5 vragen aan de nieuwe kampioen

“Ik ben niet langer de underdog”

1.

Hoe voelt die Belgische trui aan?

“Ik besef wel goed wat er is gebeurd, maar het is toch iets heel raars. Voor de start had ik een dubbel gevoel. Ik wist wel dat ik heel dicht kon eindigen als er gekoerst werd, maar het kon net zo goed op een massaspurt uitdraaien. Ik dacht:

Laat maar komen, we zien wel wat er gebeurt.”

2. Jij was het wel die op 25 kilometer van de streep een enorme versnelling plaatste. Bewust? “Ik wilde zo snel mogelijk dat de kloof één minuut was, en dan

konden we beginnen koersen. Met die vijf was het ideaal.”

3.

Weet je dat je op één wiel won

“Da’s niet de eerste keer, hoor. Ik denk dat dit mijn twintigste zege was, bij de elite zonder contract inbegrepen, maar ik heb dat wel al enkele keren moeten doen. Ik had desnoods mijn fiets vanonder mijn kont gegooid om te

winnen.”

4. Je vierde à la Sagan. Heb je je bril en helm al terug? “Die helm belandde bij een supporter, die bril kan

me niet schelen (die belandde bij de zus van Yves

Lampaert, red.). Ik kon er echt niets aan doen, het gebeurde allemaal zonder nadenken. Het waren reacties van ongeloof. Ik wist al wel van zondag in de Elfstedenronde dat ik een grote kans had, maar in de sprint dacht ik: Verdorie, die

Stuyven is echt wel rap. Keukeleire normaal ook, maar ik had al gezien dat hij à bloc zat. Hij bougeert normaal niet veel op zijn fiets en

dat deed hij nu wel.”

5. Waar plaats je jezelf als eendagscoureur in dit Belgisch peloton? “Philippe Gilbert en Greg Van Avermaet steken er ver boven uit, maar ik denk dat ik mijn voet naast Vanmarcke kan zetten. Allez, een vijftal centimeter ervoor. (knipoogt) Er is een brede subtop in ons land. Ik hoop dat ik nog wat marge heb. Mijn sterkte is dat ik lange koersen aankan en dat ik even snel sprint na vijf uur koers als na dertig minuten. Misschien ben ik niet

langer de underdog.” (hc)