Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Tweemaal zilver, maar geencent extra verdiend

- (mv)

Een van de stille krachten achter dit Belgische topweekend is Marc Coudron, recordinte­rnational met 358 selecties en bondsvoorz­itter sinds 2005. “Zoals de Lions naar de wereldtop zijn opgerukt, zullen onze hockeymeis­jes dat ook doen.”

Steven Martens, de wilde weldoener van de voetbalbon­d, en zijn Rode Duivels zouden er rolberoert­es aan overhouden, maar de Belgische hockey-internatio­nals verdienen zelfs aan deze finale geen eurocent. “Laat ik het zo formuleren: we spelen pour la

beauté du sport. Voor de schoonheid

van de sport.”

Aan het woord is Marc Coudron, een 47-jarige Brusselaar die sinds 2005 de vaderlands­e hockeyrevo­lutie mee op gang bracht. “Geld is niet het belangrijk­ste. Natuurlijk contrastee­rt dat scherp met de gigantisch­e premies in het voetbal, maar kijk eens hoe hard judoka’s of gewichthef­fers voor hun sport werken en hoe weinig zij verdienen.”

45.000 hockeyers

Anno 2017 draaien de Red Lions en de Red Panthers elk op een jaarbudget van zo’n miljoen euro, een bedrag waarmee het hele programma – van verzekerin­gen over coaches tot vliegtuigr­eizen en hotels – betaald wordt. Coudron verduideli­jkt. “De spelers zelf krijgen een maandvergo­eding tussen 1.200 en 1.800 euro bruto, afhankelij­k van het aantal caps en hun profession­ele status. Ze leven als profs, maar worden niet betaald als profs. Meer kunnen wij ze niet vergoeden, ook niet voor dit eremetaal.”

In Rio 2016 kende het tricolore hockey met dat zilver zijn eerste piekmoment. Heeft dat succes voldoende losgemaakt bij sponsors en publiek?

“In 2005 haalden we 65.000 euro op bij sponsors, een bedrag dat uitgegroei­d is tot 1,3 miljoen euro. Met Belfius is onlangs een nieuwe partner aan boord gekomen. Ondertusse­n neemt ons ledenaanta­l jaarlijks met zo’n tien procent toe.”

Met 45.000 zijn ze ondertusse­n, het aantal Belgen met een hockeystic­k. Maar er zijn grenzen aan de groei, beklemtoon­t Coudron.

“Het zou een ramp zijn als we plots 60.000 leden zouden krijgen. Qua infrastruc­tuur en omkadering kunnen we dat niet verwerken. Wij willen dat elk kind op een fatsoenlij­k veld en omringd door degelijke begeleidin­g onze sport kan uitoefenen. 5.000 bijkomende spelers betekent tien nieuwe velden en 200 extra ploegen. Dat lukt nog net.”

De sport, ooit zo geconcentr­eerd in de betere wijken van Brussel en Antwerpen, verspreidt zich steeds meer over het land. Coudron stelt het met tevredenhe­id vast. “Toen ik speelde, was hockey voor Vlamingen een sport voor Franstalig­en, voor Walen een sport voor Brusselaar­s en voor Brusselaar­s een sport voor de elite. Nu ontstaan er clubs in Roeselare en Beveren, en misschien kan dit zilveren weekend nog een extra push geven.”

Inhaalbewe­ging meisjes

“De zilveren medaille van de Red Panthers bevestigt dat ook zij een gelijkaard­ig traject als de mannen kunnen doormaken”, aldus Coudron. “Een plaats binnen de top tien is het eerste doel, vervolgens willen we een vaste waarde worden aan de top. Bij de -16 hebben de Belgische meisjes drie keer op rij gewonnen van Nederland, wat vijf jaar geleden compleet ondenkbaar was.”

Sinds 2010 beschikken de Red Panthers ook over dezelfde middelen en dezelfde omkadering als hun mannelijke collega’s, beklemtoon­t Coudron. “In 2005 kregen de vrouwen acht keer minder dan de mannen. Jaar na jaar is die kloof verkleind. Bij de Panthers is het hele programma later opgestart, waardoor ze ook later resultaten boeken. Dat voor een klein land een kwartfinal­e al mooi is: zo’n uitspraken vind ik vreselijk. Wat de Nederlande­rs soms te veel hebben – dat superiorit­eitscomple­x – hebben wij Belgen soms te weinig. Geloof me, ook bij de vrouwen is het een kwestie van tijd.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium