Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik heb zo veel geluk dat het gênant wordt”

- FRANK POOSEN

Zeldzaam zijn de artiesten die een gebrek aan ego zo ongebreide­ld combineren met een guitige blik en een kamerbrede lach. Regi Penxten heeft voor het eerst in zijn solocarriè­re een nummer 1hit. “En ik ben daar zo blij mee als een klein kind. Vooral omdat ik goed besef dat het morgen niet meer zo zal zijn.”

Reginald Paul Stefan Penxten – Regi voor de vrienden – is 41 en tokkelt op zijn overmaatse telefoon, een en al concentrat­ie. “Ik heb een bedrijf te runnen, he.” En hij lacht. Breed en luid, zoals hij dat kan. Hij heeft net het nieuws gekregen dat zijn creatie Where Did You Go (Summer Love) nog altijd de bestverkoc­hte plaat van het land is. “Al de vierde week op 1. Het zou in sommige kringen goed staan om te zeggen dat het mij niets doet. Maar zo blasé ben ik niet. Ik ben zo blij als een klein kind. Ook al omdat ik goed besef dat het morgen niet meer zo zal zijn. Zo’n nummer 1-hit, dat maakt me gelukkig. Ik heb er heel veel zweet in gestoken. We hebben er van februari tot april aan gewerkt. Ik geniet daarvan.”

Heel gek moet je toch niet doen om in dit kleine hoekje van de wereld op 1 te staan. Pas op, de markt is hier niet groot, maar zo veel Vlaamse artiesten staan niet meer in de Ultratop, hoor. Ik vind het vooral heel leuk dat mijn muziek tot bij de mensen geraakt en ze dat appreciëre­n. Is dat het hoogste goed? Als artiest? Zeker. Ik wil de mensen bereiken. Het is de max als je op elke radio te horen bent. Daar doe je het voor. Muziekjes maken die de mensen graag horen, is mijn passie en mijn leven. Ik kan niets anders. Het is wat ik het liefste doe en ik wil dat zo lang mogelijk blijven doen. Ik heb het geluk dat ik een smaak heb die de grootste gemene deler is. Wat ik graag hoor, horen heel veel mensen graag. Ik zou nooit iets maken dat ik zelf maar niets vind, maar dat misschien wel commerciee­l interessan­t kan zijn. Het mooiste compliment vind ik nog altijd dat iedereen verwonderd is dat Where Did You Go (Summer Love) van mij is. Het is heel on-Regi, zeggen ze dan. Ik ben niet graag onder één pet te vangen.

Geldt dat ook voor het leven buiten de muziek?

Ja. Ik zeg altijd mijn gedacht. Niet zo ongezouten als ik dat thuis zou doen in gezelschap na een fles wijn. Maar altijd op eieren lopen om toch maar niemand voor het hoofd te stoten, moet heel vermoeiend zijn, denk ik. Ik ben niet zo’n tafelsprin­ger met een uitgesprok­en mening, maar ik buig niet graag.

Heb je er ooit bij stilgestaa­n dat je wel heel erg veel geluk hebt in je leven? Je doet je zin en verdient daar een fijne boterham mee. Constant. Ik besef dat ik een zondagskin­d ben en ik ben daar bang van. Mijn muziek scoort goed, ik heb een prachtig gezin, ik voel me gelukkig… Het is bijna gênant. En dan moet je weten dat ik eigenlijk een doemdenker ben. Ik denk altijd dat al dat geluk onmogelijk kan blijven duren. Toen we met Milk Inc. het Sportpalei­s zo veel keer na elkaar vulden, dacht ik elke keer weer dat het de laatste keer was. Op het hoofdpodiu­m van Tomorrowla­nd: net hetzelfde. En nu weer: die platina plaat zal ik maar koesteren, want ik zal er geen meer krijgen. Ik weet niet hoe dat komt. De Grote Boze Wolf zal toch ooit wel eens aan mijn deur komen kloppen. Dat kan niet anders. Daarom beschouw ik dat succes en dat geluk ook niet als vanzelfspr­ekend. Ik heb rondom mij wel andere dingen gezien. Ik ga er niet licht mee om.

Je doelt wellicht op de vreselijke dingen die je Milk Inc.partner Linda Mertens is overkomen. Ze verloor haar dochtertje van 2,5 aan kanker.

(stil) Dat is zo fundamente­el oneerlijk. Het is vreselijk om te zien hoe cru het leven kan zijn. Als ik al niet stilstond bij het feit dat ik een zondagskin­d ben, dan is dat nu heel zeker wel het geval. Wat Linda heeft meegemaakt, zou nooit ofte nooit mogen gebeuren.

Ga je daardoor ook zelf anders kijken naar de zin van alles?

Natuurlijk. Zeker als je zelf kinderen hebt. Ik had daarvoor nooit groot leed gezien, ook niet bij mijn vrienden. En dan gebeurt zoiets. Dan gaan je ogen toch wel open, hoor. Ik wens mezelf geen miserie toe, maar ik zie mijn geluk niet als iets vanzelfspr­ekends. Ik geniet nu nog meer van mijn kinderen en van alles wat op mijn pad komt. Er is in wezen maar één ding van het allergroot­ste belang: dat je gezond bent. En dat je gelukkig bent met wat je doet. En met wat je hebt. Ik heb ongeloofli­jk veel geluk dat Elke zo’n schitteren­de vrouw is die goed voor ons gezin zorgt. Ik zou het niet kunnen doen, mocht zij me niet elke dag opnieuw zo steunen.

Wat zou er van je geworden zijn zonder muziek? Dat werkte ik bij Proximus of zo. Ik heb graduaat telecommun­icatie gestudeerd. Eigenlijk wilde ik burgerlijk of industriee­l ingenieur doen, maar dat duurde te lang. Ik was al met muziek bezig en wilde geen tijd verliezen. Ik heb gekozen voor de hogeschool, van het korte type. Graduaat telecommun­icatie, dus. Maar ik denk wel dat ik voor Proximus in China, of ergens anders ver weg zou werken. Ik zou wel een wereldjob hebben gedaan. Ik denk niet dat ik hier gebleven zou zijn. Geen spijt van iets? (fel) Van helemaal niks. Als ik morgen zou doodvallen, zou ik alleen maar spijt hebben dat ik mijn kinderen en mijn vrouw niet meer zal zien. Ik heb alles gedaan wat ik wil. Ik ben een wreed gelukkige mens. Ik wil dit nog zo lang mogelijk doen. Het zou me ook heel ongelukkig maken als het applaus op een bepaald moment uitsterft.

“Al de vierde week op nummer 1. Het zou in sommige kringen goed staan om te zeggen dat het mij niets doet. Maar zo blasé ben ik niet.”

Want daar kan niks tegenop. De kick van het applaus is enorm. Ik ben daar verslaafd aan. Als ik zou moeten optreden en het publiek draait zijn rug, dan hoeft het voor mij niet meer. Een publiek dat uit de bol gaat op muziek die jij hebt gemaakt, dat is het mooiste.

En dan vraag je maar naar die handjes… (verongelij­kt) Maar ik heb dat nooit gezegd, he! Waar zijn die handjes? Dat is niet van mij. Zoek het maar op. Je zal geen enkel filmpje vinden waarop ik dat over mijn lippen krijg. Het is de fout van die imitatoren. Alex Agnew, Jonas Van Geel, Urbanus. Ik ga niet ontkennen dat ik ooit wel iets in die zin heb gezegd, ik zeg van alles op een podium. Put your hands up, waar zijn die handen? Maar handjes? Nooit. Ik haat verkleinwo­orden. Maar ik trek het mij niet aan. Ik ben heel dankbaar dat ik dat mag doen. In het voorjaar nummers schrijven en in de zomer optreden met dat nieuwe materiaal, dat is fantastisc­h. Zeker als ik in dat voorjaar een hit heb gemaakt (lacht).

En die moet je dan honderden keren spelen. Ben je dat niet zo beu als koude pap? Nooit. Zelfs Walk on Water (de grootste hit ooit van Milk Inc., red.) niet. Er komen altijd nieuwe herinnerin­gen bij, elke keer opnieuw. Ik zal mijn muziek nooit beu zijn, ik ben fier op mijn werpsels.

Ondertusse­n sta je ergens halfweg in de top vijftig van de bestverdie­nende artiesten in België. Goed geboerd. Ik ben daar heel fier op. Maar het is ook mijn spaarboek. Er zijn belastinge­n – veel – op betaald, dus voor je dat bedrag opzij hebt, heb je hard je best moeten doen.

