Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Trainer Laszlo Bölöni:
LASZLO BÖLÖNI maakt week voor competitiestart balans op
“De competitie begint volgende week, maar wij starten pas echt in november”
Antwerp telt de dagen af. Na dertien jaren in het vagevuur maakt de club zich op voor zijn langverwachte terugkeer op het hoogste niveau, volgende week vrijdag tegen Anderlecht. Een terugkeer die voorlopig nog gepaard gaat met veel vraagtekens. Is de huidige kern klaar voor eerste klasse? Wie komt er nog bij? Wie zal er nog vertrekken? Ook voor coach Laszlo Bölöni is er nog veel onduidelijk, maar de 64jarige Roemeen maakte al genoeg mee in zijn carrière om zich niet druk te maken. “De competitie begint volgende week, maar onze start ligt pas in november.”
Een ontspannen Laszlo Bölöni maakte gisteren, op dag drie van de stage in Doorwerth een uurtje vrij voor de pers. De Roemeen laat een tevreden indruk achter: blij met het geleverde werk van zijn groep op training maar ook over de wittebroodsweken bij zijn nieuwe werkgever. Op de vraag hoe hij zich voelt in zijn nieuwe omgeving volgt al meteen een eerste kwinkslag. “Ik voel me hier heel goed. Antwerpen is een prachtige stad. Ik ben er al een paar keer gaan wandelen en heb ook al het Rubenshuis bezocht. Tegenwoordig slaag ik er zelfs al in om zonder hulp van mijn gps van het hotel naar de trainingsvelden te rijden. Wat wil een mens nog meer?”
Dat zijn spelerskern verre van volledig is op een week van de competitiestart lijkt Bölöni geen slapeloze nachten te bezorgen, al rekent hij wel nog op een kwaliteitsinjectie. “Ik ben ervan overtuigd dat we nog versterking nodig hebben. Maar daarin zijn we op dit moment zeker niet de enige. Elke club is nog bezig zich te versterken. Tot nu toe hebben we drie jonge middenvelders (Jaadi, Radiambololona en Rodrigues, red.), twee jonge verdedigers (Batubinsika en Sall, red.) en een
doelman (Bolat, red.) aangetrokken. Dat is alles. De huidige kern staat dus nog ver van de waarheid voor dit seizoen.” Vooral in de spits wordt dringend naar versterking gezocht. Owusu is geschorst voor de eerste twee speeldagen, waardoor alleen Bjorn Vleminckx overblijft als diepe spits.
“Maar met Limbombe, Dequevy en petit Tuur (Dierckx, red.) beschik ik nog over een ander type aanvallers. Een zoektocht naar een nieuwe spits is een cruciaal probleem bij elke club. Jammer genoeg kunnen we die zaken ook niet forceren. We werken hard en we proberen ook intelligent te werken, maar Antwerp is op dit moment een club in volle transformatie. We kunnen ook niet zomaar aantrekken wie we willen. Maar ja, ik reken wel nog op versterking. Op dat vlak heb ik ook alle vertrouwen in meneer D’Onofrio. Ik doe mijn werk, hij doet het zijne. Ik snap wel dat de verwachtingen heel hoog liggen voor onze terugkeer naar eerste klasse, maar op dit moment zijn we gewoon niet klaar om die verwachtingen in te lossen. Daarom is het beter om de zaken nu te analyseren met het hoofd en niet met het hart. Dit is een proces dat tijd nodig heeft”, predikt de Roemeen rust.
Die tijd begint wel steeds meer te dringen. Over negen dagen opent Antwerp de competitie in eigen huis tegen Anderlecht. Daarna volgen er met AA Gent, Genk, KV Mechelen en Oostende meteen vier andere kandidaten voor Play-off 1. “De competitie begint volgende week, maar voor ons zal de echte start pas in november liggen. Het belangrijkste probleem is dat er veel spelers zich eerst nog wat zullen moeten aanpassen. Ze moeten bij wijze van spreken nog de Belgische chocolade proeven. Het kost tijd om elkaar wat te leren kennen. Het is niet omdat spelers hier zijn, dat ze meteen goed zullen presteren. Dat moeten we aanvaarden. Maar we snappen natuurlijk ook dat we zo snel mogelijk punten moeten pakken om voor wat rust te zorgen binnen de club.”
Strijden tegen de degradatie is iets wat Bölöni in zijn lange carrière als coach nog niet vaak meemaakte. “En ik wil ook graag geloven dat dat hier niet zal moeten. Ik wil hier iets moois neerzetten, net als bij veel van mijn ex-clubs. Het liefst speel ik natuurlijk kampioen maar dan laat ik mijn hart spreken. Dat zou niet slim zijn op een persbabbel (grijnst). We willen wel graag ambitieus zijn maar het behoud verzekeren zou op zich al een straffe prestatie zijn. Dat is geen ambitie waar ik zelf warm van word. Maar als ik mijn echte dromen met deze club wil verwezenlijken, is er nog veel werk aan de winkel. Zelfs Abramovich heeft met al zijn geld wat geduld moeten hebben vooraleer Chelsea prijzen begon te pakken.”