Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Afkicken met zumba en lachyoga
De Filipijnse overheid gaf meer dan een miljoen drugsverslaafden de keuze: gedwongen ontwennen of executie. Maar tijdens hun opsluiting beperkt de therapie zich vaak tot doodskisten maken of zumbalessen.
Drugsgebruikers in het Sulu Rehab Center zitten achter vuile tralies op de vloer. Door de tralies heen krijgen ze hun maaltijd: een kom kleurloze brij.
De Filipijnse president Rodrigo Duterte is in juli 2016 een gewelddadige campagne tegen drugsgebruikers begonnen. Sindsdien is er veel kritiek op de dodelijke schietpartijen door politie en gemaskerde burgerwachten. Minder bekend is dat de regering via een zogenaamd ‘tweesporenbeleid’ (Operatie Oplang Tokhang) verslaafden aanmoedigt om drugs af te zweren door zich bij de politie aan te geven.
Ruim 1,2 miljoen mensen hebben dat ook gedaan, uit schrik of onder sociale druk. Ze weten dat ze anders dood op straat kunnen eindigen, met gebonden handen, het hoofd met plastic tape omzwachteld en een karton met daarop de tekst ‘ik ben een drugsdealer, volg mijn voorbeeld niet’. Die groep wacht op behandeling om voorgoed van drugs af te raken. Alleen: instellingen om te ontwennen zijn er nauwelijks. De afkickcentra van de overheid beschikten vorig jaar over een paar duizend bedden.
Van nul beginnen
De Filipijnse verslaafden komen meestal uit het laagste sociaaleconomische milieu. Velen beginnen met de opwekkende drug metamfetamine om lange werkdagen met weinig voedsel vol te houden.
“Het is gemakkelijk om erin te belanden”, zegt dokter Nymia Pimantel Simbulen van de Medical Action Group. “In de armste wijken staan ronselaars op wacht om mensen in de drugshandel te lokken. Het is soms de snelste manier om hun gezinnen te voeden.” Hoe je hen er uithaalt? “Op korte termijn meldden mensen zich massaal aan. Wie zich overgaf, zette zijn handtekening op het politiebureau en werd gevraagd geen drugs te gebruiken. Daarna stonden ze er alleen voor. Of ze verdwenen in overbevolkte gevangenissen, waar ook geen hulp kwam”, zegt Pimantel. Sommige ‘berouwvolle’ gebruikers werden uiteindelijk toch vermoord.
Overheidscentra voor ontwenning hebben een eigen, hardhandige filosofie. Bestraffen en afschrikken zijn belangrijker dan verslavingszorg. “Eigenlijk moeten wij nu vanaf nul beginnen”, zegt Inez Feria van de actiegroep voor beter drugsbeleid No Box. “Medische of psychologische begeleiding was vroeger geen optie. Daarom denken veel Filipijnen nu dat een drugsgebruiker een kapotte, gevaarlijke mens is.”
Vandaar de strenge aanpak in de centra, waar je minimaal een halfjaar tot een jaar opgesloten zit. Een filmpje van het lokale mediabedrijf AJ+ toont hoe patiënten er doodskisten maken. “Ze moeten beseffen dat ze in die kisten kunnen eindigen door de drugs”, vertelt coach Ellen Dabu.
Het lijkt amateuristisch, maar er is gewoon niets beters beschikbaar. Een recent Amnesty International rapport noemde de opvang voor drugsgebruikers “chaotisch”, met vaak alleen zumbalessen. In een ander afkickcentrum volgen drugsgebruikers lachyoga. De mannen schateren en stampen met hun voeten op het ritme van een trommel. “Het centrum is hard, maar ik ben minder triest en ik miste mijn familie minder”, zegt een van hen na afloop.
Dokters om de ernst van de verslaving te screenen zijn er niet. Verslaafden leren ook niet hoe ze moeten omgaan met hervallen.
China’s vergiftigd geschenk
De drugsoorlog gaat zijn twaalfde maand in en zelfs de regering lijkt te beseffen dat het zo niet verder kan. Ze beloofde meer ontwenningsklinieken en betere therapie. Om dat te kunnen betalen, zocht het straatarme land hulp in het buitenland. Bij de EU, maar ook bij China.
Dat land was er heel snel bij om zijn model voor ‘grootschalige drugsbehandeling’ te exporteren. In november 2016 opende een afkickcentrum van elf voetbalvelden groot in Fort Magsaysay, een militair kamp bij de Filipijnse hoofdstad. Er kunnen tienduizend verslaafde mannen terecht in kale
containergebouwen met tralies errond. Het was een cadeau van de Chinese zakenman Huang Rulun.
Het bleek een vergiftigd geschenk. De Filipijnse regering zegt nu dat Fort Magsaysay een maatje te groot is. “We zouden mensen van andere eilanden moeten halen om het te bevolken”, zegt onderminister van Binnenlandse Zaken John Castriciones. “De meeste drugsgebruikers die zich hebben overgegeven, zijn kostwinners. Wat gebeurt er met hun families als ze naar het centrum gaan?” En dan is er nog de prijs. “We kregen het centrum gratis. Je kunt een schenker niet vragen om ook de operationele kosten te dragen.” De kosten voor water, elektriciteit en meubels kunnen oplopen, tot miljarden pesos. In Fort Magsaysay zitten nu 126 mensen.
Zorg binnen gemeenschap
Zowel Medical Action Group als No Box pleit voor “zorg binnen de gemeenschap”. Het gaat om kleinschalige, vrijwillige begeleiding van drugsgebruikers. “Als je hen niet opsluit, verklein je ook het stigma”, zegt Feria. “Dan kun je kijken wat erachter schuilt en de familie erbij betrekken. Voor functionerende gebruikers is zes maanden opsluiting veel te zwaar.”
De regering Duterte kijkt steeds meer naar lokale gemeentebesturen voor aangepaste programma’s. Dokter Gene Alzona Nisperos werkt bij de Health Alliance for Democracy, die sinds 1984 strijdt voor toegankelijke gezondheidszorg. Hij hoopt dat verslavingszorg binnen de gemeenschap aanslaat, maar ook op het totaalplaatje. “Hoe kun je mensen warm maken voor dure, intensieve begeleidingsprogramma’s voor verslaafden, als je in vele gemeenten niet eens veilig kunt bevallen of een simpele diarree overleven? Zeven op de tien Filipijnen sterven zonder ooit een dokter te zien. Je moet de opvang zo organiseren dat de lokale bevolking erachter staat.”
De gemeentebesturen hebben bescheiden financiële draagkracht. Het ontwikkelingsgeld dat de EU tussen 2014 en 2018 voor medische zorg reserveerde, gaat net daarom vooral naar algemene zorgen: vaccinaties, kraamzorg en basismedicijnen.
GISELLE NATH