Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Mijn docu over Antwerp is er niet alleen voor supporters”
Regisseur Luk Wyns mikt met bioscoopdocumentaire ‘Take Us Home’ over laatste twee bewogen seizoenen van R. Antwerp FC niet alleen op supporters
Samen met Bob Dejongh en Tim Slegers regisseerde Luk Wyns Take Us Home, een zinderende bioscoopdocumentaire over de laatste twee seizoenen van Royal Antwerp FC in de vergeetput van het Belgisch voetbal. Groeiende hoop, diepe ellende, totale anarchie én onverwachte euforie, het werd een rollercoaster van emoties.
Er is een beeld uit Take Us Home dat al dagen op ons netvlies staat gebrand. In de kleedkamer na de gewonnen play-offmatch op 11 maart in Roeselare, waar Antwerp de titel in 1B binnenhaalde, staat William Owusu bovenop een tafel. De minzame Ghanese spits staat niet te dansen of te brullen. Nee, terwijl overal rond hem het pandemonium heerst, legt Owusu plichtbewust de panelen die reservekeeper Antonio Jezina eerder in totale euforie uit het plafond had geslagen, terug op hun plaats. Het zijn details als deze die de film boven de gemiddelde voetbaldocumentaire optillen. Wyns en zijn crew kregen van de club toegang tot plekken waar de supporters nooit kunnen komen. “Toen Geoffry Hairemans in de laatste minuten van de laatste competitiewedstrijd van vorig seizoen tegen Lommel de beslissende penalty scoorde, wist ik: dit is een film waard”, vertelt Luk Wyns. “En korte tijd later kreeg ik een mail van VRTregisseur Bob Dejongh. Hij schreef: ‘Ik ben al jarenlang supporter van Antwerp en ik zou een reportage willen maken over dit onwaarschijnlijke seizoen’. We zijn samen in zee gegaan. Ah ja, Bob is én een diehard Antwerpfan én een professional gespecialiseerd in nonfictie. Hij kon mij, een fictiemaker, perfect inwijden in de kunst van de documentaire. In zijn vrije tijd heeft hij het verhaal gestructureerd en ik heb mijn fictie-ervaring gebruikt om er emotie aan toe te voegen. En ja, we hadden er een gewone tvdocumentaire van kunnen maken, maar het verhaal van de laatste twee jaar was zó sterk en indrukwekkend: opkomst, ondergang en onverwacht reveil na een waanzinnige twist. Je had het niet zelf kunnen verzinnen. En ja, het gevoel van verlossing na meer dan tien jaar in eerste klasse gaf de doorslag. Dit was té groot en té mooi om te beperken tot een documentaire van 25 minuutjes op tv.”
De voorbije jaren was je alomtegenwoordig op Antwerp. Ben je al van kinds af aan fan van de club? Nee, ik wist wel van het bestaan van Antwerp af, maar mijn ouders waren geen supporters. Ik heb het dus niet van thuis meegekregen. Voor mij is het pas begonnen toen ik aan het eind van de jaren zeventig op de Studio Herman Teirlinck kwam en vrienden me meenamen naar de Bosuil. Maar na mijn studies kon ik bijna nooit meer gaan kijken. Als acteur stond ik vrijdag, zaterdag en zondag op de planken, eerst in theaterstukken, later met mijn solovoorstellingen. Pas toen ik daarmee opgehouden ben, ging ik nog eens kijken. Antwerp speelde al een tijd in tweede klasse. Er zaten 3.000 of 4.000 fans, die er ondanks het belabberde voetbal toch geweldig voor aan het gaan waren. Dat was ongezien én aanstekelijk. Ik begon steeds meer te gaan en de laatste drie jaar heb ik zo goed als alle matchen gezien, uit en thuis. En zo raakte ik via een van mijn toenmalige stagiairs Tim ‘Pennie’ Slegers, die nu voor mij werkt maar toen zijn eindwerk over Antwerp maakte, betrokken bij RAFC.TV, het onlinekanaal van de club. Twee jaar hebben we dat gedaan. Op vrijwilligersbasis. Een deel van dat werk was de basis voor de film.
Waarom heb je dat gratis gedaan? Omdat ik het gevoel had dat ik terug thuiskwam. Ik was gelukkig, omringd door 15.000 mensen die precies hetzelfde willen. Vrienden. De goede mensen die al jaren de filmpjes voor RAFC.TV maakten, zagen dat hun werk nu beter gemonteerd