Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik heb collega’s zien instorten”
Antwerpse spoedarts Kevin Vereecken gelooft niet in aanpak Maggie De Block
Uit onderzoek blijkt dat de helft van de spoedartsen overweegt te veranderen van job vanwege de stress en de werkdruk. De Antwerpse spoedarts Kevin Vereecken herkent zich hier volledig in. “Ik ken zelf een collega die uit het leven is gestapt en een andere die thuis zit met een zware depressie”, zegt hij. “De remedies die minister De Block voorstelt, helpen niet.”
Kevin Vereecken is spoedarts in een Antwerps ziekenhuis. Hij is ook gemeenteraadslid voor de N-VA. “Maar ik doe mijn verhaal als arts, niet vanuit een partijpolicompensatiemechanismen tieke overweging”, zegt hij.
Zaterdag publiceerde uw krant de resultaten van een onderzoek van de vereniging van Belgische spoedartsen en de Universiteit Gent: de helft van de spoedartsen overweegt te stoppen en 16% is hiervoor actief plannen aan het maken. De redenen: fysieke of emotionele uitputting.
“Ik kijk hier niet van op”, zegt Kevin Vereecken. “Ik heb de voorbije jaren twee collega’s weten uitvallen. Ik ben ook zelf een tijd moeten stoppen. Dat kwam door omstandigheden: bij de aanslagen in Brussel raakte de zus van mijn toenmalige partner zwaargewond. Ze is twee maan- den in levensgevaar geweest. Ik ben toen blijven doorwerken. In die periode liep het fout met onze relatie en zijn we uit elkaar gegaan. In de nasleep daarvan kon ik het werk op de spoeddienst emotioneel niet meer aan. Gelukkig kon ik tijdelijk bij een andere dienst in het ziekenhuis terecht.”
Levens redden
“Door er even tussenuit te zijn, zie je pas hoe slopend het werk op de spoeddienst is. Ook ik overweeg om te stoppen. Er is om te beginnen de administratieve belasting. De ziekenhuisdirecties willen allemaal het internationale kwaliteitslabel JCI halen, maar dat vergt een hoop extra documenten, procedures en rapporten. Ik ben arts geworden om mensen in nood te helpen, om levens te redden, niet om papieren in te vullen”, klinkt het.
“Dan is er het fysieke en verbale geweld waar we mee te maken krijgen. Het is nu al zo ver gekomen dat we verplicht worden om een cursus ‘omgaan met agressie’ te volgen. Dat is toch geschift, dat je als hulpverlener een opleiding moet krijgen over de aanpak van agressieve patiënten? Waar zijn we mee bezig? De nachtelijke shifts zijn op spoed zwaarder, maar de administratieve druk en het tanende respect zie je ook in andere afdelingen, bij andere specialisten. Het is een malaise die om zich heen grijpt.”
“Het komt voor dat je in één week zeventig uren nachtdienst klopt. Als daar nog privéproblemen bijkomen, dan kunnen je
uitgeput raken en ga je er psychisch onderdoor.”
Dertien jaar studeren
“Het klopt dat wij niet slecht verdienen. Maar voor urgentiegeneeskunde moet je dertien jaar studeren. Dan kun je pas beginnen werken en aan je pensioen bouwen”, vertelt Vereecken.
Minister De Block wil naar minder spoedafdelingen. De huisartsen moeten het allemaal opvangen. “Maar onlangs is nog eens zwart op wit aangetoond dat het toegankelijker maken van de eerstelijnszorg (de huisartsen, red.) geen impact heeft op de spoed. Wat De Block doet, is de ziekenhuisvleugel die in brand staat, afbreken. Dat is niet slim. Patiënten vragen zelf naar de spoed. Als ze zich om 1u ’s nachts ergens grote zorgen over maken, dan gaat ze niet naar de huisarts, want die verwijst hen toch door. Ik snap dat ook wel. Wachtposten van huisartsen met een telefonische dienst kunnen dat niet oplossen, dat is in het buitenland al gebleken. Zo’n telefoontje neemt de angst van een patiënt niet weg.”
Superspoeddiensten
“Met het oprichten van grotere traumacentra, een soort van superspoeddiensten, gaat de minister nog eens middelen weghalen uit de gewone spoeddiensten. Die hebben nu al moeite om het hoofd boven water te houden. Er moeten ook meer urgentiespecialisten komen. Toen ik uitviel, hebben mijn collega’s een tandje moeten bijsteken, want een interim-spoedarts vind je niet. Dat bezorgt mij een schuldgevoel en mijn collega’s nog meer extra werkdruk.”
KEVIN VEREECKEN
Antwerpse spoedarts ‘‘Ook ik overweeg om te stoppen. Het werk is enorm slopend.’’