Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Een gebrek kan je grootste kracht worden”
Dove jongen ontrafelt omstreden dood van Tsjaikovski in Arthur Japins ‘Kolja’
Een dove jongen in een wereld waarin alles draait rond muziek, hoe moet dat voelen? De Nederlandse schrijver Arthur Japin (61) werpt met de roman Kolja een nieuw licht op de dood van Tsjaikovski. “In Rusland wuift men het verband met de homoseksuele geaardheid van de componist nog steeds weg.”
Al twintig jaar lang botst Arthur
b Japin op kleurrijke figuren uit het verleden die hem inspireren tot veelgelezen historische romans. Danser Vaslav Nijinsky en balleticoon Sergei Diaghilev verwierven een plek in Vaslav (2010), de allereerste vliegenier Alberto SantosDumont toont zijn doorzettingsvermogen in De Gevleugelde (2015), terwijl Casanova opduikt in Een
schitterend gebrek, waarmee de Nederlander in 2004 de Libris Literatuurprijs won. In Kolja voert Japin een doofstomme jongen op over wie de broers Tsjaikovski zich hadden ontfermd. Deze Kolja Konradi ontsluiert wat Ruslands bekendste componist tot de dood dreef.
Alle historische personages uit het boek zijn echt. Hoe kwam u terecht bij Konradi?
Ik las dat de overleden toneelschrijver Peter Schaffer, bekend van de film Amadeus, een stuk rond de broers Tsjaikovski had willen schrijven. Zelf was ik me er niet van bewust dat Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893) een broer had. Lezend over Tsjaikovski en diens broer stuitte ik op Kolja. Toen de Tsjaikovski’s hem ontmoetten, was de jongen 8 jaar oud en doofstom. Modest Tsjaikovski ontfermt zich over hem en ze trekken zeventien jaar samen op. Tot verbazing van zijn familie, die hem al had opgegeven, leert Kolja liplezen en goed spreken. Dat Tsjaikovski’s laatste brief aan de jongen was gericht, intrigeerde me, omdat er zo’n mysterie hangt rond de dood van de componist.
Zo zet u Kolja in als detective?
In die laatste brief ordonneert Pjotr hem te komen en het goed te maken met Modest, maar als Kolja arriveert, is de componist net overleden. Volgens velen was het cholera, maar al de volgende dag meldden de kranten dat die doodsoorzaak wegens het tijdsverloop van de ziekte niet kon kloppen. De belangstelling van Kolja is gewekt. Hij tracht de laatste dagen van Tsjaikovski’s leven te reconstrueren. Kolja merkt dat er iets verzwegen wordt, maar voor een dove heeft zwijgen geen geheimen. Hij haalt informatie uit andere impulsen. Via liplezen ontdekt hij, zelfs vanop een afstandje, wat verborgen moet blijven.
Nadat Kolja heeft leren spre ken, ontdekt hij ook de muziek. De link met stilte blijkt niet zo veraf.
In de tweede helft van de 19de eeuw kwamen er geregeld machines op de markt om doven geluid te laten ervaren, maar dat schoot niet op bij Kolja. Tsjaikovski besloot de jongen tussen de leden van het orkest te plaatsen en hem te laten voelen waar hij het meest kon ervaren. Dat was natuurlijk bij de tuba en het slagwerk, en alles wat zoveel mogelijk dreunt. Zo leerde Kolja hard en zacht onderscheiden, en kreeg hij de emotie van een stuk mee. De jongen was getuige van de creatie van meesterwerken, maar ook van het moment van scheppen. Tsjaikovski componeerde niet altijd aan de piano, maar ook zittend aan de keukentafel, terwijl Kolja aan zijn voeten met de blokken speelde. De jongen en de man delen dezelfde stilte. De muziek ontstaat uit de stilte in Tsjaikovski’s hoofd. Op een keer vroeg Modest aan zijn broer: “Hoe moet ik de jongen nu leren spreken, daar heeft hij geen enkele notie van.” Waarop Tsjaikovski antwoordde: “Dat heb ik ook niet van muziek.”
In uw boeken zet u vaak een genie naast iemand met een gebrek. Waarom?
Als je een gebrek juist kunt aanwenden, wordt het heel vaak een kracht. Dat fascineert me. Toen ik in mijn jeugd zwaar gepest werd op school, ontwikkelde zich rond mijn achttiende het idee dat ik zo misvormd was door het leven dat ik er nooit meer aan zou kunnen deelnemen. Maar tegelijk dacht ik: dat gun ik ze niet. Dus ging ik dromen, en boeken lezen, en verhalen maken. Als je jong trauma’s beleeft, moet je je fantasie aanspreken. Vanuit je zwakte ontwikkel je andere dingen die omslaan in je kracht. Dat geldt voor al mijn personages. Door zijn doofheid heeft Kolja een voorsprong en kan hij de waarheid achterhalen.
Tsjaikovski’s doodsoorzaak, die zou voortvloeien uit zijn homoseksuele geaardheid, wordt door velen niet aanvaard. Waarom toch?
Aanvankelijk werd er gezwegen om de eer van de Tsjaikovski’s te redden, maar vreemd genoeg hechten er vandaag nog steeds mensen aan de cholera-verklaring. Dat men de waarheid niet onder ogen wil zien, heeft ongetwijfeld te maken met het taboe op homoseksualiteit, dat vandaag in Rusland nog zwaarder weegt dan in Tsjaikovski’s tijd.
De kampen waar Tsjaikovski bang voor was in Siberië, die liggen vandaag in Tsjetsjenië. In 2013, net voor de Olympische Winterspelen in Sochi, heeft Poetin wetten uitgevaardigd waarin staat dat je homoseksualiteit niet mag propageren. Dat heeft als gevolg dat mijn boek
Vaslav, waarvan de Russische vertaling klaar lag, er niet kan worden uitgebracht.
In 2013 maakte het Russische ministerie van Cultuur nog subsidies vrij voor een film die het heteroseksuele leven van Tsjaikovski zou vieren. Dat idee werd internationaal op zoveel hoon onthaald, dat die film nooit is gedraaid.
Waarom besluit Kolja te zwijgen over de ware toedracht van Tsjaikovski’s dood?
Zijn hele jeugd lang is Kolja bezig geweest met het verwerven van woorden, en uiteindelijk blijkt dat precies woorden Tsjaikovski het leven hebben gekost. Kolja beseft dat hij de woorden het best dient door te zwijgen. De waarde van woorden en stiltes is het absolute thema van de roman. Kolja zegt dat niets hem ooit zo heeft teleurgesteld als woorden. Zelf ben ik er ook enorm op mijn hoede voor, misschien dat ik ze daarom zo goed heb leren aanwenden. Als kind al heb ik de kracht van woorden ontdekt, woorden die mensen elkaar naar het hoofd slingerden. Sommige woorden gaan nooit meer weg. Je kwetst met woorden en met daden, maar wonden verdwijnen en littekens trekken ook wel weer bij, maar woorden, die blijven altijd.
ARTHUR JAPIN
Schrijver
‘‘Het taboe op homoseksualiteit weegt in Rusland
vandaag nog zwaarder dan in Tsjaikovski’s tijd.’’