Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Overal depanneren, dat doe ik graag”
Jelle Van Damme opnieuw slechts invaller (op ‘de tien’)
Antwerp stond er na een uur nog steeds goed voor. Maar de Lokerse druk werd wel groter. En dus achtte Antwerpcoach Laszlo Bölöni de tijd rijp om Jelle Van Damme van de bank te halen. Op ‘de tien’ nog wel, net voor Haroun en Corryn.
Slecht deed Van Damme het zeker niet met zijn ‘buffelspel’ - hij kopte enkele ballen goed door - maar veel zoden aan de dijk bracht zijn invalbeurt uiteindelijk niet. Lokeren kwam alsnog langszij en pakte zo een verdiend punt. “Of de ‘tien’ mijn nieuwe positie wordt in België? Nee, zeker niet”, aldus Van Damme. “Hairemans had het wat lastig, hij was wat moe. Op links kan ik zeker overal uit de voeten. Naarmate de wedstrijd vorderde, moest ik meer achteruit en dus meer verdedigen. Het is nieuw voor mij, maar eigenlijk doe ik het wel graag, zo overal moeten depanneren. Ik vind het zeker niet erg.”
“Na de rust hebben we te weinig gevoetbald”, had ook Van Damme gezien. “Dan is de aanval gewoon de beste verdediging. We hebben voldoende kwaliteit, echt jammer dat we die voorsprong nog uit handen hebben gegeven. Er zat zeker meer in. Dat het aanvallender moet? Sowieso. Maar er zijn veel nieuwe jongens, die het trouwens goed doen. Een viertal echt goeie spelers is er zelfs nog niet bij. Het zal tijd kosten, maar vooral tijdens de drukke periode zullen we iedereen nodig hebben.”
“Knotsen, bonken en vliegen”
Iets minder gelukkig was vaste waarde Geoffry Hairemans, die plaats moest ruimen voor Van Damme. “Ik was eerlijk ge- zegd wel wat verrast, ja”, zei Hairemans. “Maar goed, dat is de keuze van de coach, die op dat moment dacht dat het beter was voor de ploeg. Ik ga me daar verder geen vragen meer bij stellen. De coach wilde de 0-1-voorsprong vasthouden, en dus was het zijn idee om Van Damme mee in de strijd te gooien. Hij moest knotsen, bonken en vliegen. Misschien was het een gok van de coach, alleen is het spijtig genoeg niet goed uitgedraaid. Frustrerend voor mij? Maar nee. Ik ben gewoon superblij dat ik in eerste klasse speel. Als promovendus weet je dat je niet overal het spel kunt maken. Maar het is wel lastig: je wil je talent laten zien, maar op dit moment is dat moeilijk.”