Tien jaar geëist voor invoer van 3,6 ton coke

Vier Nederlanders staan terecht

Het openbaar ministerie eist tien jaar cel voor een groep Nederlanders die betrokken zouden zijn bij de invoer van 3,6 ton cocaïne via de haven van Antwerpen.

De politie werd op 18 juni 2015 getipt dat een firma uit de recreatiesector, waarvan Peter R. sinds drie maanden zaakvoerder was, palletten bananen ontving van een Colombiaanse firma die gekend was voor cocaïnetrafieken. Tijdens het onderzoek kwamen vier Nederlanders in beeld, die achter een aantal fruitimportbedrijven zaten. De groep beschikte over loodsen in Wijnegem en Herentals.

Op 29 juni 2015 kwamen in de Antwerpse haven 68 palletten bananen aan, bestemd voor de firma van Peter R. In zeven palletten zat in totaal 3,6 ton cocaïne verstopt. De bananen werden overgebracht naar een loods in Herentals, die door zijn firma gehuurd werd. De politie greep in en arresteerde Peter R.

Het onderzoek toont volgens de procureur aan dat hij samen met André S. en Thomas K. firma’s had opgericht om bananen in te voeren vanuit Colombia, die als dekmantel dienden voor partijen cocaïne. In Nederland loopt trouwens een onderzoek naar gelijkaardige cocaïnetrafieken, waarin Thomas K. ook een van de spilfiguren is. Tegen een vierde Nederlander, die hand -en spandiensten zou hebben geleverd, eiste de aanklager een celstraf van vijf jaar.

Peter R. en André S. ontkennen met klem dat ze betrokken waren bij cocaïnehandel. Volgens hun advocaten levert het openbaar ministerie geen enkel bewijs dat ze op de hoogte waren van de drugstransporten. Advocaat John Maes was ook scherp voor het openbaar ministerie omdat het weigert om het Nederlandse strafdossier, dat gelinkt is aan de Antwerpse zaak, bij de zaak te voegen. In dat dossier zouden bewijzen zitten dat andere verdachten de naam van zijn cliënt misbruikten om louche zaken op te zetten. Hoofdverdachte Thomas K., die ook in Nederland wordt vervolgd, liet verstek gaan.