Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Wel opletten wat we hier allemaal zeggen... Straks pakken ze onze titel nog af”
Twintig jaar na de wonderbaarlijke landstitel van Lierse: de reünie (vandaag deel 2)
Exact twintig jaar geleden zette een geel-zwarte colonne koers richting Luik, waar het laatste hoofdstuk van het mirakel van Lier zou geschreven worden. Op de honderd kilometer lange tocht naar de Vurige Stede worden spelers, technische staf en supporters van Lierse toegezongen door... fans van Genk. Heel België hoopt die dag dat Lierse zijn vierde landstitel zal grijpen. Op Club Brugge na, dat nog heimelijk zit te hopen op een misstap van de Pallieters. Ook na twintig jaar blijft Lierse de laatste ‘kleine club’ die Belgisch kampioen is geworden. Een unieke prestatie. Aan die bewuste 25 mei 1997 is best veel voorafgegaan. Gazet van Antwerpen zat samen met de hoofdrolspelers van toen en gaat terug in de tijd, in drie afleveringen.
Twee keer binnen een maand een keer voor de beker en een keer in de competitie gaan winnen op het veld van Club Brugge. Het doet Lierse geloven dat er best wat lekkers te rapen valt in het seizoen 19961997. Op een maandag in januari net na de 24zege in Jan Breydel sprak Eric Gerets in het oefencentrum in Kessel de magische woorden: “Eigenlijk kunnen wij ook kampioen worden...”
Pascal Bovri: “Of wij er vanaf dat moment ook in geloofden? We stelden ons eerder de vraag waar onze coach zondagnacht nog had
uitgehangen. Iedereen dacht: Hij heeft gisteren weer een serieus stuk in zijn voeten gehad...”
Bart De Roover: “Je voelde natuurlijk wel dat het klikte. Kijk naar Eric ( Van Meir, red.) en ik. Niet meteen de profielen die je naast elkaar zet in een defensie. Ik denk dat de coach daar ook lang heeft over nagedacht. Maar de mayonaise pakte. En als een monument als Eric Gerets dan plots komt vertellen dat je ook kampioen kan worden... Op een bepaald moment ga je je onoverwinnelijk voelen. We leefden in een permanente roes.”
Eric Van Meir: “Bart, eerlijk gezegd had ik dat gevoel toen nog niet. Zelfs na die twee zeges in Brugge dacht ik nooit dat we kampioen konden worden. Al was het wel een huzarenstukje natuurlijk. Club Brugge was dat seizoen de titelfavoriet bij uitstek, wij de kleine garnalen.”
Eric Van Meir “We beloofden enkele spelers van Antwerp drie vaten bier. Wat ze daarvoor moesten doen? Winnen tegen Club Brugge!”
Zegt de man die een leeuwenaandeel had in de titel. Als centrale verdediger werd Van Meir topschutter van Lierse met zestien goals. Ongezien.
Eric Gerets: “Ik kende natuurlijk wel de kwaliteiten van Eric op stilstaande fases en ik wist wat hij in zijn mars had. Dan ga je je daar ook op instellen en dat heeft ons geen windeieren gelegd.”
Bart De Roover: ( Lacht) “Tja, hij moést wel scoren, want tegen dat hij terug achteraan was, floot de scheidsrechter meestal af.”
Bob Peeters: “Maar na die winst op Club Brugge speelden we wel twee keer gelijk, tegen Germinal en Charleroi. Tegen Brugge hadden we een stap gezet, maar die bonus gaven we dus weer weg.”
Philip Haagdoren: “We speelden wel een goede match op Moeskroen, dat toen ook een goed
seizoen draaide.”
Jurgen Cavens: “3-3. De eerste match in mijn leven dat ik mocht starten omdat ik de week voordien had gescoord bij mijn invalbeurt tegen Lommel.”
Na de zege in Brugge zet Lierse een reeks neer van
dertien matchen zonder nederlaag. Met onder meer een 5-1-zege tegen Anderlecht, maar vooral de 4-5overwinning op AA Gent blijft memorabel.
Pascal Bovri: “Dankzij een owngoal van Steven De Groote in de 92e minuut! Het was een ongelooflijke avond. Het liep niet zoals verhoopt, maar toch voelde je dat we niet zouden verliezen. Na de match stonden we samen in de middencirkel het resultaat van Club Brugge af te wachten. Het verloor tegen Lommel. Na die gekke avond in het Ottenstadion geloofde ik dat alles mogelijk was.”
