Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Bij Beerschot had ik alle pech die je je kan inbeelden”

Vijf jaar na zijn bewogen passage keert Van Langendonc­k met Westerlo terug naar het Kiel

- KERSTEN STEURBAUT

In een ideale wereld zou hij nooit meer lastige vragen over zijn periode bij Beerschot moeten beantwoord­en, maar aan de vooravond van de terugkeer naar het Kiel is er voor Koen Van Langendonc­k geen ontkomen aan. “Ik was helemaal niet voorbereid op zo’n scenario bij Beerschot.”

Tweemaal ‘Kemphaan van het Jaar’, bekerheld tegen Anderlecht en Antwerp en regelmatig ‘man van de match’. Koen Van Langendonc­k mag best trots zijn op het parcours dat hij na zijn periode bij Beerschot heeft afgelegd. Afgeservee­rd voor topvoetbal, klonk het. Niet dus. Bijna 150 profwedstr­ijden later blijft de passage aan de VIIe Olympiadel­aan wel aan zijn naam kleven. Zeker nu hij met Westerlo op het Kiel op zoek gaat naar een eerste driepunter. “Beerschot, dat is voor mij een afgesloten hoofdstuk”, zucht Van Langendonc­k. “Het is nu zelfs een andere club. Maar het blijft de plaats waar het voor mij begon en ik kijk er naar uit. Toen

ik er vier jaar geleden het veld opliep, kreeg ik iedere keer kippenvel. Dat zal nu niet anders zijn.”

Het was voor jou een droom die een nachtmerri­e werd. “Ik had voor drie jaar getekend. Het was de bedoeling om rustig door te groeien. Dat is anders gelopen. Die periode was voor iedereen een nachtmerri­e. Financieel en sportief. Vraag het aan Losada en hij zal net hetzelfde zeggen. Vandaag zal hij er anders tegenover staan, zeker nu ze met vier titels op rij iets negatiefs hebben omgezet in iets positiefs. Met dank aan de fans die hun schouders onder dat project hebben gestoken.”

Voor jou komt erbij dat je vaak herinnerd wordt aan de wedstrijde­n tegen Club Brugge (17) en Lierse (13).

“Als je in een ploeg staat waar het langs alle kanten rammelt, is ieder doelpunt te veel. Dan maakt het niet uit hoe het tot stand komt en wordt het ook niet meer objectief bekeken. Ik heb geprobeerd het op een volwassen manier aan te pakken. De vier jaar daarna heb ik alles gespeeld. Vandaag staat dezelfde Van Langendonc­k tussen de palen, maar op dat moment was ik niet voorbereid op zo’n scenario. Wat op Beerschot is gebeurd, had niemand kunnen voorspelle­n. Het was even schrikken. In mijn eerste jaar was het niet de bedoeling om zoveel te spelen. Ik kwam net van school, het was afwachten hoe ik twee trainingen per dag zou verteren. Dat jaar heb ik alle pech gehad die je je als mens kan inbeelden.” Het publiek keerde zich tegen jou. “Dat was niet fijn. Misschien zullen ze zaterdag opnieuw roepen, maar dan stel ik mij de vraag of het mijn schuld was. Er zullen wel fans zijn die beseffen dat het een collectief falen was - die zullen me geen negentig minuten uitfluiten. Ik ga er geen energie in steken. Als ze fluiten, probeer ik alle ballen te pakken. Dat is de enige manier om me te tonen.”

Na jouw periode bij Beerschot heb je je ingeschrev­en bij de VDAB. Bijna was je geen voetballer meer...

“Bij iedere speler die vertrok, waren er wel vragen. Veel jongens zaten het eerste halfjaar zelfs zonder club. Op de school waar ik stage had gelopen, kon ik beginnen als leerkracht Lichamelij­ke Opvoeding. Westerlo is pas heel laat op de proppen gekomen. Maar toen ik dat telefoontj­e kreeg, was de keuze snel gemaakt.”

In je eerste jaar bij Westerlo pakte je meteen de titel in tweede klasse. “Van de eerste dag heb ik vooruit gekeken, maar het was fijn om een slechte periode te kunnen afsluiten met een collectief succes. Win je iedere week, dan groeien ook de spelers. Kijk nu naar KV Oostende, dat op de laatste plaats staat. Dat heeft alleen met vertrouwen te maken. Laat die ploeg twee of drie keer winnen en de trein is terug vertrokken.”

Ook nu sta je met Westerlo weer onderin. Verlang je dan niet naar een jaar zonder zorgen? “Het zou leuk zijn om eens zonder die stress te spelen, maar op dit moment hangt er wel een positieve sfeer rond de club. Er zat elke week wel iets in, alleen de wedstrijd op Union was niet goed. Het probleem is dat we onszelf vergeten te belonen. Week na week wordt de druk dan groter. Als die van onze schouders valt, kunnen we bevrijd voetballen. Na twee moeilijke jaren verlangt iedereen die bij de club betrokken is naar dat moment. Anders belanden we opnieuw in dezelfde spiraal en wordt het goede voetbal vergeten.”

Heb je deze zomer aanbieding­en gehad?

“Ik had nog een contract en heb niet specifiek gezocht. Westerlo heeft mij vier jaar geleden een kans gegeven en ik wil nog altijd veel teruggeven. Ik was zeker bereid om te praten, maar voor een doelman die twee jaar onderin heeft gespeeld en de meeste tegengoals heeft moeten slikken, is het moeilijk.”

De cijfers op papier zijn hard: 248 tegengoals in 147 wedstrijde­n.

“Voor een verdediger zijn die cijfers ook hard. In die periode is de verdedigin­g vaak veranderd, misschien is dat ook wel een verklaring voor al die tegengoals. In tweede klasse stonden we altijd met dezelfde vier jongens op het veld. Dan kan je als ploeg groeien. Ach, ik weet van waar ik kom en prijs me gewoon gelukkig dat ik dit nog kan doen.”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium