Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik moet nog meer een smeerlapje worden”

Jordi Vanlerberg­he kijkt uit naar match tegen ‘zijn’ Malinwa maar kan hij spelen?

- DAVID VAN DEN BROECK

“15 september en 20 december had ik aangekruis­t in m’n agenda.” Aldus Jordi Vanlerberg­he (21), die na veertien jaar KV Mechelen nu tégen KV Mechelen speelt. Hóópt hij, want hij sukkelde met de adductoren en de concurrent­ie bij Club Brugge is loodzwaar. We zochten hem op in Jan Breydel.

De begroeting is hartelijk, maar Vanlerberg­he heeft minder goed nieuws. “Daags nadat ik terugkwam van de nationale beloften, liep ik een verrekking op. Ik ga er alles aan doen om tegen vrijdag klaar te zijn, maar het is afwachten.”

We duimen. Wel raar om je in een totaal andere omgeving te ontmoeten. Hoe is de aanpassing verlopen?

“De eerste week merkte ik vooral dat het tempo hier een stuk hoger ligt. Maar nu heb ik het gevoel dat ik alles oppik. Ik ben blij dat ik al twee keer mocht meedoen. Het is alleen soms frustreren­d dat je niet in de selectie zit. Ik zal hard moeten blijven werken.”

Al gesetteld in Brugge?

“Ik ben naar Gent verhuisd - tussen Antwerpen en Brugge, ideaal. ‘s Ochtends ben ik op een half uurtje op de club. En als ik met vrienden of met mijn ouders afspreek, ben ik er ook vrij snel.”

De eerste keer dat je met Sharon gaat samenwonen?

“Klopt. Over een jaar of twee wou ik sowieso iets vinden voor ons tweeën, maar nu was het geen optie meer om in Duffel te blijven. Gent is de ideale tussenoplo­ssing. Sharon studeert nog in het Antwerpse en gaat af en toe nog naar huis.”

Nog eens terug naar jouw transfer, die eind juni rondkwam. Was je vroeger fan van Club, dat je per se hier wou tekenen?

“Je hebt altijd een club in je hoofd voor het geval je doorbreekt. Dat is altijd Brugge geweest. Van Gent was nog niet echt sprake toen ik jong was, dat is de laatste jaren pas een topclub geworden. En van alle topclubs is Brugge de meest familiale, denk ik, en dus het best te vergelijke­n met Mechelen. Ik ben nog altijd blij met mijn keuze, al was het zeker niet de makkelijks­te.”

Hoezo?

“Er waren toch clubs die minder Belgen hadden dan Brugge. En dan weet je: ik zit sowieso bij de achttien. Dat is hier niet het geval. We zijn hier met twaalf of dertien Belgen, terwijl je er maar zes nodig hebt. Ze hebben me dus ook niet gehaald omdat ik Belg ben, zoals velen zeiden. Als ze per se nog een extra Belg wilden, hadden ze wel iemand uit de jeugd laten doorstrome­n of een goedkope jongen gehaald.”

Je keuze stond al een tijd vast, zelfs voor Club een nieuwe trainer had. Beetje riskant toch?

“Ik vind net dat je niet naar de trainer mag kijken. In januari wou Jankovic me heel graag bij Standard. Maar in het voetbal verandert alles zó snel. Heel weinig trainers zingen het langer dan twee jaar uit. Als je ergens tekent voor een trainer en twee weken later is die weg: wat dan? Dat gevoel had ik bij Standard, dat de stabilitei­t ontbrak. Jankovic geloofde in mij, had me sowieso een kans gegeven. Maar hij begreep mijn redenering.”

Standard was de eerste topclub die vol

voor jou ging?

“Brugge volgde me al, maar Standard was de eerste die concreet werd, in de winter.

Maar toen wou ik sowieso nog niet weg. Door blessures had ik nog maar zes matchen gespeeld, ik voelde me niet klaar. Maar nadien speelde ik een goeie terugronde, waarbij ik ook wat geluk had. Geluk, omdat ik mijn beste matchen tegen de grotere ploegen speelde. Ik speelde er ook veel slechte - op Union, in Beveren - maar daar was amper aandacht voor. Je scoort een keer tegen Standard, tegen Anderlecht, en de belangstel­ling neemt enorm toe. Dan komt dié club, dan dié… Maar ik wist snel wat ik wilde.”

Toch werd jouw transfer een klein soapje?

“Op een gegeven moment stond ik twee weken lang elke dag in de krant. Allicht was er toen niet veel anders om over te schrijven. (grijnst) Maar het was toch raar, want ik had geen wauw-seizoen gespeeld.”

Plots had KV ook een akkoord met AA Gent. Terwijl het wist dat je naar Brugge wilde.

“Het bod van Gent lag niet geweldig veel hoger dan dat van Brugge. Maar dan werd gezegd dat het te maken had met Schoofs, om later diens transfer te vergemakke­lijken. Daar weet ik het fijne niet van, maar op zo’n moment wordt er veel boven je hoofd beslist.”

Even vreesden we: ze gaan slecht uit elkaar...

“Ik dacht toen zelf ook: ze dwarsbomen de transfer. Maar op zo’n moment zit je daar te emotioneel in. Achteraf kan je beter relativere­n. Het was mijn eerste keer en het was meteen een lastig dossier – ik heb zelf ook dingen geleerd die ik volgende keer anders moet aanpakken. Maar al met al zijn we goed uit elkaar gegaan. Ik heb geen rancune en kom nog altijd heel graag in Mechelen.”

Je werd hier gehaald om achterin Engels op te volgen, dacht ik.

“Ik werd gehaald als centrale verdediger, maar ook als verdedigen­de middenveld­er. De trainer ziet me nu eerder op het middenveld, en je weet wie daar allemaal speelt. Om daar minuten te maken, is momenteel moeilijk.”

