Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Digitale speurneus vindt terroristen overal op internet
Supersoftware voor politie, Staatsveiligheid en defensie eind dit jaar klaar
OLIVIER VAN RAEMDONCK Woordvoerder Binnenlandse Zaken “Blogs, websites, videokanalen... Deze nieuwe software gaat er met de fijne kam door.”
Supersoftware die tot in de diepste krochten van het web doordringt. Daarmee zullen agenten van de federale politie, Staatsveiligheid en defensie binnenkort over het hele internet inlichtingen kunnen verzamelen om terroristen, haatpredikers en criminelen te ontmaskeren.
Nieuwe strijders ronselen, haatboodschappen de wereld insturen of handleidingen verspreiden voor een aanslag: terreurgroepen zoals Islamitische Staat (IS) maken al lange tijd dankbaar gebruik van het internet om in het geheim hun gang te gaan. Als antwoord daarop richtte de federale politie begin vorig jaar een speciale afdeling op, de Internet Referral Unit (IRU). De agenten moeten digitaal patrouilleren, haatpropaganda opsporen en offline laten halen, en haatpredikers laten vervolgen.
“We hebben al enkele honderden webpagina’s kunnen platleggen”, zegt Olivier Van Raemdonck, woordvoerder van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA). “De afdeling telt momenteel een twintigtal agenten, binnenkort een dertigtal, maar het is onmogelijk voor zo’n relatief kleine groep om het hele internet uit te kammen. Daarom heeft de ministerraad begin dit jaar beslist om supersoftware aan te kopen die automatisch webpagina’s opspoort die gelinkt zijn aan criminele feiten. Na de zomer beslist de regering welk bedrijf het beste systeem in huis heeft. De bedoeling is dat tegen eind dit jaar of begin volgend jaar zowel politie, Staatsveiligheid als de militaire inlichtingendienst ermee aan de slag kan.”
Investering van 6,8 miljoen euro
Kostprijs van de supersoftware: een stevige 6,8 miljoen euro. “Voor dat geld krijgen we wel wat terug”, zegt Van Raemdonck. Speurders zullen OSINT – Open Source Intelligence Techniques voluit – als een zoekrobot kunnen gebruiken. Door bepaalde woorden te combineren, bijvoorbeeld ‘ ongelovigen + boeten + Brussel’, of door bepaalde (video)beelden zoals een vlag van IS te uploaden, kan die software gericht speuren.
“Blogs, websites, videokanalen... Tot in het beruchte dark
web, een onderdeel van het wereldwijde web dat niet rechtstreeks vindbaar is voor de klassieke zoekmachines, gaat OSINT er met de fijne kam door. Het gaat wel altijd om open bronnen: dat wil zeggen dat OSINT niet doordringt in afgesloten websites ( zoals bijvoorbeeld intranet van bedrijven, red.). Dat is bij wet verboden”, zegt Van Raemdonck.
De informatie wordt tussen de veiligheidsdiensten gedeeld. Indien nodig laten agenten accounts blokkeren en verwittigen ze het parket.
Sociale media
Patrouilleren op sociale netwerken zoals Facebook, Twitter en YouTube is niet mogelijk. “Maar die bedrijven hebben intussen wel een databank opgericht waarin bekende beelden van extremistische en terroristische propaganda zijn opgeslagen. Telkens wanneer iemand een foto of video wil posten, toetst het bedrijf zelf dat beeld af aan de opgeslagen beelden in die zogenoemde ‘hash-databank’. Is er een overeenkomst, dan verhinderen de sociale netwerksites automatisch dat de foto of video online komt.”