Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Drie pertinente vragen over Nina Derwael

-

1 Turnen is toch voor kleine springvere­n, wat maakt de grote Derwael dan zo goed?

Ze torende op het podium in Montréal letterlijk boven de rest uit. Derwael is met haar 1m68 een schaarse uitzonderi­ng in een sport waar explosieve, krachtige springvere­n de plak zwaaien. De olympische allroundka­mpioene van Rio 2016, Simone Biles, is 1m45 klein. Derwael speelt haar lengte evenwel subtiel uit. In een jurysport zijn de zogeheten ‘lijnen’ van haar bewegingen belangrijk. Derwael kan langere, mooiere lijnen maken dan de kleinere turnsters en dat oogt eleganter. Dat is helaas niet iedereen gegeven, want met elegantie alleen kom je er niet. De eerste voorwaarde is dat je met een grotere gestalte toch dezelfde wendbaarhe­id en lenigheid aan de dag kan leggen als de rest– dat is al niet makkelijk aan de brug met ongelijke leggers, maar ze is nog meer in het nadeel op de andere toestellen (balk, sprong, grond). Af en toe lukt dat toch een ‘groter’ meisje, zoals Derwael. Het is niet voor niets dat haar grote voorbeeld Svetlana Khorkina is, de meest gelauwerde ‘grote’ turnster die iedereen inpakte met haar elegantie.

2 Waarom pakt een Chinese goud voor Derwael, terwijl zij duidelijk een foutje maakte?

Een oefening, een combinatie van elementen, is altijd een berekend risico: hoe hoger de startwaard­e (de moeilijkhe­idsgraad), hoe meer punten. Hoe moeilijker de oefening, hoe groter de kans op een foutje. De Chinese wereldkamp­ioene Fan Yilin pakte uit met de hoogste startwaard­e van allemaal. Derwael had, met nog een andere gymnaste, de op één na hoogste startwaard­e.

Naast die startwaard­e zijn er punten op de uitvoering – op tien punten, waar de startwaard­e wordt bijgeteld. Yilin voerde een moeilijker oefening iets minder goed uit en kreeg daar meer punten voor dan Derwael, die een iets minder moeilijke oefening beter uitvoerde.

Turnen blijft ook een jurysport. De tijden dat sommige juryleden Eurosongge­wijs gymnasten uit bevriende landen bevoordele­n, is voorbij. Maar dat een turnster een naam heeft, kan nooit kwaad. Yilin was regerend wereldkamp­ioene. In dat opzicht is het een voordeel dat Derwael het voorbije seizoen nog meer naam maakte, met de Europese titel en nu de WK-plak.

3 Derwael is nu 17 jaar. Is ze dan niet te oud voor Tokio 2020?

Op dit WK nam een 42-jarige allroundtu­rnster deel, een uitzonderi­ng En aan de toestelfin­ale op de brug met ongelijke leggers met Derwael stond ook een 23-jarige Duitse. Ook al is de nieuwe wereldkamp­ioene allround amper zestien, de tijd dat alleen kindsterre­tjes aan de wereldtop stonden, is voorbij. De gemiddelde leeftijd van turnsters is opgeschove­n. Coach Yves Kieffer: “Vroeger gingen sommige turnsters één olympiade mee. Nu dient een eerste olympische cyclus om ervaring op te doen, en een tweede olympische cyclus om echt competitie­f te zijn. Normaal gezien is Tokio 2020 voor Nina de beste.” (hjb)

Yves Kieffer, coach “De medailles op de Spelen van 2020 in Tokio worden verdeeld tussen diegenen die nu al top zijn.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium