Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Indrukwekkend België naar finale van Davis Cup
Waarom België tweede keer in drie jaar bij twee beste tennislanden staat
Tennisteam Belgium doet het opnieuw: met de rug tegen de muur tegen de Aussies en toch door de grote poort naar de finale van de Davis Cup, eind november tegen Frankrijk. Waarom België opnieuw bij de beste twee tennislanden ter wereld staat.
Speerpunt Goffin
(maar niet zonder de anderen)
Hij had ontstekingsremmers aan zijn gehavende knie nodig, maar een herboren David Goffin – en dat was nodig tegen toptwintigspeler Nick Kyrgios – kuste gisteren geëmotioneerd het gravel. “Na mijn moeilijke periode na de US Open betekent deze zege heel veel. Aan wie ik die opdraag? Aan mezelf. (lacht) Neen, ik ben vooral enorm fier.”
Steve Darcis wordt Mister Davis Cup genoemd – ook gisteren haalde hij nog maar eens het beslissende punt binnen – maar wat te zeggen van Goffin? Zijn Daviscuppalmares is straf: van zijn 21 wedstrijden won hij er 18.
Eén absolute topper volstaat vaak niet en in dat opzicht was het Belgische mannentennis nooit zo sterk. Dit was straf, een 1-2-achterstand ombuigen in de halve finale van de Davis Cup, zoals in 2015 tegen Argentinië, met Goffin en Darcis in een hoofdrol.
Een minstens even straffe stunt dit jaar is de winst tegen Duitsland, met de broertjes Zverev. Dat was zónder Goffin, wel met Darcis en het solide dubbelduo Ruben Bemelmans - Joris De Loore. De hoogst gerangschikte Belgische speler stond toen lager dan Duitslands laagst gerangschikte speler. Daviscupkapitein Johan Van Herck: “Dat is typisch Davis Cup, rankings betekenen vaak weinig. Deze groep is de voorbije jaren gegroeid, meer ervaren in dit soort ontmoetingen. Het gaat erom dat de spelers zichzelf overstijgen. To deliver, zeggen ze in het Engels: deze groep weet hoe hij er moet staan op grote momenten.” En hoe. Zowel Goffin als Darcis hadden nu geen ideale aanloop, maar haalden gisteren een topniveau. Goffin: “Dit was mijn beste Daviscupmatch ooit. En nooit serveerde ik beter in mijn hele carrière.” Darcis: “David speelde een match top twee van de wereld waard.”
Het thuisvoordeel
(en keuze van ondergrond)
Thuis spelen in een Davis Cup is een huizenhoog voordeel. Niet alleen door het publiek – gisteren was Heizelpaleis 12 een heksenketel – maar ook voor de keuze van ondergrond. Tegen Kyrgios had Goffin in de voorbije drie ontmoetingen nog nooit gewonnen, maar dat was op hardcourt. De keuze voor heel traag gravel was vooral bedoeld om Kyrgios’ slagkracht te milderen, met succes.
De Belgen mochten de voorbije acht ontmoetingen bijna altijd thuis spelen. Puur toeval, want het reglement zegt dat het altijd wisselt. Concreet: de volgende keer dat de Belgen tegen Australië spelen, is het in Australië. Een thuismatch maakt het voor de topspelers iets makkelijker om toe te zeggen voor de Davis Cup. Niet onbelangrijk, want de Davis Cup kreunt onder forfaits van absolute topspelers wegens een overladen kalender.
Teamkapitein
Johan Van Herck
Sinds Johan Van Herck in september 2011 het roer overnam als teamkapitein, waait een nieuwe wind door de ploeg. Van Herck wordt geroemd om zijn psychologische kwaliteiten, de juiste woorden op het juiste moment. Zo leeft hij intens mee met Darcis, die het best rendeert bij tomeloze energie van op de bank. Hij coacht gereserveerder bij Goffin, die af en toe een woordje nodig heeft in plaats van constante peptalk. Van Herck liet zich bijscholen door een sportpsycholoog om die attitude te perfectioneren.
“Dit was mijn zwaarste week ooit. Ik zal dit niet licht vergeten.” Hij betrekt de persoonlijke coaches van de spelers nauwer dan vroeger bij de ploeg, zij zitten op de bank tijdens de wedstrijden en zijn aanwezig bij trainingen.
Van Herck introduceerde de teamslogan
“Nothing is impossible”, niets is onmogelijk. Dat klinkt melig, maar is het lang niet. In het team – van spelers tot entourage – is korte metten gemaakt met het kleine-Belgsyndroom. Van Herck: “We willen niet alleen
zeggen: We zullen ons best doen. We moeten
durven te zeggen: We willen die Davis Cup
winnen. We gaan niet naar Frankrijk om te sparren, maar om die beker naar huis te brengen.”