale timer braakt een hels piepgeluid die de housemuziek uit de gyminstallatie overstemt. Broer en zus staan allebei recht en maken zich klaar voor een nieuwe aanval. Die volgt steeds hetzelfde stramien. Cindy deelt een paar stoten uit en dan een trap of twee voor ze Ben naar de grond worstelt. In MMA gebruiken de atleten technieken uit het boksen, thaiboksen, worstelen, judo en jiujitsu. De Deurnese zal haar tegenstreefster altijd zo snel mogelijk op de grond proberen te gooien om de wedstrijd daar af te maken. Want dáár kan ze haar sterke punten uitbuiten. Ze trainde als judoka bij de Antwerpse Europese kampioen Johan Laats en tegelijkertijd ging ze ook in de leer bij Jef Mewis, de legendarische Antwerpenaar die in 1952 (!) zilver won in het worstelen op de Olympische Spelen van Melbourne, Australië.
Geen kanonnenvoer
“Op mijn 15de moest ik kiezen tussen judo en worstelen”, vertelt Cindy na de training. “Het werd judo en dat bleef ik doen tot Lola werd geboren.” Lola is ondertussen 10 en een enthousiast, behulpzaam meisje. Ze heeft net op vraag van nonkel Ben de tuigen opgeruimd die haar mama voor de training heeft gebruikt. Ondertussen zorgt ze er ook voor dat haar zusjes Nafi en Yasmina (5) op hun bladen papier tekenen in plaats van op elkaar. “Na de geboorte van Lola en mijn zoon Teris, een jaar later, werd ik dik”, gaat Cindy verder. “Mijn broer pestte me daarmee. Hoogst irritant. Dus ging ik maar trainen in zijn gym, hij had zich ondertussen op MMA toegelegd. Maar trainen om te trainen is niks voor mij. Als er geen competitie aan te pas komt, vind ik het saai.” En dus stond ze amper vier maanden nadat ze voor het eerst een MMA-training had gevolgd, al in de octagon tegen Marloes Coenen, de Nederlandse wereldkampioene. “Ze waren een documentaire over haar aan het draaien en ze zochten iemand die als kanonnen- voer kon dienen. Niks van. Ik klopte haar.” Cindy lacht: “Die documentaire is nooit uitgezonden.”
Vechter voor de klas
MMA is een brutale sport, maar Cindy heeft een knap, ongeschonden gezicht onder haar korte witte haren en een lichaam waar 99,9% van de vrouwen jaloers op zou zijn. “Normaal weeg ik 72 kilo, maar nu, na zeven weken diëten, is dat 67 kilo.” We hebben het over havermout, groene groenten, fruit en proteïneshakes. Vlees eet ze sowieso nooit. De laatste week voor de kamp gooit ze zich alleen nog maar vol met water en de voorlaatste dag vast ze volledig. “Op de dag van de weging mag ik maximum 61 kilo wegen.” Dat is 11 kilo ónder haar normale gewicht. “Normaal vecht ik bij de pluimgewichten, maar de UFC organiseert geen wedstrijden in die categorie en dus vecht ik noodgedwongen bij
de bantamgewichten. Voor de weging ( gisteren, red.) moeten er nog 6 extra kilo’s af. Dat betekent een hele week op de loopband en afwisselen tussen sauna’s en warme zoutbaden.” “Cindy heeft nooit zo gedreven getraind als de voorbije maanden”, zegt Ben. “Elke dag minstens twee uur. Naast haar gewone dagtaken.” En dat zijn er nogal wat. Voor tien minuten lanterfanten is geen plaats in haar agenda. Net als haar broer is Cindy ook nog voltijds lerares aan het Stedelijk Lyceum Cadix. Ze geeft er PAV (Project Algemene Vakken) aan de leerlingen van de 2de en 3de graad van het beroepsonderwijs. “Als ik mijn kinderen naar hun school heb gebracht, vertrek ik naar mijn school op het Eilandje. Daar ga ik eerst nog lopen rond de dokken en het MAS en douche ik voor ik aan mijn lessen begin. Na school kom ik naar de gym om te trainen. Mijn kinderen komen mee. Ze maken hier hun huiswerk.”
Er zijn vijf kleine Battlecats. Want naast Lola, Teris en Nafi brengt ze in haar eentje ook twee pleegkinderen groot: Victoria (16) en Yasmina. “Ik heb geluk”, lacht ze. “Al mijn meisjes zijn gek van MMA, echte gymratjes. Teris houdt dan weer meer van voetbal. Spijtig.” Ze lacht minzaam, maar de blik in haar ogen is duidelijk genoeg: voor een ware krijger is voetbal geen echte sport.
Een UFC-fighter voor de klas. Dat kan alleen maar respect afdwingen bij de leerlingen, toch? “Dat respect is er, maar heeft niks met MMA te maken”, countert Cindy meteen. “Lesgeven is mijn andere passie. Ik zie al mijn leerlingen oprecht graag. En als je liefde toont, krijg je veel liefde terug.”