Een tegenvalle­r: Europees voetbal viel weg.

“Dat was heel zuur ja. Voor de club, maar ook voor mezelf, want met Europees voetbal erbij wordt er meer geroteerd, krijg je meer kansen. Dat zal nu heel wat minder zijn. Ook op mijn Europees debuut moet ik dus minstens een jaartje wachten, maar gelukkig zijn we in de competitie goed vertrokken.”

Nog een tegenvalle­r: met Jordy Clasie werd nog een extra middenveld­er gehaald.

“Dat had ik niet zien aankomen, dat geef ik toe. Dat was even zuchten. Maar oké, bij een topclub is nu eenmaal meer concurrent­ie. Ik moet maar bewijzen dat ik m’n plaats verdien.”

Intussen zit je wel vaak in de tribune.

“Elke keer als ik afval, ben ik ook teleurgest­eld, dat ziet iedereen aan mij. Het zou makkelijke­r te accepteren zijn als ik niet ‘mee’ was. Maar ik pik het niveau goed op en voel me conditione­el supersterk. Ik moet gewoon doorbijten en met die kleine tegenslage­n leren omgaan. Ik heb mezelf gezegd: ik ga keihard werken, proberen te groeien, en rond Nieuwjaar maak ik voor mezelf een evaluatie. Om te kijken wat het beste is.”

Doel je op een uitleenbeu­rt?

“Neen, dat niet. Toen Clasie tekende, vroegen de mensen ook al of ik aan uitlenen dacht. Ik snap de vraag wel, maar ik wil er alles aan doen om hier te slagen. Na veertien jaar Mechelen voelde ik me klaar voor een nieuwe uitdaging en een stap hogerop, en ik ben ervan overtuigd dat ik hier kan doorbreken, met het nodige geduld.”

Is Leko een trainer die je een uitleg geeft als je niet speelt?

“De ene keer wel, de andere keer niet. Uiteindeli­jk kan je ook niks goed zeggen, hé. De trainer moet nu eenmaal keuzes maken. Hij zegt wel wat mijn werkpunten zijn. Ik moet vooral nog agressieve­r worden. Soms wil ik het nog te mooi doen. En soms oog ik sloom, als ik druk zet bijvoorbee­ld - dat merk ik op tv. Maar gasten als Simons, Vormer en Nakamba kunnen me leren om nog meer een smeerlapje te worden.”

KV Mechelen, Jordi. Is het moeilijk om de club los te laten?

“Toch wel ja. Ik hoor nog elke dag ploegmaats van vorig seizoen - Mats (Rits), Colin (Coosemans), Nils (Schouterde­n) en vele anderen. Vrijdag komen ook al onze vrouwen bij ons iets eten, om nadien naar de match te rijden. We blijven een hechte groep. Ook de club Mechelen draag ik nog altijd een warm hart toe. Zondag ben ik nog komen kijken tegen Oostende.”

Komen spioneren, zo zagen we?

(Lacht) “Nee nee. Ik ga niet in de kleedkamer rondneuzen, hé, maar in het spelershom­e kan nog. Ik heb ook even met Ferrera gepraat, die had me gezegd dat ik altijd welkom ben. En na de match ben ik met m’n ex-ploegmaats nog iets gaan drinken in de Grand Kavee.”

Ook al op ‘de kleine KV’ teruggewee­st, waar je het uithangbor­d was?

“Nog niet, maar dat ga ik zeker doen. Ik ken er nog altijd veel mensen. En ik ben wel trots op het feit dat de club mij, als jeugdspele­r, heeft kunnen verkopen – dat was lang geleden. Ik hoop dat ze het geld voor de jeugdwerki­ng gebruiken. Maar dat zal eerder naar het stadion gaan, denk ik. (glimlacht) En naar de transfer van Schoofs.”

Kan Cobbaut jouw opvolger worden? Club Brugge had ook in hem al interesse.

“Ja, ik las het. Toen we elkaar bij de nationale beloften tegenkwame­n, vroeg ik: Kom je binnenkort af? (grijnst) Maar hij zei dat het veel te vroeg was. Dat is ook zo. Ik had toch al vijftig matchen gespeeld, hij nog maar een stuk of vijftien. Maar Elias is de voorbije maanden enorm geëvolueer­d. Als hij zo constant blijft presteren, met af en toe uitschiete­rs zoals tegen Standard, kan hij straks ook een stap hogerop zetten.”

Zeg eens: was het nu toeval dat jij begin augustus het 9.500e abonnement kwam kopen en zo het KVrecord brak?

“Niemand gelooft mij, maar ik zweer het: dat was toeval! (lacht) Ik was in de ticketshop voor een kaart voor de match tegen Gent, en Marc Faes was daar aan het wachten op de 9.500e abonnee. Ik wist dat mijn papa erover nadacht om nog een abonnement te kopen, ik heb hem gebeld en gezegd: Marc moet je iets vragen.”

We gaan jou er nog vaker terugzien vermoeden we. En over tien jaar ga je à la Wayne Rooney toegeven: Al die tijd sliep ik in nog een geelrode pyjama?

(Glimlacht) “Neen, dat niet. Maar mijn slaapkamer in Duffel is wel helemaal geel-rood geschilder­d. Stel dat ik ooit terugkeer naar KV, dan kunnen we daar misschien een artikel rond maken?”

Afgesproke­n. Succes nog!

“Bedankt. Ik hoop dat ik erbij ben vrijdag. Maar ik hoop vooral dat ik op 20 december, in Mechelen, op het veld kan staan. Daar ga ik alles aan doen.”

 ??  ??
 ?? FOTO SIMON MOUTON ??
FOTO SIMON MOUTON

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium