Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We verkopen onze beste spelers niet meer aan elkaar”
Weiler paste wel zijn discours aan. Eerst was Anderlecht een club die te veel teerde op zijn verleden en niet sterk genoeg was voor de titel, nu ziet hij een titelkandidaat. Drong u daarop aan? Vanden Stock: “Weiler is een trainer die altijd de waarheid zegt. Hij werd er zich echter van bewust dat dat niet altijd het beste idee is en daarom is hij nu voorzichtiger geworden. Het is eigen aan de cultuur van Anderlecht om te zeggen dat je elk seizoen de titel moet pakken, de beker moet winnen en zover mogelijk moet raken in Europa, zelfs al weet je dat het misschien moeilijk zal worden om die doelen te bereiken. Weiler was daar niet klaar voor, maar naarmate het seizoen vorderde, is zijn toon veranderd. Ook omdat Tielemans en Dendoncker zo’n exceptioneel jaar beleven. René heeft nu begrepen dat er bij Anderlecht maar één ding telt: de overwinning. Al zal hij nog steeds niet zeggen dat we kampioen gaan worden. Wel dat we op de goeie weg zijn. Weiler is een goeie communicator. Maar dat zullen jullie, journalisten, niet geloven, zeker?”
Hij heeft wel het woord ‘champagnevoetbal’ uit het paarswitte woordenboek geschrapt. Vanden Stock: “Stel de vraag even aan de supporters. Net als zij wil ik ook graag champagnevoetbal, maar als de resultaten er niet zijn, dan is iedereen boos en is de pers zeer kritisch. Terecht. Wie over champagnevoetbal spreekt, denkt ook altijd aan de jaren 60 en 70 toen Raymond Goethals zei: Als Anderlecht thuis niet met drie goals verschil heeft gewonnen, is het niet goed. Die tijd is gepasseerd, omdat tegenstanders zoals Gent, Genk of zelfs Charleroi veel sterker zijn geworden. Tegenwoordig zijn resultaten vaak meer waard dan het spel zelf en onze coach moest op een bepaald moment wel resultaatgericht werken of hij zat in de problemen. Maar goed: als we zo blijven evolueren en onze kern een beetje samenhouden, zal het goeie voetbal wel terugkeren.”
Door die verandering van stijl is de topper Anderlecht Club Brugge geen clash meer tussen het technische voetbal en het meer fysieke voetbal. Jullie groeiden naar elkaar toe. Verhaeghe: “Logisch: het voetbal is veel intensiever geworden. Ex-voetballers horen dit niet graag, maar er wordt nu veel meer en langer gelopen, er worden meer sprints getrokken... Van moderne voetballers wordt gewoon veel meer verwacht dan van spelers vroeger. Daarom zijn er ook meer clubs aan elkaar gewaagd. Vanden Stock: “Anderlecht kan geen wedstrijd meer winnen puur op techniek. Net zo min als Club Brugge een match kan winnen puur op fysieke kracht. We evolueren allemaal naar een nieuwe stijl: het moderne voetbal.”
Mogen we met middenvelders als Hanni, Stanciu en Tielemans misschien toch iets flitsender voetbal eisen? Vanden Stock: “Toch niet tegen Man United? Akkoord, niet iedereen heeft een middenveld zoals wij, maar van tijd tot tijd laten ze toch zien dat ze heel goed kunnen voetballen.”
Twee kwartfinalisten in de Europa League. Hebben de playoffs ervoor gezorgd dat het niveau van het Belgische voetbal is gestegen? Vanden Stock: “De matchen in Playoff 1 zijn zeer intens. In die zin is de opdracht geslaagd.” Verhaeghe: “We spelen wel nog veel te veel matchen. Daar zijn we het over eens. Ja, een Belgische club kan nog furore maken in de Europa League, maar dan moeten we maken dat we ons eigen voetbal niet kapotmaken. Kijk naar Messi, die speelt ook constant en heeft ook mindere periodes. De kwaliteit van ons product mag in geen geval achteruitgaan. Daarom denk ik dat een traditionele competitie even spannend en intens kans zijn als eentje met play-offs. Sowieso zijn we net als Anderlecht al tegen de halvering van de punten. Dat is niet eerlijk. Waarom geen vierkantswortel en maal drie? Dan is het nog ingewikkelder.” Vanden Stock:” Ik pleit - zoals ik dat al jaren doe - voor een eerste klasse met veertien ploegen.” Verhaeghe: “We moeten nu vooral goeie beslissingen nemen. Het Belgische voetbal zit in een mooi tijdperk, dat merk ik aan de vele buitenlanders die naar hier willen komen. En ook aan de vele spelers die erg gegeerd zijn en de vele scouts in onze tribune. Laten we dus kijken hoe we het product nog mooier kunnen maken.”
Het valt ons op: eigenlijk komen jullie erg goed overeen... Vanden Stock: “Wel, ik zou niet zeggen dat we vrienden zijn - da’s nog een andere dimensie - maar we zijn toch zeer goeie collega’s. Op bondsniveau is onze samenwerking alleszins tiptop. Zo ben ik blij dat Bart daar nu zit als ondervoorzitter, want als bondsleider stuurt hij het Belgische voetbal in de juiste richting door modernere structuren in te voeren. Dat hij tegelijkertijd voorzitter is van Club Brugge stoort me niet. Als hij zijn club voortrekt, zal ik het hem wel zeggen. (lacht) Maar hij werkt uitstekend en ikzelf zal door mijn leeftijd (74 jaar, red.) uiteindelijk op een zijspoor belanden.” Verhaeghe: “Komaan, Roger. Je blijft een autoriteit in het Belgische voetbal. Een grijze, wijze man en een formidabele onderhandelaar. Bovendien kan je enorm goed relativeren. Daarom vullen we elkaar op beleidsniveau eigenlijk goed aan.”
Bart Verhaeghe (voorzitter Club Brugge) ‘‘Sowieso zijn we net als Anderlecht tegen de halvering van de punten. Dat is niet eerlijk. Waarom geen vierkantswortel en dan maal drie? Dan is het nog ingewikkelder.”