Verschillende leerlingen uit de Cadixstraat komen trainen bij Perfect Team. Want ook dát doet Cindy nog drie avonden per week: les geven aan kinderen tussen 5 en 14 jaar. En voor je kunt roepen “5 jaar? Zo’n bloederige sport?” heeft de juf je al lachend onderbroken. “We passen de sport natuurlijk aan de leefwereld van de kinderen aan. In plaats van stoten of trappen, laten we hen tikken. Het is goed voor hun conditie, maar ook voor hun zelfvertrouwen en voor een gezonde omgang met hun eigen lichaam. En ze maken hier vrienden. Bij ons maakt niemand onderscheid tussen nationaliteit, ras of religie. Ook mindervaliden trainen mee en worden door iedereen aanvaard.” Oorlogstaal voor de fans Van haar eerste zes kampen als MMA-atlete won Cindy er vijf, de laatste in maart 2011. En toen was ze al zwanger van Nafi. Na de geboorte van haar dochter was het gedurende 3,5 jaar over en uit met MMA. Er waren privéproblemen, er volgde een scheiding. “Ik was niet van plan om te herbeginnen met MMA, tot Miescha Tate me vroeg of ik haar trainingspartner wilde worden. De volgende dag zat er al een vliegtuigticket naar Amerika in mijn mailbox.” De Amerikaanse Miescha ‘ Cupcake’ Tate is een levende legende in de MMA-wereld. Onder andere met de hulp van haar Deurnese sparringpartner werd ze wereldkampioen bij de bantamgewichten. En ondertussen kreeg Cindy zelf de smaak opnieuw te pakken. In december 2014 begon ze nog met een nederlaag, maar sindsdien won ze al haar volgende partijen. Dat deed ze in de Invicta Fighting Championship, een onderbond van de UFC. Maar Miescha Tate, ondertussen haar manager, kon Cindy binnenloodsen bij de grote meiden van UFC.
Het is allesbehalve evident voor een Vlaming om een contract te krijgen bij de UFC. De MMA-bond is übercommercieel. De organisatie draait op volle stadions, maar vooral op pay per views voor de wedstrijden. En vechters uit een kleine markt, zoals België, brengen op die tv-markt een pak minder op dan concurrenten uit Brazilië of Rusland. “Zonder fans maak je geen enkele kans op een contract bij UFC”, zegt Cindy. “En fans aantrekken is ook hard werken. Dat doe je niet alleen in de kooi, maar ook online. Op Instagram heb ik meer dan 13.000 volgers, op Twitter meer dan 11.000. Elke dag moet ik dingen posten: foto’s, filmpjes, interviews, smack talk. In dat laatste ben ik niet zo sterk. Ik houd er niet zo van om mijn tegenstanders verbaal aan te pakken. Maar het verkoopt wel.” Hersenscan verplicht Kort na middernacht maakt Cindy Dandois haar UFC-debuut in de Bridgestone Arena in Nashville, de hoofdstad van de countrymuziek. De arena, waar ze 20.000 fans verwachten, is de thuisbasis van de ijshockeyploeg Nashville Predators en ligt tussen de wereldbefaamde honkytonks, de kroegen waar zowat élke countryster ooit zijn eerste livestappen zette. Cindy en Ben zijn de hele week in Nashville. “Tijd genoeg om cowboybotten te kopen”, lacht ze. Maar ze moet er ook een resem verplichtingen afwerken: open trainingen, fotoshoots, filmpjes én een hersenscan. “Die is verplicht voor elke kamp. Ik heb geprobeerd om dat hier in België te laten doen, maar geen enkele dokter wilde me zo snel helpen. Er is een wachtlijst van máánden. Anderen weigerden uit principe, omdat ze MMA maar niks vinden. De dopingcontroleurs hebben overigens wel makkelijk de weg naar mijn huis gevonden.” De kamp van Cindy is een van de voorwedstrijden van de clash tussen de Amerikaan Swanson en de Rus Lobov. Haar eigen tegenstandster is Alexis Davis, een ervaren Canadese met 6 UFC-kampen op de teller. “Het wordt een van mijn zwaarste partijen ooit”, zegt Cindy. “Ik ben duidelijk de underdog. Maar dat ben ik gewend. Ik ben ook al dikwijls de verrassing geweest.” Geen vetpot Rijk zal de Deurnese niet worden van de kamp. UFC betaalt naast haar reis- en verblijfskosten een ‘klein bedrag’. “Als ik win, verdien ik wat meer. En dan zijn er nog de bonussen. Met de knock-out van de avond kun je bijvoorbeeld 50.000 dollar extra verdienen.”
“Maar volledig professioneel gaan lukt niet. Daarvoor brengt het in mijn geval te weinig op. Je mag niet vergeten dat je in MMA maar twee of drie gevechten per jaar mag doen. Maar als ik in Nashville een goede indruk maak, komt er zeker een volgende kamp. In september komt UFC naar Rotterdam, daar hoop ik op de affiche te staan. En als ik nu win, kom ik in de top 10 van mijn gewichtscategorie en dat betekent ook weer meer volgers, meer sponsors en meer inkomsten.”
De leerlingen van het Stedelijk Lyceum Cadix moeten het ondertussen zonder hun juf doen. Die heeft twee weken loopbaanonderbreking genomen. “De directie vindt dat lastig, omdat ze mijn broer en mij tijdelijk moet vervangen. Maar ze werkt ons zeker niet tegen. Integendeel, ze is trots op ons.”
Net als een hoop van haar leerlingen. “Ik ken er een flink aantal die een fight pass gekocht hebben via de website van de UFC om me live te zien vechten”, lacht ze.
Komaan, juf Battlecat!
CINDY DANDOIS MMAatlete uit Deurne “Mijn vier meisjes zijn gek van MMA, echte gymratjes. Mijn zoon Teris houdt dan weer meer van voetbal. Spijtig.”
“Het respect van mijn leerlingen heeft niks met MMA te maken. Ik zie ze allemaal oprecht graag en als je liefde toont, krijg je veel liefde terug.”
“Zonder fans maak je geen enkele kans op een contract. Maar fans aantrekken is ook hard werken, vooral online. Al hou ik zelf niet zo van ‘smack talk’.”