Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Meer dialoog met burger en meer geld voor districten
Lijsttrekker van CD&V stelt zijn vijf collega’s in Antwerpse districten voor
Antwerps CD&Vlijsttrekker Kris Peeters werpt zich op als de voorvechter van de districten. Hij pleit voor een verdubbeling van de budgetten. Hij wil ook meer dialoog met de burger, zowel in de stad als de districten.
Marc Wellens, voormalig Antwerps schepen voor CD&V, hield in 1999 het stedelijk wijkoverleg boven de doopvont. Het moest de kloof tussen de burger en de politiek dichten. Zo’n achttien jaar later wil CD&V-lijsttrekker Kris Peeters het stedelijk wijkoverleg nieuw leven inblazen in de districten.
“De politiek moet keuzes maken, maar ze moet dat doen op een fundament van gedragenheid”, zegt Peeters. “We moeten de dialoog permanent durven aangaan met de mensen. Dat is een veel betere werkwijze dan alles van bovenaf op te leggen. En we willen dat ook structureel inbedden in het beleid.”
“Daarom stellen wij voor dat na 2018 in elk district minstens één ‘community manager’ wordt aangesteld. Dat is een stadsambtenaar die onder de bevoegdheid van de districtsburgemeester valt. Zo willen we het stedelijk wijkoverleg nieuw leven inblazen en garanderen dat wat uit dit overleg komt, ook wordt vertaald naar het beleidsniveau. Als het districtscollege de voorstellen van bewoners niet volgt, moet dat transparant worden beargumenteerd.”
Peeters ziet verschillende dossiers waaruit blijkt dat de stad Antwerpen en de districten momenteel steken laten vallen in die dialoog met de inwoners. Hij verwijst naar het kappen van de bomen aan de Charlottalei. “Het draagvlak had groter kunnen zijn als er meer en beter overleg was geweest met de buurt.”
Buurtvergadering
Zonder hem bij naam te noemen, verwijst Peeters ook naar burgemeester De Wever (N-VA), die niet inging op een vraag van bewoners om deel te nemen aan een buurtvergadering over de incidenten tussen jongeren en politie in Borgerhout.
“Je moet positief reageren als de buurt vraagt om aan tafel te gaan”, zegt de lijsttrekker. “Als je wilt dat de rust terugkeert in buurten waar spanningen zijn, dan is dat de enige manier.”
Peeters dekt zijn partij en zichzelf wel in. Zo levert het stedelijk wijkoverleg in de districten waar CD&V mee aan de macht is volgens hem wél goed werk.
Hij gaat ook Oosterweel niet uit de weg. Peeters stond lang lijnrecht tegenover de actiegroepen. “In het Oosterweeldossier hebben we gezien dat noch een referendum noch beslissingen van bovenaf de sleutel tot
succes waren”, zegt Peeters.
De CD&V-lijsttrekker heeft ook een boodschap voor Wouter Van Besien, fractieleider van Groen in de Antwerpse gemeenteraad. Die wou volksraadplegingen mogelijk maken op de dag van de verkiezingen. “Een ‘gemeenschap’ versterken we door een draagvlak te zoeken voor beleidsbeslissingen. Daardoor bouwen we onze draagvlakdemocratie verder uit en vermijden we dure en lang aanslepende procedureslagen. Tegelijk beletten we polariserende referenda, die gekaapt kunnen worden door populistische stemmen die de mensen met slogans proberen te verleiden.”
Budgetten
Peeters is duidelijk: hij wil besturen, ook in de districten. Hij stelde daarom de vijf CD&V-lijsttrekkers voor in de districten waar de partij mee in de meerderheid zit.
(zie kader, red) De lijsttrekker werpt zich nog meer op als de voorvechter van de districten. Zo pleit hij voor een verdubbeling van het budget. Nu krijgen de lokale besturen twee procent van de stadsbegroting – in 2017 goed voor 50 miljoen euro – maar dat moet volgens Peeters worden opgetrokken naar vier procent.
“Districten zijn onder meer bevoegd voor het heraanleggen van straten”, zegt Peeters. “Een district als Wilrijk kan met zijn volledige budget jaarlijks zeven straten onder handen nemen, terwijl het meer dan 300 straten telt. Er is een kloof tussen de bevoegdheden die districten hebben, en de middelen die ze ervoor krijgen toebedeeld.”
Bovendien krijgen de districten er vanaf januari 2019 nog bevoegdheden bij, bijvoorbeeld op het vlak van jeugd en senioren. CD&V juicht dit toe, maar er volgt een ‘maar’. “Naast de verhoging van het budget voor de districten, moet er ook een nieuw districtsontwikkelingsfonds komen”, zegt Peeters. “Dat bestond in de vorige legislatuur, maar het is afgeschaft. Dankzij dit fonds krijgt elk district de mogelijkheid één groot project aan te pakken.”