Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Alleen benedenverdieping, uit angst voor nieuwe schok
Op bezoek in klooster dat exact twee jaar geleden deels werd verwoest door zware aardbeving
Op een klif op 3.000 meter hoogte, ergens in het voorgebergte van de Mount Everest, staan in hun felgekleurde gewaden enkele tientallen boeddhistische monniken ons op te wachten. Zodra Sophie Vangheel uit de jeep stapt, die in staptempo over onmogelijke bulten en putten naar hier is gesukkeld, wordt ze uitbundig begroet. Het is in dit kleine klooster dat haar Geelse vzw Cunina na de aardbeving nieuwe slaapvertrekken heeft gebouwd voor de piepjonge leerlingmonniken.
Het Chiwongklooster wordt al sinds 2008 gesteund door Cunina, de vzw die aan 3.500 kinderen onderwijs verschaft via giften van Vlaamse peetouders. “We doen dat omdat vaak juist de armste gezinnen hun kinderen naar kloosters sturen, waar ze een goede opleiding en huisvesting krijgen”, zegt Sophie Vangheel. “Later kunnen ze dan kiezen of ze verder gaan als monnik of niet.”
De aardbeving, vandaag exact twee jaar geleden, maakte in verschillende districten van Nepal 9.000 slachtoffers en vernielde honderdduizenden huisjes. Ook het kleine internaat van de leerling-monniken werd verwoest. “We hebben hier allemaal een paar maanden in tenten geleefd”, zegt een monnik in gebroken Engels. “Vooral uit angst voor nieuwe bevingen. Het eigenlijke klooster was gelukkig niet erg beschadigd, maar voor de kinderen hadden we niets meer.”
Vandaag verrijst tegen de steile bergflank een simpel, maar mooi gedecoreerd gebouw, in U-vorm rond een binnenplaats, met sobere slaapvertrekken voor twintig jonge monniken. Ze staan zelf met grote ogen naar de Belgische bezoekers te kijken, even nieuwsgierig als hun leeftijdsgenootjes in de scholen die we eerder bezochten, maar een stuk meer ingetogen. “Er is alleen een bene- denverdieping, om de schade bij een nieuwe beving te beperken”, zegt Sophie.
Superschok
De voorzichtigheid is niet overdreven. De angst voor ‘the big one’ leeft in Nepal. Volgens experten is bij de aardschok nog lang niet alle seismische energie opgebruikt en kan elk moment een nog zwaardere beving kan plaatsvinden. Kranten waarschuwen ervoor dat toch weer nieuwe gebouwen worden opgetrokken die niet aan de voorschriften beantwoorden. Voor andere panden wordt wel gewapend beton gebruikt, maar als die het toch zouden begeven bij een superschok, dreigen ze juist nog meer slachtoffers te maken en het reddingswerk een stuk moeilijker te maken. Hulpdiensten willen nu lokaal mensen trainen daarvoor.
In het klooster mogen we nog een meditatiesessie meemaken, waarbij de monniken in kleermakerszit tegenover mekaar twee uur lang zangerig mantra’s citeren. Dit doen ze twee keer per dag, om 6u ’s ochtends en om 15u ’s middags. Het bezwerende ritme en de uitgekiende meerstemmig- heid met telkens de hogere, jonge stemmen die inhaken op de bassen van de oudere monniken, maken er een meeslepende ervaring van, maar zou je dit lang kunnen volhouden? “Ik ben hier eens een week gebleven”, zegt Sophie. “Een heel bijzondere ervaring, en bijtend koud ook. Ik heb gelijk voor warmere kleren voor de monniken gezorgd. Dat is de reactie van een moeder, zeker?”
Nieuwe klaslokalen
De rondreis door Nepal had ons zaterdag in het bergdorpje Num gebracht, waar op een klein plateau een school van Cunina ligt met aan alle kanten een spectaculair uitzicht op de omringende bergen. Sophie huldigde er drie nieuwe klaslokalen in die Cunina kon bouwen dankzij de gift van Luc, de palliatief zieke Kempenaar die al zijn spaargeld nalaat voor het onderwijs van kinderen in Nepal. Door de raampjes van de klaslokalen kun je volgens een leraar bij helder weer de eeuwig witte top van de Makalu zien, 8.475 meter hoog. In één klas hangt nu permanent een foto van Luc en Sophie tegen de muur, in een kader uitgevoerd in traditioneel Nepalees houtsierwerk.