Eerlijk, als ik zeven cijfers op mijn bankrekeni­ng zou hebben staan, ik zou niet in dit koude tochtgat blijven slenteren. Ach. In de winter gaan we vijf weken naar Zuid-Afrika. Maar ik zou daar echt geen heel jaar kunnen zitten. Die vijf weken, dat is plezant. Ik heb daar veel vrienden, want ik kom er al negentien jaar. En ik word er niet om de haverklap herkend, dat is ook mooi meegenomen.

Vergeef het me, maar je hebt het wel zelf gezocht: je bent live op tv getrouwd, de camera’s hebben naast de koffiezet in de keuken gestaan. In Vlaanderen zal ik altijd wel bekend blijven en dat vind ik niet erg. Ik denk dat ik er voor ben gemaakt. Ook al is het niet altijd aangenaam om te poseren voor een selfie. Zeker niet in het ziekenhuis of op een begrafenis. Ik heb ervoor gekozen en ik mekker daar niet over. Maar het is wel leuk om ergens rond te lopen zonder dat iemand je herkent. Zeker nu ik een gezin heb, is het soms ambetant. Niet voor mij, maar voor de kinderen. Het is heel moeilijk, zeg maar onmogelijk, om naar een speeltuin te gaan. Om de twee meter word ik aangeklamp­t.

Is er nog veel veranderd sinds je kinderen hebt?

Alles. Ik heb altijd wel de neiging gehad om alles te relativere­n, maar sinds Ellie Martha en Renée er zijn, doe ik dat nog veel meer. Ik ben ook een oudere mens geworden, precies. Ik denk al eens twee keer na voordat ik sneller dan 120 rijd. Het perspectie­f is veranderd. En ik ben er week van geworden. Als Ellie Martha het liedje van papa op de radio herkent, dan pakt mij dat. Ik kan ook niet meer naar het nieuws kijken zonder vol te schieten als het gaat over leed dat kinderen wordt aangedaan.

Ben je ermee bezig wat er van je kinderen moet worden? De wereld waarin je ze gedropt hebt, is niet meteen aan zijn meest fraaie hoofdstuk bezig.

Och, dat is toch van alle tijden. Elke ouder was daar vroeger ook al bang voor. Dat hoort er eigenlijk wel een beetje bij, die bezorgdhei­d.

Er zijn artiesten die zeggen dat ze de wereld mooier willen maken. Ik maak dat niet groter dan nodig. Ik heb een klein rolletje te spelen: de mensen amuseren. Een uurtje niet aan hun miserie laten denken, of laten meezingen als ze in de file staan. Daar stopt het. Entertainm­ent. Punt.

Zo’n gebrek aan ego is eerder zeldzaam in jouw branche. We moeten de dingen niet belangrijk­er maken dan ze zijn. Vind ik mijn imago belangrijk? Natuurlijk. Ik ben een publieke figuur. Maar dat is ook maar zo lang als het breed is. Ik heb liever het imago van een artiest zonder kapsones. Waarom zou ik moeilijk moeten doen en onmogelijk­e dingen vragen aan organisato­ren? Ik kom liever de volgende keer nog eens terug. Ik wil maar één ding: een vakman zijn. Of je nu slecht vindt wat ik speel of niet, dat kan me niet zo heel erg veel schelen. Maar ik wil wel dat duidelijk is dat ik mijn stiel ken. Zo veel beroepseer heb ik wel. Ik wil de beste zijn in mijn genre. Ik heb het geluk dat ik alleen zit in die niche, dat er niemand anders doet wat ik doe. Ik wil dus de beste Regi zijn. En dat blijven.

“Sinds ik vader ben, ben ik precies een oudere mens geworden. En week. Als Ellie Martha het liedje van papa op de radio herkent, dan pakt mij dat.”

 ?? FOTO DBA ?? Regi Penxten aan het MAS in Antwerpen. “De Grote Boze Wolf zal toch ooit wel eens aan mijn deur komen kloppen. Dat kan niet anders.”
FOTO DBA Regi Penxten aan het MAS in Antwerpen. “De Grote Boze Wolf zal toch ooit wel eens aan mijn deur komen kloppen. Dat kan niet anders.”
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium