Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Daarom is het nu zo stil in uw tuin
Minder vogels te zien door rui en herfst, maar ook usutuvirus
Maakt u zich ook zorgen omdat u minder vogels ziet of hoort? Bij Natuurpunt kregen ze in de voorbije weken meerdere meldingen van ongeruste vogelliefhebbers: “Het is muisstil in de tuin” of “ik kan het aantal vogels op één hand tellen”. De experts van Natuurpunt stellen gerust: het valt te verklaren. Voor een groot deel toch. Want er is ook het usutuvirus dat al langer lelijk huishoudt, vooral onder de merels. En die flamingo’s die gespot zijn? Helaas, dat zijn ontsnapte exemplaren.
Na de zomer is het altijd relatief stil onder tuinvogels, stelt Gerald Driessens van Natuurpunt. Het broedseizoen zit erop en vogels trekken rond op zoek naar voedsel, wat ze overigens vaak in familiegroepjes doen. Een nog grotere factor is dat de meeste vogelsoorten in de voorbije weken geruid hebben en sommige doen dat nog altijd. Hun nieuwe verenpak moet ze in staat stellen om naar het zuiden te trekken of om de barre winter hier te trotseren. In de weken durende ruiperiode zijn de vogels extra kwetsbaar voor katten en roofvogels. Daarom schuilen ze meer in het struikgewas van de tuin en zijn ze minder te zien.
Liedje is uit
De meeste soorten zingen ook niet meer, wat de stilte nog vergroot. Zingen kost energie en slechts enkele soorten laten zich het hele jaar door horen. De meeste soorten kwinkeleren alleen in de lente om hun territorium af te bakenen en om een partner te verleiden. Er zijn nu ook genoeg insecten en bessen, dus de voedertafel hebben ze minder nodig. Noordelijke vogels die hier komen overwinteren, zijn nog niet gearriveerd, dat begint nu pas. De rui is nu wel bijna afgelopen en wie opnieuw begint te voederen, zal dat merken. Best is nog geen vetbollen te hangen, maar zaden, zonnepitten en pinda’s te geven.
Ontsnapte flamingo’s
Er waren van de week twee opvallende meldingen van exotische vogels: in Averbode in het heraangelegde ven Munninckxgoor werd één flamingo gespot, in het Limburgse Smeermaas (tussen Zutendaal en Maastricht) zelfs een zwerm van negen flamingo’s. Helaas gaat het hier hoogstwaarschijnlijk om ontsnapte vogels. Als ze al de winter overleven, is het hier toch te koud om zich te kunnen voortplanten. En de kans dat ze weer in Zuid-Europa geraken, waar flamingo’s ook in het wild voorkomen, is zeer klein. Flamingo’s zijn geen grote vliegers. Volgens Gerald Driessens zijn er nog wel meer ontsnapte exoten die in het Europese luchtruim rondfladderen tot ze dood gaan. “Heilige ibissen, zwarte zwanen, ganzen... Het is zo zonde. Die vogels hadden in hun land van herkomst moeten kunnen vliegen. Maar zolang er veel geld mee te verdienen valt, zullen we met dit soort zaken worden geconfronteerd”, zegt hij.
Merelsterfte
Bij de inheemse vogels zorgt een grootschalige uitbraak van het usutuvirus voor een verhoogde sterfte, vooral onder merels. Het virus wordt overgedragen via muggen en leidt in enkele uren tot de dood. De impact zullen we pas in de lente kunnen inschatten, maar volgens Driessens kan het virus nog vele jaren blijven opduiken. “We sluiten zelfs niet uit dat de merel niet langer een van onze meest verspreide broedvogels zal zijn”, zegt hij. Gelukkig is er wel nog de jaarlijkse verse aanvoer van merels uit noordelijke landen voor de winter. Een remedie tegen het virus is er niet.