Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Turnhoutsebaan: “Een waar obstakelparcours”
Met ruim negentig inzendingen is de Turnhoutsebaan in Borgerhout volgens de lezer de gevaarlijkste plek om te fietsen in Antwerpen. Er werden al meerdere fietsers doodgereden, en de verkeersonveiligheid door de mix van autoverkeer, openbaar vervoer en fietsers is al jaren een punt van discussie. Dat blijkt ook uit de inzendingen over de Turnhoutsebaan. “Er is geen fietspad en iedereen sjeest kriskras over de baan”, zegt iemand. “Langs geparkeerde auto’s rijden is een nachtmerrie. Mensen zwaaien zonder te kijken het portier open. Met zeer pijnlijke gevolgen.” Ook de vele dubbel geparkeerde auto’s zijn een doorn in het oog. “Fietsers moeten noodgedwongen op de middenberm, waar de trams en bussen rijden. Levensgevaarlijk”, klinkt het. Een grondige aanpak van de straat zal nog lang op zich laten wachten. “Tot 2024 zal er weinig veranderen”, zei schepen van Mobiliteit Koen Kennis (NVA) al in uw krant. Om ruimte te maken voor fietspaden, zou het tramverkeer onder de grond moeten en daarvoor moeten premetrostations in gebruik genomen worden. Daar is geen geld voor. De straat zou op termijn worden overgeheveld van het Agentschap Wegen en Verkeer (het Vlaams Gewest dus) naar de stad. Maar daarvoor zouden de eerste stappen pas worden gezet aan het eind van de volgende legislatuur, eind 2024 dus. Koen Kennis zette in 2014 kwaad bloed door te zeggen dat fietsers niet thuishoren op de Turnhoutsebaan, die volgens hem de functie van invalsweg moet blijven vervullen. Hij stelde dat fietsers beter de parallelwegen nemen. Dat plan zal ook worden uitgevoerd. In straten als de Kattenberg en de Helmstraat, die min of meer evenwijdig met de Turnhoutsebaan lopen, wordt een “rode loper” van fietsstraten gepland. Dat leidde tot een fikse botsing tussen het district, dat bevoegd is voor zijn straten, en de stad. Na een klacht van het district bij gouverneur Cathy Berx, oordeelde die laatste dat de stad de “rode loper” wel degelijk mag opleggen aan het district, omdat er een groot stedelijk belang is. Hoe ver het staat met die discussie, wilde het kabinet van Koen Kennis (NVA) gisteren niet kwijt. “Er is nog overleg over. We voeren dit debat aan tafel en niet in de media”, klonk het.