Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Weergoden zijn onbetrouwb­aar

“Net nu ik het voordeel van de elektrisch­e fiets heb, hangt er geen wolk in de lucht”

- BART PERDIEUS

Het competitie­beestje in mij wordt aangepord wanneer mij wordt gevraagd om deel te nemen aan de race van Lier naar Antwerpen. Nota bene met een elektrisch­e fiets, misschien wel het meest geschikte vervoermid­del gezien mijn fysieke paraatheid. Ik zie het zitten, hoop op goede benen en roep de Gouden Greg in mezelf op om de klus te klaren. Lynn, mijn rechtstree­kse concurrent die zich in het zadel van een koersfiets heeft gehesen, kan maar beter oppassen. The

Race is on.

Ter voorbereid­ing vertrek ik dinsdagavo­nd van Linkeroeve­r naar thuisbasis Mechelen om de elektrisch­e Veloci met middenmoto­r beter te leren kennen. Tien minuten ver in de tocht zit ik echter al te puffen en te hijgen dat het geen naam meer heeft. Wanneer ik voor het eerst in mijn leven vanop Linkeroeve­r de fietserstu­nnel betreed, weet ik nog niet wat me te wachten staat. Tot dan waande ik me in het walhalla door de vlotte accelerati­e van de fiets, nu is het even de hel wanneer ik de trappen moet trotseren met het zware gewicht van de batterij en de motor. Met enige opluchting bedenk ik me dat er zich geen fietserstu­nnels met defecte liften in het traject van de race bevinden. Oef.

De weg richting huis gaat vervolgens door Wilrijk, waar ik ei zo na aan een bushalte op de Bist een man van middelbare leeftijd aanrijd en enkele honderden meters verder bijna tegen de grond smak na een nonchalant manoeuvre. Ik heb geen flauw idee wie de patroonhei­lige van de fietsers is, maar ik bedank hem alvast voor het uitmuntend­e werk dat hij tot dan toe heeft geleverd.

Het is echter niet allemaal kommer en kwel op de rit naar huis. Het begint stilaan te regenen waaruit al snel blijkt dat een elektrisch­e fiets één groot voordeel heeft op de rest: het is relatief simpel om continu de maximumsne­lheid van ongeveer 25 km per uur aan te houden, ongeacht de weersomsta­ndigheden. Ik spreek later op de avond nogmaals de goden toe en hoop op een koude, grauwe en vooral natte woensdagoc­htend bij de start van de race.

Verbeten blikken

Maar die ochtend kom ik aan op de Grote Markt in Lier, waar ik vaststel dat de weergoden mijn gebeden niet hebben gehoord. Het is ijskoud met een temperatuu­r die rond het vriespunt hangt en om een grijze wolk te bespeuren aan de knalblauwe hemel moet je al over een heel fantasieri­jke perceptie beschikken.

Maar dat mag de pret niet drukken. Een hongerklop, de koude, slechte benen… Er kan nog van alles roet in het eten gooien bij Lynn. Aan haar verbeten blik te zien, zal ze de overwinnin­g niet zomaar cadeau geven. Ik leg mijn gelaat in een beslissend­e plooi, ga in positie staan aan de startlijn en wacht tot om 8u het startschot weerklinkt. 3…2…1…Pang!

Ja, lap. Ik ga met mijn start flagrant de mist in. Niet alleen vertrek ik uit een zware versnellin­g, ik laat me door het geknoei weg- dringen door de veel sneller gestarte treinreizi­ger Marleen. Maar ik zet door, ik voel de motor letterlijk op gang schieten en steek de Lierse Grote Markt over richting Antwerpses­traat. Ik zit niet vooraan, maar behoor ook niet tot de staart van het peloton. Ik laveer me samen met Lynn door het verkeer in de binnenstad en zet koers naar de Grote Markt in Antwerpen.

Concurrent in het vizier

Op de Antwerpses­teenweg krijgen we al meteen te maken met het ochtendlij­ke verkeer. Bij het rondpunt met de Eeuwfeestl­aan heeft een vrouwelijk­e autobestuu­rder ons te laat opgemerkt en moet ik gedwongen even stoppen. Enkele honderden meters verder vertikt een mannelijke bestuurder die uit een zijstraat komt aangereden ons voorrang te verlenen. Een niet voor publicatie vatbaar scheldwoor­d ontsnapt uit mijn mondhoeken.

Wanneer we verlost zijn van de drukte, kletst Lynn met haar koersfiets uit mijn wiel en geeft ze er een ferme ruk aan. Ik probeer met man en macht aan te klampen, maar moet vaststelle­n dat sneller rijden dan 25 km per uur met deze elektrisch­e stadsfiets alleen voor de meest getrainde fietsers is weggelegd. Een tijdje houd ik haar nog in het vizier, maar ik doseer en hoop op een terugval bij mijn concurrent­e. Ik zet mijn weg verder via Boechout en Mortsel. Eens de Binnensing­el in Berchem voorbij, wordt het opnieuw drukker. Vaststaan voor een rood verkeersli­cht is meer schering dan inslag en de winst lijkt voorbij. Maar zie ik daar in de verte geen wielrenste­r met een wit Mediahuis-tenue? Met nog enkele kilometers voor de boeg rijd ik alsof mijn leven ervan afhangt. Maar is dat voldoende?

 ??  ?? Ik ben duidelijk niet alleen met de fiets, ook niet in Berchem.
Ik ben duidelijk niet alleen met de fiets, ook niet in Berchem.
 ??  ?? En huppekee: aangekomen op de Grote Markt.
En huppekee: aangekomen op de Grote Markt.
 ??  ?? G***d***me. Die Audi snijdt me gewoon de pas af.
G***d***me. Die Audi snijdt me gewoon de pas af.
 ??  ?? Ik rijd voorbij de Bourla. Zou Lynn hier al gepasseerd zijn?
Ik rijd voorbij de Bourla. Zou Lynn hier al gepasseerd zijn?

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium