Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Wij zijn geen normale mensen”
TOPPERS ZONDER VERVALDATUM: WILLY STEVENIERS (79), RATKO SVILAR (67) EN VEERLE DEJAEGHERE (44) BESPREKEN HUN EEUWIGE JEUGD
Zelfs op zijn 46ste blijft Davide Rebellin koersen winnen, maar de knokige Italiaan is ver van de enige topsporter die met succes strijdt tegen Vadertje Tijd, de taaiste aller tegenstanders. Uw krant polste Willy Steveniers (79), Ratko Svilar (67) en Veerle Dejaeghere (44), drie atleten die ook als veertigplussers schitterden, naar het geheim van hun eeuwige jeugd.
Van 20 jaar naar 40 jaar: wat wijkt het snelst?
Ratko Svilar: “Qua snelheid of reflexen had ik amper iets ingeboet. Mijn zoon heeft een gelijkaardige explosiviteit. Weet je dat ik als tiener de honderd meter onder de 11 seconden liep? In heel Joegoslavië sprintte geen enkele voetballer sneller. Zelfs de snelste aanvallers moesten buigen. Op mijn 42ste stopte ik in de bekerfinale tegen Mechelen drie penalty’s en speelde ik 23 matchen. Ik was destijds zo goed als een normale mens van 22. Alleen mijn zicht was niet meer zo scherp. Ik zag de ballen steeds later opduiken, waardoor ik met contactlenzen moest keepen.”
Willy Steveniers: “Als veertiger waren mijn eerste meters nog altijd onweerstaanbaar. Op die leeftijd bleef ik 40 punten maken. Wie kon dat? Michael Jordan, een genie zoals ik. In heel Europa was er niemand explosiever dan ik.”
Veerle Dejaeghere: “Snelheid en uithouding zijn gebleven, maar eenmaal de veertig voorbij hapert de recuperatie. Tweemaal daags trainen lukt gewoon niet meer, zelfs niet in de opbouw naar een marathon. Dat ik sport combineer met een voltijdse job kan daar natuurlijk ook mee te maken hebben. In 2008, op mijn 37ste, ben ik mijn profstatuut kwijtgespeeld. Sindsdien heb ik nooit meer een kinesist bezocht. Misschien vreet dat aan mijn afgekalfde recuperatievermogen.”
Steveniers: “Vijftig jaar oud, zestig jaar oud: op de vierkante meter vreesde ik niemand. Ook geen knaap van twintig.”
Hoe hebben jullie het zo lang kunnen volhouden?
Steveniers: “Sorry dat ik het zeg, maar ik was een wonder van de natuur. Op dit moment ben ik een van de vijf beste 79-jarigen van de wereld. Welke vent van mijnen ouderdom is sneller dan ik? Mijn leeftijdsgenoten hebben operaties achter de rug, zijn
op de sukkel met ziektes of liggen in het graf, maar ik mankeer niets.”
Dejaeghere: “Mijn moeder fietste op haar 74ste naast me tijdens de trainingen, ook de snelheidssessies. De genen spelen een belangrijke rol in die duurzaamheid.”
Svilar: “Wij zijn geen normale mensen. Ik ben altijd ontsnapt aan zware blessures. En als ik toch iets brak - mijn neus of mijn heup - verbeet ik de pijn. Be a man. Alleen mijn
darmen zorgden voor problemen. Zeven operaties heb ik moeten doorstaan, omdat een dokter in Joegoslavië mij als kind verkeerd behandeld had. Twee keer ontsnapte ik aan de dood.”
Dejaeghere: “Zou het helpen dat ik nog nooit gerookt heb of een pint bier gedronken? Allicht wel.”
Steveniers: (lachje) “Dat kan ik niet zeggen (Steveniers was jarenlang een vaste waarde in het Antwerpse uitgangsleven, red.). Als je weet hoeveel liters alcohol ik verzet heb en hoeveel pakjes sigaretten ik heb opgepaft, is het nog straffer wat ik allemaal gepresteerd heb. Ondertussen drink ik al bijna veertig jaar geen druppel alcohol meer. Weet je, eigenlijk moet ik mijn vader en moeder bedanken. Ik was niet alleen de beste basketballer van mijn generatie, maar ook de beste atleet.”
Dejaeghere: “En ik dank mijn eerste trainer, die me nooit overbelast heeft. Tegenwoordig verzamelen jonge atleten weekvolumes van 100 kilometer. Mentaal en fysiek is die belasting gewoon te groot. Op mijn twintigste had ik natuurlijk nooit gedacht zo lang te blijven lopen.
(lachje) En zeker niet om als veertiger nog 2u37’ te lopen op een olympische marathon.” Svilar: “Wat mij dreef, was the love of
football. Ik trainde altijd met honderd procent. Als ik zou mogen terugkeren in een nieuw leven, zou het weer als doelman zijn.”
Waarom zijn jullie dan uiteindelijk toch gestopt?
Steveniers: “Die grote mond, hé. Ik moest zonodig zeggen dat ik pas coach zou worden als ik ook dik en kaal zou zijn. Mijn toenmalige coach waardeerde die opmerking niet. Nochtans zou ik zeker tot mijn vijftigste in eerste klasse hebben kunnen spelen. Een slimme coach zou mij dan een minuut of tien, vijftien per match gebruikt hebben.”
Dejaeghere: “Omdat ik na Rio geen nieuw doel meer vond, verdween mijn motivatie. Het competitieve luik is afgesloten, alhoewel ik me tijdens het voorbije WK met pijn in het hart afvroeg waarom ik daar niet liep. Nu
train ik uitsluitend voor mijn gezondheid. En een beetje voor de ijdelheid.
(lacht) Mijn collega’s reageren superkwaad als ik het zeg, maar ik krijg stilaan een zwabbergat. Ik zal de kilometers toch nog wat moeten opdrijven.”
Svilar: (bloedserieus) “Ik heb nog altijd spijt dat ik zo jong gestopt ben. Ik was amper 46 jaar oud, maar Eddy Wauters en de spelers wilden absoluut dat ik coach zou worden. En ik kon toch moeilijk mezelf opstellen. Maar op mijn vijftigste heb ik als vriendendienst nog een paar keer gekeept in lagere afdelingen.”
Steveniers: “De bekrompen mentaliteit werkte me steeds meer op de zenuwen. Op mijn 48ste maakte ik in tweede klasse nog gemiddeld 25 punten, maar de coach speelde het spel niet eerlijk. De jongen die ik verdrongen had, was mentaal nogal zwak. Daarom kreeg hij een basisplaats. En dat pikte ik niet. Of je nu 18 bent of 48: de beste moet spelen. En wie daar anders over denkt, moet het maar zonder Willy Steveniers stellen.”
Willy Steveniers “Ik was een wonder van de natuur. Zelfs op mijn 50ste was ik op de vierkante meter een van de snelsten in Europa.”