Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Dineren in Franse vakantiesfeer
Peter van Hulle stampt na Món op ’t Eilandje nu ook gelijknamige zaak in Wilrijk uit de grond
Veertien jaar lang heeft het aangesleept, maar nu schittert kasteel Ter Beke in Wilrijk als nooit tevoren. Behalve feestzalen in alle maten, van tien tot drieduizend gasten, herbergt het kasteel sinds deze week nu ook een restaurant onder de naam Món. Klinkt dat bekend? Dat is geen toeval.
Kasteel Ter Beke was tot voor kort enkel een vage herinnering in de hoofden van de Wilrijkenaars. Het van origine middeleeuws kasteel verkommerde jaar na jaar, te midden een al even zieltogend stukje park. Maar het herrees onder impuls van Peter van Hulle, iemand van de nieuwe lichting horecadurvers in Antwerpen, die ook al kasteel Steytelinck, de premium beenhouwerij Millevaches en de restaurants Lux en Món op ’t Eilandje onder de vleugels heeft. Op een jaar tijd werd een kasteelruïne onder de naam Salons van Edel omgetoverd tot een van de opvallendste feestsites van het land. Een zelden geziene prestatie.
Oase aan de A12
Er is alles aan gedaan om de minder fraaie omgeving te doen vergeten en van het kasteel en omgeving een aparte oase te maken: een fraai binnenplein, vijvers met watervogels en een slotgracht waarbij een hoog opspuitende fontein het A12geluid moet helpen overstemmen. Nu is er het nieuwe restaurant, in de hoektoren van het kasteel. De naam Món is dezelfde, maar de look en feel verschilt grondig van het vaak rumoerige en drukke karakter van restaurant Món op ’t Eilandje. Hier tafelt men in een vrije omgeving waar plaats is tussen de tafels en een mooie lichtinval heerst. De ene zijde geeft een weidse uitkijk op het reuzegroot terras en op immense binnenplein, langs de andere zijde nestelt men zich naast het water van de slotgracht.
Plateau Millevaches
“We wilden hier wel geen hoogdravende, klassieke kasteelsfeer neerzetten, daarvoor is alles te modern ingericht”, zegt Peter van Hulle. “Wat we aanbieden aan tafel is een kopie van wat we in Món op ’t Eilandje serveren, het is net dezelfde kaart. De beleving is dan weer wel helemaal anders.”
Dat de kaart niet afwijkt van de restaurants in het kleine imperium is te begrijpen. Het heeft alles te maken met het limousin runderras. Van Hulle begon eerst een aantal dieren te kweken in Stabroek, maar ging al snel over tot de aankoop van een boerderij in de streek van Limousin zelf, op het plateau Milles Vaches. Momenteel grazen er zeshonderd runderen. “Als we er geen beenhouwerij en restaurants zou- den kunnen aan verbinden, is het kweken verlieslatend. Boeren in Frankrijk hebben het slecht, dat merk ik trouwens zelf wanneer ik naar de streek ga. Onze dieren hebben bovendien een levensloop van zes jaar, dat is lang en dus zeker niet commercieel georiënteerd. Ze lopen daar ook vrij rond en hebben gegarandeerd een goed leven. Bovendien jagen we het gewicht op geen enkele wijze op. De filets purs en de entrecôtes gaan uiteraard naar onze restaurants, de beenhouwerij is er gekomen om alles van deze dieren te kunnen verwerken. Aan de beenhouwerij op ’t Eilandje is ook het eigen slagersatelier gekoppeld. Wij vormen ons eigen gesloten circuit, we hebben dan ook overal controle op.” RUDY COLLIER