Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Met 4.500 naar film over Antwerp
4.500 supporters bouwen in Kinepolis Antwerpfeestje voor première documentaire Luk Wyns
Zo’n 700 supporters, de meesten in roodwit (zoals was gevraagd), stonden gisteren vol ongeduld en in de rode gloed van Bengaals vuurwerk aan de Kinepolis in Antwerpen de kampioenenploeg van Royal Antwerp FC op te wachten.
Take Us Home, de documentaire van Luk Wyns over de voorbije twee seizoenen van Antwerp ging in veertien zalen in première.
Een feestje moest het worden, had Luk Wyns gehoopt, en dat is het ook geworden voor de 4.500 Antwerpsupporters die een ticket hadden kunnen bemachtigen. De ultieme reünie ook van de ploeg die in maart voor de promotie naar de hoogste klasse zorgde.
Wanneer plots “daar, Jelle Van Damme” klinkt, wordt geapplaudisseerd en geroepen. Het is maar het begin van de echte uitbarsting wanneer Luk Wyns en de spelers die hij twee jaar met zijn camera heeft gevolgd in zwarte wagens komen aanrijden en de rode loper op wandelen, hand in hand met hun partners. Zowat alle vrouwen zijn in sexy, rode jurkjes uitgedost. Zo had Luk Wyns het ook gevraagd.
De 10-jarige Esmée staat al een uur te wachten, geduldig met pen en de speciale Antwerp-uitgave van Sportmagazine in de hand. “Ik ga naar alle thuiswedstrijden en ik kom ook in de film voor”, zegt ze parmantig. “Na de kampioenenmatch heeft mijn papa mij bovenop de goal gezet en dat hebben ze gefilmd.”
Esmée, die samen met haar peter Wesley vanuit Brasschaat is gekomen, heeft een ticket van Gazet
van Antwerpen. Ze is een van de 1.500 lezers van uw krant voor wie Kinepolis vier zalen ter beschikking heeft gesteld. “Schrijf maar op dat Geoffry Hairemans mijn lievelingsspeler is”, zegt ze, en terwijl ze nog uitlegt dat het vooral zijn voorzetten zijn die indruk op haar maken, komt de held net over de rode loper aangelopen. De Antwerp-supporters roepen luid “merci, merci”. Ze zullen Hairemans, zelf opgegroeid aan de Bosuil, voor die ultieme
penalty die Antwerp na dertien jaar weer naar eerste heeft getild, eeuwig dankbaar blijven.
“Ik heb de film al gezien, en het is een prachtig, emotioneel document over twee heel bijzondere jaren uit mijn leven”, zegt Hairemans onbewogen, ondanks de vele schouderklopjes. “De hoofdrol? Dat zou ik niet zo zeggen, maar ik ben wel heel blij dat ik dat bijzondere moment heb mogen meemaken. En hopelijk komen er nog veel van die momenten.”
Wanneer Wim De Decker, vorig jaar hoofdtrainer, nu tweede trainer, erbij komt staan, zingen de supporters “he’s a red, he’s a red, he hates Beerschot”. Opnieuw applaus, geroep, schouderklopjes, De Decker wordt onthaald als een superster. “De paus van de kampioenenploeg”, zal Kobe Ilsen hem later noemen.
Luk Wyns staat er met een brede glimlach bij. “Dit is een heel vreemde ervaring voor mij”, zegt hij. “Twee van mijn werelden komen op dit moment, hier in de Kinepolis, samen: die van de film en die van mijn tweede passie, den
Antwerp.”
Wanneer de kampioenenploeg staat te poseren voor de pers en nadien voor een leger supporters die selfies willen, klinkt er plots luid boe-geroep. Iemand heeft een paarse Beerschot-vlag bovengehaald en dat valt niet meteen in goede aarde. Kobe Ilsen, ook hevig Antwerp-supporter, sust het ongenoegen en wenst iedereen een fijne filmavond. De documentaire, waarin behalve Geoffry Hairemans, Wim De Decker, veel supporters, maar ook voormalig voorzitter Patrick Decuyper een belangrijke rol speelt, liep gisterenavond niet in alle veertien zalen tegelijk, maar telkens met vijf minuutjes tussen. Dat gaf Kobe Ilsen, Luk Wyns en enkele spelers de kans hun supporters nog kort toe te spreken en een staande ovatie in ontvangst te nemen.