“Sommige spelers zitten nog altijd in hun examenperiode”

Coach Laszlo Bölöni kampt met steevast terugkerende grote en kleine zorgen

We zijn bijna oktober en Antwerp staat nog altijd knap zesde in de stand. Maar een zweem van euforie viel er zelfs na de eerste (ruime) thuiszege niet te bespeuren op het aangezicht van coach Laszlo Bölöni op zijn wekelijkse persbabbel gisteren. Integendeel. De kleine – en vooral steevast terugkerende – problemen zijn nog altijd niet van de baan. “Gemiddeld zijn is lang niet genoeg om bij Antwerp te spelen”, aldus Bölöni.

Dat de eerste thuiszege vrijdag tegen Kortrijk deugd deed, lijkt een understatement.

“Een eerste is altijd belangrijk, maar dat is elke zege”, zei Bölöni. “Ook op andere gebieden is de eerste keer belangrijk (lacht). De training deze week? We hebben een klassieke week achter de rug. We hebben weer nuttige – en ook minder nuttige informatie vergaard. En negatieve antwoorden zijn ook antwoorden.”

Daarmee doelde de Antwerpcoach op de oefenwedstrijd tegen OHL.

“Ik probeer al enkele weken antwoorden te vinden op bepaalde vragen, rond bepaalde posities ook. Kleine antwoorden kwamen er al, maar het is allemaal nog niet erg duidelijk en helder in mijn hoofd. En, nee, ik was zeker niet altijd tevreden. Maar ik heb de kleedkamer duidelijk toegesproken. Alle 28 spelers, niet alleen die elf, twaalf à dertien zekerheden. Die anderen? Die wachten nog altijd hun kans af. Leuk is dat niet voor hen, dat weet ik ook wel. Maar ik geloof in hen, anders zouden ze niet bij Antwerp zitten. We kregen de nodige info over hen of zagen hen zelf aan het werk, dus ze hebben kwaliteiten. Maar ze moeten zich wel eens gaan tonen. Ik wil dringend meer zien dan het normale, want dat is onvoldoende. Ze moeten me verrassen en – ik herhaal mijn woorden – sporen nalaten op mijn hersenen (Bölöni verkondigde ook enkele weken geleden al eens hetzelfde, toen na de oefenwedstrijd in Westerlo, red.). Gemiddeld is niet goed genoeg, ik moet en wil extra zaken zien om straks tot de ideale formule op het veld te komen. Voor november, ja, maar dat is nog een maand. Dan pas ga ik echte keuzes maken. Sommigen moeten dringend uit hun comfortzone komen en me verrassen. Neem nu de thuiswedstrijd tegen Genk

(3-5, red.). Voor de rust speelden we zoals gepland, maar ik wilde toen meer zien dan het normale. Het niveau bij sommigen moet dus drastisch omhoog. Oké, sommige spelers hebben het lastig om zich aan te passen. Het is hier een andere cultuur, een andere taal, het eten is anders. Maar dat is nu eenmaal het leven van een profsporter, hé. Ze zullen meer, véél meer moeten brengen. Er zijn dus nog altijd enkele kleine problemen om op te lossen, en sommigen zitten nog altijd in hun examenperiode. Er is dus nog altijd de vraag: gaan ze slagen of niet? Ik kan ook moeilijk met een groep van zestien spelers aan de slag, hé.”

WaaslandBeveren

Niet alleen Antwerp doet het goed, ook bij Waasland-Beveren, de tegenstander van zaterdag, is dat het geval. “Ik verwacht dat die ploeg zeker op de afspraak zal zijn, zeker na haar goede wedstrijd tegen Anderlecht van vorig weekend. Knap wat ze deden. Maar tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat bij ons alles aanwezig is om ook daar iets te gaan rapen.”

Spelen dezelfde elf? En wie wordt de diepe spits in Beveren?

“Geen idee waar jullie het vandaan halen dat ik met dezelfde elf ga spelen, want sommigen hebben me niet helemaal overtuigd. Maar eerlijk: de meesten zullen wel blijven staan. Met William Owusu opnieuw in de spits? Een spits moet drie dingen doen: scoren, laten scoren en nuttig zijn voor de ploeg. Drie. Het is een plezier om William dat te zien doen. Hij zit dan ook aan vier goals in tweeënhalve wedstrijd, hé. Niet rot van het talent, maar goed om mee samen te werken. Maar elke match is anders.”

Wat met de rechtsachter? Buta viel al eerder door de mand, en ‘depanneur’ Yatabaré is geblesseerd. Dan toch maar opnieuw met drie achterin?

“Misschien speel ik wel op dezelfde manier als vorige week, we zien wel. Maar misschien gooi ik het roer om en wordt het een heel ander systeem. Alles is mogelijk.”