Bob Peeters: “Als je dat scoreverloop ziet… In de eerste helft kwamen wij 0-2 voor. Gent kwam terug tot 1-2, maar wij maakten meteen daarna de 1-3. Alle vier de goals in vijf minuten! Nog voor rust werd het 2-3, maar nadien liepen we weer uit tot 2-4. Het was al een knotsgekke match geweest, en vier minuten voor tijd maakte Gent de 4-4. Maar wij scoorden dus nog in
de laatste minuut.”
Bart De Roover: “Die avond gaf eigenlijk aan waar wij dat seizoen voor stonden. Die onverzettelijkheid, het handelsmerk van onze coach, zat ook in onze lichamen.”
Herfstkampioen Moeskroen haakte intussen af, maar met Club Brugge werd het een nekaan-nekrace. De Pallieters gingen de op twee na laatste speeldag in als leider, maar in SintTruiden volgde een anticlimax van jewelste. Lierse verloor met 4-2 en met amper twee wedstrijden te gaan, pakte Club Brugge de leidersplaats weer over.
Karel Snoeckx: “Toen dacht iedereen dat het
voorbij was.”
Jan Moons: “Om het zacht uit te drukken: de sfeer in de kleedkamer was bedrukt.”
Eric Van Meir: “Een echte afknapper. We werden uitgelachen in Limburg. Heel pijnlijk.”
Bart De Roover: “Ons grote voordeel was dat zelfs toén nog de goesting om kampioen te worden heel groot was, maar dat we geen enkele druk voelde.”
Bob Peeters: “De coach heeft het na die verloren wedstrijd heel goed aangepakt. ‘s Maandags zijn we met heel de groep gaan vissen, om de gedachten te verzetten. Alle druk is toen weggenomen. De meeste coaches beginnen op zo’n moment te panikeren.”
Pascal Bovri: “Wanneer we er niks van gebakken hadden, kregen we de dag nadien altijd een superlichte training of een andere activiteit. We verloren dat seizoen maar drie keer.”
Nico Van Kerckhoven: “Eric Gerets dacht toen nog als speler. Hij wist wat een groep nodig had na zo een uitschuiver.”
Niet alleen het middagje vissen heeft Lierse aan de titel geholpen. Ook een avondje uit deed wonderen. Een dag na de verloren match in Sint-Truiden doken Eric Van Meir, Bob Peeters en Nico Van Kerckhoven het Antwerpse nachtleven in. Daar liepen ze enkele spelers van FC Antwerp tegen het lijf, die het enkele dagen later moesten opnemen tegen... Club Brugge.
Bob Peeters: “We gingen iets eten bij Las Mañas. Nadien zat ik met Eric nog in Planet Hollywood, recht tegenover de Bosuil. Daar zaten ook Cisse Severeyns, Rudi Taeymans en Rudy Smidts.”
Eric Van Meir: “Dat verhaal is helemaal waar. Die avond werd afgesproken dat ze drie vaten bier zouden krijgen indien Antwerp zou winnen tegen Club Brugge. Een heftig avondje, maar wel eentje met rendement. Een week later klopte Antwerp Club Brugge met 2-1. En voor alle duidelijkheid: we hebben die vaten ook betaald.”
Philip Haagdoren: “Kijk uit wat je allemaal zegt, hé. Straks pakken ze onze titel nog af!” ( lacht)
Pascal Bovri: ( Gespeeld verontwaardigd) “Dat zijn nogal gasten, hé. Eerst met 4-2 verliezen tegen Sint-Truiden en daarna een stuk in hun voeten gaan zuipen...”
Eric Van Meir: ( Lacht) “Anders waren we nooit kampioen geworden, hé Kalle!”
Op het moment dat de spelers van Antwerp aan het doen waren wat ze moesten doen - winnen tegen Club Brugge - stond Lierse zelf 1-2 achter tegen Genk. Maar de Pallieters trokken het nog helemaal recht.
Philip Haagdoren: “Het werd nog 5-2. We hadden het ons één keer laten afsnoepen, maar geen tweede keer. Nochtans hadden we ons voor de match al neergelegd bij die tweede plaats, op zich al een fantastische prestatie. Maar toen we hoorden dat Antwerp op voorsprong stond tegen Club Brugge, dat heeft voor een boost gezorgd.”
Frank Braeckmans: “Die match tegen Genk had misschien wel een grotere impact dan de titelmatch op Standard. Eigenlijk was die thuiswedstrijd tegen Genk de échte kampioenenmatch.”